1026 | WEEK 42-43 18 OKTOBER 2023


‘Afschaffen fossiele subsidies vooral nuttig als het de energietransitie stimuleert’


DEN HAAG Belastingvoordeel bij het gebruik van fossiele brandstof – zoals door de bin- nenvaart - is op het eerste gezicht moeilijk te rijmen met ambitieus klimaatbeleid. De discussie over fossiele subsidies is nu vooral gericht op de hoogte van potentieel misge- lopen belastinginkomsten door vrijstellin- gen of verlaagde tarieven van belastingen op energie. Daarbij blijſt de onderliggende kern- vraag onderbelicht: levert wijziging van een regeling een bijdrage aan de energietransitie en daarmee aan het klimaatbeleid? Dit con- cluderen de planbureaus PBL en CPB in een nieuwe studie die 11 oktober is verschenen.


“Vanuit klimaatperspectief is het logisch om de aandacht het eerst te richten op regelin- gen die ertoe leiden dat vervuilers onvol- doende betalen voor de klimaatschade die zij veroorzaken. Als door vrijstellingen en verla- gingen de prijs van CO2-uitstoot te laag is, is extra beprijzing van het grootste belang. Dat is het uitgangspunt van een analyse met de ‘externe-kostenbenadering’. Met deze andere manier van kijken blijkt bijvoorbeeld dat de CO2-uitstoot in de gebouwde omgeving gro- tendeels voldoende beprijsd is, maar in veel andere sectoren niet. De externe-kostenbena- dering is behulpzaam bij prioritering welke re- gelingen als eerste gewijzigd worden”, zo con- cluderen de planbureaus.


Verschillende onderzoeken zetten de bestaan- de fossiele fiscale voordelen op een rij met een ‘inventarisatiebenadering’. Daarbij hangt de hoogte van de misgelopen belastinginkom- sten sterk af van de gekozen referentietarie- ven (met welke schijf vergelijk je?) Dit zou een belangrijke oorzaak van de bestaande grote


verschillen in de gevonden bedragen – van naar schatting in totaal 40 miljard per jaar. “Onze studie laat zien dat een pure focus op het verlagen van deze bedragen ongewenste uitkomsten kan opleveren. Vanuit klimaat- perspectief is het bijvoorbeeld schadelijk om de lagere tarieven voor grootverbruikers van elektriciteit fors te verhogen, want dit remt elektrificatie die juist een hoeksteen van kli- maatbeleid is.”


Subsidies in beeld Volgens de planbureaus is het belangrijk om ook breder te kijken naar regelingen die de energietransitie remmen, doordat ze het fos- siele-energiegebruik indirect stimuleren. CPB en PBL hebben in deze nieuwe studie een overzicht gemaakt van fossiele-energie- subsidies volgens de eerdergenoemde in- ventarisatiebenadering, waarbij ook veel in- directe regelingen in kaart zijn gebracht. De planbureaus hebben deze indirecte regelin- gen niet gekwantificeerd. Het kabinet heeſt aan de hand van dit nieuwe overzicht in de Miljoenennota een schatting gemaakt van di- recte en indirecte fossiele subsidies.


Bij het afschaffen van fossiele-energiesubsi- dies is het daarnaast ook van groot belang rekening te houden met de volledige natio- nale en Europese beleidsmix. De Nederlandse planbureaus: “Zo leidt de aanscherping en uitbreiding van het emissiehandelssysteem binnen de Europese Unie tot een verdere forse terugdringing van het beprijzingstekort op ter- mijn. Daarnaast kan afschaffing van specifie- ke regelingen ook nuttig zijn als dit op kortere termijn al zorgt voor een adequatere beprij- zing van klimaatschade.”


Principe-goedkeuring voor Damens toekomstige werkboten op methanol


GORINCHEM In nauwe samenwerking met classificatiebureau Bureau Veritas heeſt scheepsbouwer Damen in principe goedkeu- ring gekregen voor de bouw van compac- te werkschepen op methanol. LNG-schepen bepalen de norm voor dit soort brandstof, maar dat heeſt geresulteerd in regels die heel anders zijn dan die voor veel kleinere vaartuigen.


“Het was duidelijk dat er een nieuwe ontwerp- benadering nodig was om de regels toepas- baar te maken voor werkboten”, stelt Damen. Door samen te werken met Bureau Veritas en later ook met de Nederlandse en Belgische vlagautoriteiten, kan Damen nu ontwerpen aanbieden voor een breed scala aan methanol- aangedreven werkboten. Deze typen variëren van sleepboten, stationaire baggerschepen en hogesnelheidsschepen tot snelle bemannings- leveranciers, loodsboten, stan-patrouilles en


snelle veerboten, naarmate de motoren voor dit soort schepen beschikbaar komen.


Veiligheidsnormen Binnen het raamwerk worden de ontwerpwijzi- gingen uiteengezet die nodig zijn om ervoor te zorgen dat de op methanol aangedreven werk- boten veiligheidsnormen hebben die minstens gelijk zijn aan hun equivalent op diesel.


Een deel van het proces bestond uit het identi- ficeren van bestaande regels die niet van toe- passing waren op kleinere schepen, zodat deze konden worden vervangen door alternatieve oplossingen, en het vervolgens identificeren en analyseren van de risico’s.


