De telescopisch in- en uitschuifbare brugconstructie tussen de vooras en de cabine, Met ingeschoven brug is de wielbasis (hartafstand voor- en achterwielen) 2,80 meter; met de brug uitgeschoven komt er 60 cm bij.
wielen) 2,80 meter. Dat is gunstig voor de wendbaarheid, maar nadelig voor de twee camera’s aan de voorkant van de schoffel- balk. Die moeten enkele meters ‘vooruit kunnen kijken’, op de gewasrijen. Om die zichtruimte voor de camera’s te realiseren, kan de brug over 60 centimeter uitschui- ven. De wielbasis wordt dan 3,40 meter.
Meten en aansturen De variabele meststofdosering per plantrij en de gewasbescherming zijn nog niet operationeel, omdat de zelfrijder zo snel mogelijk bedrijfsklaar moest zijn voor het schoffelwerk. De voorbereidingen zijn al wel getroffen. Voor de plaatsspecifieke bemesting han- gen er onder de vooras van de zelfrijder vijf AgLeader OptRx-sensors die per rij de gewasmassa scannen. Dit levert vijf aparte
stuursignalen op voor de kunstmestdose- ring vanuit de strooibak achter de trekker. Daartoe wordt elk van vijf nokkenraderen individueel aangedreven met een eigen hydromotor. Zo ver is het nu dus nog niet, in afwachting van de daarvoor benodigde software. In afwachting daarvan worden de vijf stuursignalen van de OptRx-sensors nog teruggerekend tot één variabel stuur- signaal voor de gelijktijdige aandrijving van de vijf nokkenraderen. De middeldosering per plant is technisch gezien geen probleem. Zoals voor het schoffelen bekend moet zijn waar elke plant in de rij staat, geldt dat ook voor het spuiten. Voor beide bewerkingen wordt daarom de- zelfde camera-informatie gebruikt.
Plaatsspecifiek Frans Nouws heeft veel ervaring met
OptRx-gewassensors voor plaatsspecifiek bemesten. “We kennen de groeikracht van onze percelen inmiddels”, vertelt Nouws’ zoon Christian. “Nattere plekken doen het goed in droge zomers, en droge plekken met langdurig nat weer. Daarnaast zien we variaties vanwege de pH en/of het dro- gestofgehalte. Die sturen we bij door met taakkaarten plaatsspecifiek te bemesten met organische stof en met calcium-mag- nesiummeststoffen of met gips als direct calcium nodig is.” Plaatsspecifiek bemesten tijdens het schoffelen is voor de lopende teelt, én geeft informatie voor de bepaling van de plekken voor grondmonstering en de ba- sisbemesting in volgende teelten. Die basisbemesting gaat per bed, met een strooier met vier voorraadbakken voor KAS, Patentkali, kieseriet en fosfaat.
▶GROENTEN & FRUIT | 14 augustus 2020 35
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48
