search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
WEEK 16-17 20 APRIL 2016


Emissies uit de ladingzone


De uitstoot van schepen aan de uitlaat is inmiddels steeds verder onder controle middels toepassingen van betere brandstof- fen, elektronische inspuiting, nageschakelde technieken en vele andere zaken. De uitstoot van emissies van de lading, het zogenaamde ontgassen, is bij walinstallaties wel wet- telijk geregeld, maar in de scheepvaart is hier geen duidelijke wetgeving over. Deze wetgeving is op provinciaal niveau vastge- legd, waardoor er enorme onduidelijkheden zijn voor de tankvaart en de regio’s waar nog wel op de ouderwetse manier ontgast mag worden. Ook is er door de Arbowet geen dui- delijke richtlijn vastgelegd. Er zal aangaande het ontgassen in de vrije lucht nog een ware cultuuromslag moeten plaatsvinden.


ERIK PENNEKAMP


Voorloper in het verbieden van ontgassen was de haven van Antwerpen. Sinds 2012 mogen lege tankers in het havengebied van Antwerpen niet meer op de traditione- le wijze ontgassen. In Nederland hebben met name het Havenbedrijf Rotterdam, de provincies Noord-Brabant en Zuid-Holland zich inmiddels ook al geconformeerd aan het ontgassingsverbod. Hierdoor is er een ont- gassingstoerisme ontstaan waarbij schepen die bijvoorbeeld in Antwerpen, Rotterdam of Moerdijk hebben gelost, leeg naar Zeeland va- ren, om daar op ‘traditionele’ wijze te ontgas- sen. Hiermee wordt de bevolking van Zeeland het slachtoffer van het ontbreken van landelij- ke of Europese wetgeving. Voor de provincies Gelderland, Utrecht en Noord-Holland geldt eigenlijk hetzelfde. Schepen die gelost hebben


woorden: de wetgeving verbiedt het ontgas- sen, maar heeſt vooralsnog geen alternatief voor handen waardoor de tankvaart op legale wijze van haar restdampen kan afkomen.


Een aantal jaren geleden kwam het bij het personeel op tankers van BFT Tanker Logistics (Bruinsma Freriks Transport) steeds vaker voor dat ze zich niet ‘prettig’ voelden bij het ontgassen na het lossen. Zowel voor de direc- te omgeving als voor hun eigen gezondheid; het gas dringt namelijk ook via de poriën het lichaam binnen. Op zoek naar oplossingen kwam men er bij BFT achter dat er eigenlijk geen adequate oplossing is voor dit probleem. Om problemen in de toekomst te voorkomen en vooruit te lopen op de wetgeving heeſt BFT geïnvesteerd in een partnerschap met Vaposol. BFTrans heeſt samen met dit bedrijf een techniek ontwikkeld om dampverwer- king en emissies gecontroleerd te verwer- ken. Deze zogenaamde Vaitec techniek is inmiddels operationeel. De wensen van BFT aangaande de installatie waren even simpel als noodzakelijk. Zo moest het systeem een minimaal energieverbruik hebben, eenvoudig te bedienen zijn en praktisch in onderhoud; dit alles in combinatie met een forse verwer- kingscapaciteit. Alle minerale en de meeste chemische producten kunnen met dit systeem veilig verwerkt worden. De techniek die hiervoor gebruikt is, is relatief simpel maar de soſtware om het resultaat te bewerkstelligen is behoorlijk complex.


Het systeem bestaat grofweg gezegd uit drie units. Middels een onderdruk worden de dampen uit het schip gezogen, in plaats


55


een speciale zeep die de gasmoleculen doen neerslaan. Het gas is inmiddels voor 60 tot 80 procent geneutraliseerd alvorens het in de derde unit komt. In deze unit bevindt zich een UV-systeem dat in combinatie met de specifie- ke samenstellen van een actief regenererend koolfilter de restanten damp reinigt. Nadat de gassen uit de derde unit komen, worden ze opnieuw gemeten. Het systeem heeſt de gassen voor ruim 99 procent ontdaan van schadelijke stoffen; een nog beter resultaat als aan de wal verplicht is. Afhankelijk van het geladen product en de hoeveelheid restpro- duct wat zich nog in de tanks bevindt, wordt het mengsel van waterdruppeltjes en speciale zeep aangepast. Sommige restanten zijn op- losbaar in water, zodat er geen of weinig zeep nodig is. Schepen met gecoate tanks hebben minder damp en zijn dus sneller schoon. Doordat de hoeveelheid achtergebleven product in de ladingtanks uiteindelijk de hoe- veelheid te verwerken damp bepaalt, zullen schepen met een efficiënte stripperinstallatie minder tijd en kosten hebben aan ontgassen. Een schip wat altijd hetzelfde product laadt, hoeſt normaalgesproken alleen ontgast te worden bij bijvoorbeeld een werfbeurt.