Het Damen-team had ook nog een extra doel: gestandaardiseerde oplossingen ontwikkelen die in het hele werkbotenportfolio kunnen wor- den gebruikt.


WAAR LIG JE?


Chez bouillon Chartier GÉ VAN DE ZON


Veel verandert in Parijs, maar sommige dingen blijven: de prachtige bruggen, het dansen langs de Seine, het bezoek van de Parijsenaar op zondag aan het Jardin-des- Plantes en jaar in jaar uit staat men in de rij bij bouillon Chartier. Met de respectabele leeſtijd van 120 jaar is het een van de oud- ste en origineelste bouillons van Parijs.


Bouillons waren grote eetgelegenheden met eenvoudige Franse gerechten. Oorspronkelijk begon het met soep voor de arbeiders bij Les Halles. Goed en gezond eten moest voor iedereen toegankelijk zijn. Dit hadden de broers Chartier zo bedacht, en zij waren daar niet alleen in. Er waren wel 250 bouillons in Parijs rond 1900.


Brasseries waren er ook al: dat waren eet- gelegenheden naar Elzasser stijl, met een eigen brouwerij en snelle maaltijden (zoals choucroute, zuurkool). Brasseries vond je in de buurt van de stations met treinen naar het oosten, naar de Elzas. De brasseries zijn door de jaren luxer geworden met onder meer veel fruit-de-mer - ze zijn er nog - en nog steeds valt er in Parijs choucroute te eten.


Maar waar de brasseries van eind 19de eeuw bleven bestaan, verdwenen de bouillons uit het straatbeeld tussen 1920 en 1930. Behalve… restaurant Chartier, dat als één van de weinige restaurants het bouillonka- rakter heeſt behouden, waarbij men relatief eenvoudige maaltijden kon gebruiken in een mooi interieur. En na al die jaren wordt die formule weer nieuw leven ingeblazen, want het eten bij een bouillon is populair. Zo ont- staan er in Parijs nieuwe bouillons en worden bestaande (luxere, duurdere) brasseries omgetoverd tot een bouillon.


Het is wel even zoeken naar bouillon Chartier: kom je vanaf de Rue Faubourg Montmartre, dan stap je eerst een cour (binnenplaats) over en daarna zie je pas het


De rekening.


restaurant. Maar ben je binnen, dan kun je je vergapen aan het art-nouveau interieur dat is gebleven zoals het was met houtsnijwerk, ruiten en spiegels. We zien de bolle lampen zoals we ze herkennen vanuit de schilderijen van de impressionisten.


Boven de tafels kun je je bagage kwijt in bagagerekken zoals ze ooit ook in de treinen aanwezig waren. De obers lopen af en aan in gezwinde pas met lange zwarte schorten. Het heeſt allemaal iets statigs. En als je dan de menukaart ziet is het verschil tussen het decor en de (prijzen van de) producten op de kaart enorm. Ouef mayonaise, voor een paar euro is echter ook niet meer dan ei en mayonaise. Radijsjes vooraf is een schoteltje met radijsjes. Geen plichtplegingen, geen haut-cuisine, maar goed eten voor bijzonder weinig geld.


Menig Parijzenaar en toerist weet deze plek te vinden en is bereid in de rij te wachten tot er plaats is. Reserveren is niet mogelijk, zodat iedereen een kans krijgt binnen te ko- men. De rij lijkt lang, maar er wordt efficiënt gewerkt door de obers die geen tijd verspil- len aan gezellige praatjes met de gasten. Zowel de bestelling als de rekening worden op het papieren tafelkleed uitgeschreven, gaat wel zo snel! Wil je Parijs meemaken, dan moet je deze bouillon écht eens beleven.


19


ThyssenKrupp investeert flink in Rotterdamse haven


ROTTERDAM Het Duitse staalconcern thys- senkrupp Steel Europe investeert fors in de Rotterdamse haven. Voor tientallen miljoe- nen wordt bij Ertsoverslagbedrijf Europoort CV (EECV) een nieuwe losinstallatie ge- bouwd. Met de nieuwe kraan geeſt thyssen- krupp blijk van een langetermijnvisie voor de infrastructuur in de haven.


Poserend met het goedkeuringsdocument: Herman Spilker (Bureau Veritas) en Pieter Spruijt (brandstofspecialist Damen Workboats).


Foto Damen


De losinstallatie is bedoeld voor het los- sen van brandstoffen en grondstoffen vanuit zeeschepen voor de staalfabriek. “De over- slag van kolen zal vanaf 2027 geleidelijk af- nemen, maar ijzererts blijſt nodig voor de


productie van klimaatvriendelijk staal”, zegt Heike Denecke-Arnold, COO van thyssen- krupp Steel.


Veerhaven


EECV en thyssenkrupp Veerhaven transporte- ren daarmee in de toekomst de grondstoffen voor de nieuwe DRI-fabriek die op waterstof zal gaan draaien. Met de nieuwe losinstallatie en betrouwbare vloot van duwboten blijven beide bedrijven de komende decennia zorg dragen voor een betrouwbare verbinding tus- sen de Rotterdamse haven en de toekomstige groene staalfabriek in Duisburg.


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52