Tekst: Mieke Kerkhof Illustratie: Marcel Leuning
Onvergetelijk 039
Charlot “
Gynaecoloog Mieke Kerkhof denkt terug aan een patiënt die het hante- ren van de beroepsmatige distantie tot een uitdaging maakte.
Charlot was al vroeg weduwe. Twee decennia poetste ik met enige regelmaat haar ring, die zij droeg vanwege een prolaps. Toen ik haar voor het eerst zag, dacht ik meteen aan mijn overleden peettante Cato. Charlot was namelijk haar lookalike. Altijd vrolijk, altijd iets leuks te melden en altijd kleurrijk ge- kleed. Als Charlot op mijn spreekuurlijst stond, dacht ik ‘ha gezellig’, me realise- rend dat zulks verre van professioneel was, maar ja, de dokter is ook maar een mens. Tijdens de consulten dreigden de
ringcontroles naar de achtergrond te ge- raken. Die ring, daar was het altijd goed mee, al jaren. Belangrijker was bijvoor- beeld de mededeling dat ze binnenkort tachtig werd. Ik noteerde dat dan in haar dossier, om de keer daarop foto’s van het feest te bekijken. Ik zag een trotse mater familias, omringd door een fraaie schare kinderen en kleinkinderen. Twee jaar na de dood van haar vriend
verkocht ze haar huis en huurde ze een appartement dat van alle gemakken voorzien was, inclusief een ingenieu- ze ‘douche-wc’. In geuren en kleuren vertelde ze erover. Ook over haar Pfaff naaimachine, die wel 1600 euro had gekost. Met de lockerfunctie creëerde ze ansichtkaarten, voorzien van een origi- neel logo ‘made by Charlot’. Ooit bracht ze, op een eerste lentedag,
een gebakje voor me mee. Belangstel- lend vroeg ze dikwijls hoe het met mijn bejaarde ouders was. En in de tussentijd verrichtte ik de controle. Een keer hielp ik haar met aankleden, omdat mijn spreekuur uitgelopen was. “Waar is je broekje gebleven?” vroeg ik, waarop zij gevat antwoordde, de zomerhit van Gerard Cox citerend: “In de branding, dokter.” Recent werd ik op een vrijdagmiddag
door een internist gebeld. Charlot was opgenomen en was er ernstig aan toe. Een kwaadaardige lymfkliertumor ondermijnde haar gezondheid razend- snel en ze zou binnen enkele dagen overlijden. “Ze wil dat jij afscheid komt nemen en ik adviseer je om dat vandaag nog te doen”, zei mijn collega. Toen ik haar kamer binnenkwam, strekte ze vanuit haar bed haar armen naar me
uit. Ze was blij dat ik langskwam en zag haar einde als onvermijdelijk. Moedig en sportief aanvaardde ze haar lot. Ik heb haar bedankt voor haar aanwezigheid in mijn leven. Ze was stilletjes aan een belangrijk anker geworden in mijn dok- tersbestaan. Ze gaf me een zelfgemaakte kaart die op haar nachtkastje stond, met daarop een zonsondergang afgebeeld. De felle kleuren straalden me tegemoet.
Af en toe verscheen er in mijn lange dokterscarrière een patiënt die eigenlijk gewoon een vriendin was. Charlot ver- huisde van buiten naar binnen, en daar zit ze goed, voor altijd.
Als ze op mijn spreekuurlijst stond, dacht ik ‘ha gezellig’
Iedere (para)medisch professional heeft wel een patiënt (gehad) die hij of zij nooit vergeet. U stuurde ons zoveel indrukwekkende verhalen voor deze rubriek dat we voorlopig geen nieuwe inzendingen kunnen verwerken. U hoort het als dat weer kan.
”
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84