This page contains a Flash digital edition of a book.
Besparen bij tunnelonderhoud Energiezuinig denken en handelen als ‘way of life’


Bij tunnelonderhoud is veel te besparen op energieverbruik, terwijl ook de CO2-uit- stoot flink kan verminderen. “In vergelijking met een renovatie zou je kunnen zeggen dat het om kruimels gaat. Maar het zijn over een aantal jaren gemeten wel veel kruimels”, aldus Cor Schaart van Vialis. Tekst:Maurits van den Toorn


“H


et is onze taak om ervoor te zorgen dat al- les functioneert. Als de weggebruiker niets merkt, doen wij ons werk goed”, vat Schaart zijn werkzaamheden samen. Schaart is contractmanager van de Vitop-combinatie (VolkerInfra, Vialis & VolkerRail) die ver- antwoordelijk is voor het regulier onderhoud van de tunnels van Rijkswaterstaat in de regio Rotterdam/Den Haag. Dit zijn de Beneluxtunnel, de tunnel onder de Noord, de Heinenoord- tunnel, de Drechttunnel en de Sijtwendetunnels. Het gaat dan onder andere om het schoonhouden van de tunnel door een paar keer per jaar de wanden te wassen met een speciale wa- gen met borstels. Vroeger gebeurde dat zeven keer per jaar, tegenwoordig is drie keer voldoende – auto’s zijn schoner ge- worden. Ook worden bij zo’n schoonmaakactie de kelders


16 Nr.4 - 2017 OTAR


leeggehaald waar zich het hemelwater en het slib in heeft ver- zameld; dat wordt op milieuverantwoorde wijze gestort.


Overdag of ’s nachts? Het civiel onderhoud bestaat verder uit onderhoud aan dienst- gebouwen en – heel groen – gras maaien. “Alles wat we kun- nen doen zonder dat het verkeer er hinder van ondervindt, gebeurt overdag, alleen de werkzaamheden waarvoor wegaf- zettingen nodig zijn doen we ’s nachts.”


Bij dat laatste gaat het vooral om onderhoud aan de tunnel- technische installaties. Dat zijn er nogal wat. Schaart: “Aller- eerst natuurlijk verlichting en ventilatie, maar het is veel meer. Je moet een tunnel eigenlijk zien als een groot object dat vol zit met veiligheidssystemen. Zo zijn er zichtmetingsystemen en is er stilstanddetectie door middel van lussen in het weg- dek, terwijl er ook camera’s hangen. Verder zijn er brandblus- installaties en vluchtdeuren, om maar een paar voorbeelden te noemen.” Op basis van de gegevens en de beelden kun- nen de medewerkers van de verkeerscentrale beoordelen of er sprake is van een calamiteit en wat ze moeten doen, bij- voorbeeld een rijbaan afkruisen, vluchtdeuren vrijgeven of in een bepaalde richting juist blokkeren of het bevoegd gezag en hulpdiensten alarmeren. “Om al deze systemen met elkaar te laten ‘praten’ is er veel geautomatiseerd. Industriële automa- tisering is dan ook onderdeel van ons dagelijks werk. Op dit moment zijn we in een gevorderd stadium om te kijken hoe we door middel van softwareanalyse storingen kunnen voor- spellen en dus voorkomen. Dit zal zeker leiden tot nog minder storingen en dus minder hinder van de weggebruiker”, aldus Schaart.


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48