search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
027


beroepsmatig handelen, relatie met col- lega’s, het aanzien van het vak, ethische reflectie etc. De ene regel kan strijdig zijn met een andere, of belangrijker dan andere. Om regels een optimale rol te laten


Lieke van der Scheer


‘Ervaren professional zal regels niet blind volgen’


beschikbaar voor een concrete situatie. Verder zijn er regels voor meerdere gebieden: privacy, kwaliteit van het


spelen, moet je ze op een goede manier kunnen toepassen én de juiste keuze maken over welke regel zwaarder weegt. Die morele kwaliteit kenmerkt de goede professional. We kennen allemaal het verschil tussen een beginnende en een meer ervaren professional. De beginner vaart vaak op regels, de ervarene kent enige virtuositeit in de omgang ermee. Die heeft meer oog voor de context, kan betekenis hechten aan verschillen tussen concrete situaties, zal de achterliggende bedoelingen van het handelen meewe- gen. Kortom, een ervaren professional zal regels niet blind volgen, maar steeds afstemmen op wat er voor de patiënt op het spel staat en reflecteren op haar


eigen professionele handelen daarin. In dit geval kiest de psycholoog ervoor


om niet eerst de informatieregels te vol- gen. Ze schat in dat de patiënt zo meer open zal staan voor haar psychologische interventies. Ze is zich ervan bewust dat ze bepaalde regels overtreedt, maar acht dat in het belang van de patiënt. Zo gebruikt zij haar discretionaire ruimte voor de kwaliteit van haar beroepsmatig handelen. Regelnaleving is gemakkelijk te toet-


sen, hóe iemand met de regels omgaat veel moeilijker. Daarom zijn open, inter- disciplinaire en intercollegiale gesprek- ken nodig over die morele kwaliteit van het werk, over een houding die leidt tot het maken van goede keuzes.


Lieke van der Scheer is filosoof/ethicus


logen, het NIP. Hierin staan specifieke regels over gegevensverstrekking aan derden, in aanvulling op de WGBO en AVG. Zo bepaalt de Beroepscode voor psychologen expliciet dat de patiënt van tevoren op de hoogte moet worden gesteld van het delen van gegevens met andere zorgverleners, die rechtstreeks betrokken zijn bij de behandelrelatie van de psycholoog. Over het delen van gegevens uit het EPD zegt het NIP in de handreiking voor psychologen in de zorg Omgaan met het ECD in tijden van de AVG dat psychologen naast de instelling een eigen verantwoordelijkheid hebben: de psycholoog moet persoonlijk de pa tiënt in het intakegesprek informe- ren over de gegevensuitwisseling met andere betrokken zorgverleners (welke gegevens, met wie, voor welk doel). In deze casus is de vraag of de


gz-psycholoog het belang van de goede zorg zwaarder mag laten wegen dan het belang van de privacy van de patiënt, dat de beroepscode met de informatieplicht beoogt te de beschermen. De code bevat geen specifieke regeling over de verantwoordelijkheid van een gz-


Annemarie Smilde


‘Wíe de patiënt moet informeren,


is niet bepaald’


psycholoog in de situatie, waarin naar zijn oordeel de informatieverstrekking in een eerste gesprek de zorgverlening be- lemmert. Het NIP laat zich hierover even- min uit in genoemde handreiking. In het licht van de algemene bepalingen in de beroepscode over de professionele ver- antwoordelijkheid van de psycholoog, is


het verdedigbaar dat een gz-psycholoog na een zorgvuldige belangenafweging een patiënt niet of beperkt informeert over de gegevensuitwisseling, als dat nodig is vanwege goed hulpverlenerschap. Dit is volgens de AVG én de letter van de be- roepscode toegestaan: beide bepalen dát de patiënt vooraf geïnformeerd moet zijn en niet door wie. Aan de informatieplicht wordt dus al voldaan op het moment dat de patiënt kennis heeft kunnen nemen van het privacystatement, in dit geval dat van het ziekenhuis. Bij strikte uitleg van de beroepscode


moet de psycholoog voorafgaande aan zijn beslissing om niet te informeren de beroepsvereniging dan wel een niet bij de patiënt betrokken collega consulte- ren. Dit schrijft de beroepscode voor bij afwijking van een verplichting. Uiteraard zal een gz-psycholoog altijd


in het dossier moeten noteren dat en waarom hij de patiënt in het eerste ge- sprek niet of beperkt heeft geïnformeerd over de gegevensuitwisseling.


Annemarie Smilde is senior specialist gezondheidsrecht


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84