039
Tot vorig jaar was Floris Poorte ook actief bij De Dokterswacht Friesland en bij de Dokterszorg Friesland. Beide organisaties, die beogen de huisartsen te ontlasten, hielp hij mee uitbouwen met diverse bv’s, zoals de Doktersacademie. Zelf werkt Poorte geregeld zo’n elf uur
per dag en, inclusief speciale diensten, vijf dagen per week. Hij neemt graag veel hooi op de vork, want een aantal jaar geleden liet hij zich ook nog overhalen om wedstrijdarts bij motorwedstrijden te worden. “Mijn huidige vrouw en ik bezochten als liefhebbers motorwedstrij- den in binnen- en buitenland. Zij kende veel mensen in het circuit en ik vertelde hen alleen dat ik automonteur was. Dit om een ‘overdosis’ aan ‘kwalenaanbod’ te voorkomen. Overigens waren het niet de coureurs die daarmee kwamen want die willen blijven rijden, zelfs nog, zoals ik eens meemaakte, met een afgebroken vingertop. Toen een dienstdoende arts ziek was en de wedstrijd zou worden afgelast, bood ik mij aan als arts en voor ik het wist, werd ik dat blijvend. Overi- gens heb ik er nog geen seconde spijt van gehad, het is fantastisch om te doen.” Een groot deel van zijn dagelijks
werkplezier haalt de Friese huisarts uit het contact met zijn patiënten. “Het is uiteraard anders dan het werken met auto’s. Die praten niet, zijn niet mondig, iets wat patiënten hier de laatste jaren wél steeds meer worden. Maar ik vind dat juist prettig. Vaak kun je met humor en interesse veel, maar uiteraard niet alle, gevallen een positieve wending geven. In dit beroep kun je van een he- leboel dingen ongelukkig worden. Volle spreekuren, veel visites, administratie. Maar het maakt het voor mij allemaal leuker als ik mensen beter leer kennen en zij meer worden dan die zere knie of dat ontstoken oor.” Volgens Poorte draagt ook zijn scherpe geheugen bij aan het opbouwen van een band met zijn patiënten. “Als iemand na lange tijd terugkomt in de praktijk en ik vraag hoe het nu met zijn schoonvader is, dan is de verbazing vaak groot dat ik nog weet dat we het daar een keer over hadden.”
Plezier in het werk haalt de huisarts ook uit innovaties in de zorg. “Ik ga daar ondanks mijn misschien wat hogere leeftijd graag in mee. Omdat ik laat begon in dit vak, kon ik direct goed mee met de zich steeds sneller aandienende vernieuwingen. Onze praktijk loopt er graag in voorop. Het maakt het werk interessanter als je je erin verdiept. Als kind las ik graag medische nieuwtjes. Ik ben een voorstander van de heden- daagse stelling dat we een leven lang moeten blijven leren. Onlangs heb ik een opleiding gevolgd in het opleiden van physician assistants.”
‘Heel goede praktijkmanager’ Hoewel Poorte zoals veel van zijn collega’s ook niet blij wordt van de regeldruk in de zorg, laat hij dat zijn werkplezier niet beïnvloeden. “Ik doe de administratie meestal aan het eind van de dag vanaf een uur of vijf. Dan ben ik niet voor acht uur thuis, maar dat vind ik niet erg. En mijn vrouw ook niet. Zij is ook vaak laat thuis, zij werkt in de gehandicaptenzorg.” De Friese huisarts voegt er wel aan toe dat hij daarnaast ook een ‘heel goede
praktijkmanager’ heeft die hem op regelgebied veel werk uit handen neemt. “Het geeft mij meer tijd voor de patiënt en voor de andere dingen die ik leuk vind in mijn werk.” Hoewel Poorte dus niet van ophouden
wil weten, beseft hij natuurlijk wel dat dit een keer zal moeten. “Ik ben geze- gend met een goede gezondheid en ik ben nog geregistreerd tot en met mijn zeventigste. Zoals het nu is, denk ik me ook daarna weer te registreren, er is nog geen opvolger in beeld. Maar ik wil in ieder geval wel wat gaan afbouwen.” Dat wil de voormalig automonteur
mede omdat hij wel weer wat meer tijd voor zijn andere grote passie wil. “Ik heb thuis inmiddels een aardig wagenpark met klassiekers waaronder Matra’s en een Ford A uit 1930. Mijn vrouw zegt dat ik die ‘meuk’ eens weg moet doen, maar ik droom er stiekem weleens van dat ik een aantal van die stilstaande oudjes toch weer aan de praat krijg.”
Floris Poorte is een van de artsen die een rol spelen in het boek Beste Praktijken van onderzoeker Wilma Wolf (zie pagina 8).
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98 |
Page 99 |
Page 100