Voor de uitvoering van dit systeem heeſt BFT een nieuwe onderneming opgericht, GreenPoint Marine Services. Aan het roer van


deze onderneming staat Michiel van Eijck. Buiten de al eerder genoemde vrachtwagens, waarmee GreenPoint op locatie kan werken, wordt er op dit moment een mobiele unit voor op het water afgebouwd. Deze unit, Don Qui- chot genaamd, is hiermee een optelsom van milieuproblemen, marktwerking en toekom- stige wetgeving. De Don Quichot wordt door een duwboot naar de juiste haven gebracht, alwaar ze twee schepen tegelijk op een veilige en verantwoorde manier kan ontgassen. De capaciteit van de Don Quichot bedraagt 5000 M3 per uur. Vanwege de hoge capaciteit werkt het systeem kostefficiënt, maar in de praktijk zullen deze kosten toch een significant deel zijn van de kostprijs van transport over water. Het Havenbedrijf Rotterdam stimuleert de ontwikkelingen van het systeem met een financiële bijdrage in de ‘Start Up’ en vraagt als tegenprestatie onder meer dat GreenPoint de markt zal voorlichten over de ontgassings- technieken. De Don Quichot zal merendeels worden ingezet voor het ontgassen van bin- nenvaartschepen en zeegaande tankers, maar ook toepassingen voor landtank ontgassingen worden inmiddels besproken. Op 17 mei zal de Don Quichot opgeleverd worden en ope- rationeel zijn. In de Scheepvaartkrant zal hier dan extra aandacht aan worden geschonken. Als er een tot aalverbod komt op ontgassen, is er in ieder geval een oplossing voor handen.


in Nordrhein-Westfalen, kunnen in de afvaart, beneden Spijk, beginnen met het ontgassen. Duitsland en België verplichten de schepen om niet hun regio’s te ontgassen, waardoor Nederland, en dan met name Zeeland en Gelderland, te maken krijgen met de vervuilde emissies in veel hogere concentraties. Als de overige provincies in Nederland zich aan- sluiten bij het verbod op ontgassen, komt de tankvaart voor een enorm probleem te staan, namelijk: waar kan ik ontgassen, zodat ik een ander product kan gaan laden? Met andere


van geperst. Hiermee voorkomt men dat het ontgassen in de juiste verhouding gebeurt en wordt de veiligheid gewaarborgd. De gassen komen in de eerste unit terecht, alwaar een filter de H2S (waterstofsulfide, ook wel zwa- velwaterstof genoemd) uit de gassen filtert. Dit gas heeſt de geur van rottende eieren en is giſtig. De eerste metingen van het soſtwaresys- teem vinden hier ook plaats en de gassen worden vervolgens naar de tweede unit door- gelaten. In deze unit worden de gassen gewas- sen met een nevel van waterdruppeltjes en


OOSTENRIJK STEUNT SCHEEPSMODERNISERING Subsidie voor Donauvaarders


DÜSSELDORF Wie met zijn vrachtschip minstens tien keer per jaar over de Donau vaart, in Oostenrijk staat ingeschreven en zijn schip milieuvriendelijker wil maken, die kan bij het Oos- tenrijkse ministerie voor verkeer, innovatie en technologie (bmvit) aankloppen. Sinds 2013 loopt daar het Nationale Actieplan Donauscheepvaart. Ieder jaar wordt een geldsom beschik- baar gesteld waarmee scheepseigenaren hun schip milieuvriendelijk kunnen ombouwen. De aanvraagtermijn voor de subsidie loopt nog tot 13 mei.


JUDITH STALPERS Het ‘Förderprogramm umweltfreundliches Bin- nenschiff’ wordt afgewikkeld door via donau. Dat is het overheidsbedrijf dat verantwoordelijk is voor de waterwegen in Oostenrijk. De Oos- tenrijkse Rijkswaterstaat, als het ware. Onder- zoek binnen het ministerie laat zien dat het niet


alleen milieutechnisch voordelen biedt om een schip te moderniseren, maar dat het ook finan- cieel voordelen kan brengen. Op grond van dit onderzoek zijn de moderniseringsmaatregelen vastgelegd die voor een subsidie in aanmerking komen. Het onderzoek valt op de website van via donau te lezen. Uiteindelijk gaat het het


ministerie erom de binnenvaart voor transport aantrekkelijker te maken. Het bmvit neemt 40 procent van de kosten voor zijn rekening voor, bijvoorbeeld, milieuvriendelijke propulsie, een dubbele wand of moderne besturings- en veiligheidssystemen. De Oostenrijkse sub- sidieregeling is onderdeel van het Europese Naiades-program, het subsidieprogram voor de Europese waterwegen. Het is nu de vierde sub- sidieronde binnen het Oostenrijkse actieplan.


CALL 2016: Einddatum 13 mei 2016 Informatie is te verkrijgen bij vera.hofbauer@viadonau.org www.viadonau.org


Vlaamse steunmaatregel palletvervoer


WILLEBROEK Om palletvervoer via de binnen- vaart te stimuleren heeſt Vlaams minister van Mobiliteit, Ben Weyts, vorig jaar een steun- maatregel gelanceerd. Bedrijven die gebruik willen maken van deze subsidie hebben nog tot 4 mei de tijd om een aanvraag in te dienen.


Meer informatie is te vinden op www.wenz.be/nl/bedrijven/steunmaatrege- len/Palletvervoer of te verkrijgen via Axelle Van Laethem, tel: +323 860 63 92, email: axelle.vanlaethem@wenz.be


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62