search.noResults

search.searching

dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
ZUURDESEM- STARTER VOOR ZUURDESEMBROOD


1 STUK 5 MIN. +6 DAGEN WACHTTIJD


• 7 x 50 g volkorenmeel • 7 x 50 ml lauw kraanwater • glazen of plastic pot (1 liter) • vershoudfolie • (digitale) weegschaal


1 Weeg de pot en zet het gewicht erop, bijvoorbeeld door middel van een sticker of een touwtje met een papieren kaartje. Dan kun je bij het bakken van het brood snel zien hoeveel starter je nog over hebt. Doe 50 g meel in de pot en meng er met een schone lepel 50 g lauw water door. Zorg dat je geen klontjes hebt. Dek de pot losjes af met vershoudfolie en zet op een behaaglijke, tocht- en zonvrije plek, zoals een keuken-, voorraad- of gangkast. 2 Meng de volgende dag 50 g meel met 50 g lauw water. Zorg dat je geen klontjes hebt. Dit mengsel is de dagelijkse voeding. Roer het goed door de eerste portie van je starter. Zet de pot weer losjes afgedekt met vershoudfolie op de behaaglijke plek. Herhaal deze stap 5 dagen met telkens 50 g meel en 50 g lauw water. 3 Na 2-3 dagen verschijnen er luchtbel- letjes en begint het mengsel wat zurig te ruiken. Er kan ook een laagje grijzig water op de starter ontstaan. Roer dit goed door voor je weer een portie voeding toevoegt. Is je starter klaar? Bewaar ’m op de behaaglijke plek als je ’m een paar keer per week wilt gebruiken. Gebruik ’m anders afgedekt in de koelkast. TIP Houd er rekening mee dat je de starter, ongeacht waar je deze bewaart, dagelijks moet voeden om ’m in leven te houden. Voeden doe je door gelijke delen water en meel te mengen en toe te voegen zoals in het recept beschreven. De pot mag niet meer dan ¾ gevuld zijn. De starter is actief en kan uitzetten en inzakken. Daar is ruimte voor nodig. Dus raakt je pot na deze eerste week voeden te vol, roer hem dan vóór een volgen- de voeding goed door en haal er een gedeelte uit.


ZUURDESEMBROOD


BIJGERECHT 1 STUK 1 UUR EN 30 MIN. +24 UUR WACHTTIJD +40 MIN. OVENTIJD LACTOSEVRIJ


• 200 g zuurdesemstarter


• 550 g patent tarwebloem + extra om te bestuiven


• 300 ml koud kraanwater • 15 g zout • 10 g fijne kristalsuiker • arachideolie om in te vetten • 2 mengkommen • deegschraper • rijsmand • ovenbestendige gietijzeren braadpan • bakpapier


1 Meng de starter in een kom met 50 g bloem en 50 g water en laat 4-7 uur losjes afge dekt met vershoudfolie op het aanrecht staan. Gebruik de starter op het moment dat hij het meest actief is: als hij flink in volume is gegroeid en er veel bubbels in zitten. 2 Meng de starter in een mengkom met de rest van de bloem, de rest van het water, het zout en de suiker. Schraap het deeg met de schraper uit de kom op een schoon werkblad. Kneed het in 10-15 min. elastisch door het met je handpalmen steeds van je af te duwen en weer terug te halen. De structuur van het deeg verandert tijdens het kneden. Voeg geen extra bloem toe. Het deeg kan een beetje plakkerig blijven. 3 Vet de andere mengkom helemaal in. Zo blijft het deeg na het rijzen niet plakken en haal je het er beter uit. Leg het deeg met de schraper in de kom. Dek losjes af met vershoudfolie en laat 4 uur op een behaag- lijke, tocht- en zonvrije plek rijzen. Het deeg zal rijzen, maar niet in volume verdubbelen. 4 Bestuif de rijsmand royaal met bloem. Zo blijft het deeg na het rijzen niet plakken. Neem het deeg uit de kom en leg op een licht met bloem bestoven werkblad. Duw het in het midden een beetje in, trek de bovenste kant een stukje van je af en vouw naar binnen over het deeg. Draai het deeg een kwartslag en herhaal de handeling totdat je het hele deeg hebt gedaan en dit goed blijft zitten. Keer het deeg en vorm met je handen verder tot een strakke, gladde en ronde bol. Leg met de naad naar


boven in de rijsmand en bestrooi licht met bloem. Dek losjes af met vershoudfolie en zet 12 uur in de koelkast. 5 Neem het deeg 1 uur voordat je de oven voorverwarmt uit de koelkast en laat in de rijsmand op kamertemperatuur komen. 6 Zet de lege braadpan in de oven en verwarm de oven voor op 230 °C. Haal de pan eruit als de oven op temperatuur is. Stort het deeg voorzichtig op een vel bakpapier. Maak er met een scherp mesje 1 grote of 2-3 kleine inkepingen in. Leg het deeg met het bakpapier voorzichtig in de braadpan en doe hier de deksel op. 7 Bak het brood in de oven in 35-40 min. goudbruin en gaar. Neem na 20 min. de deksel van de pan. Het brood is klaar als het hol klinkt als je op de onderkant klopt. Neem het brood uit de oven en laat 1 uur afkoelen op een rooster. Snijd het pas aan als het lauwwarm of op kamer temperatuur is. TIP Geen gietijzeren braadpan met deksel? Verwarm een bakplaat of pizza- steen 30 min. mee met het opwarmen van de oven. Gebruik in beide gevallen ook bak papier. En doe wat ijsblokjes of een beetje water in een vuurvaste oven- schaal en zet deze onder in de oven als je het brood gaat bakken. Dit zorgt voor stoom en geeft je brood een extra boost. TIP Geen rijsmand? Bestrooi een schone theedoek (gewassen zonder wasver- zachter) royaal met bloem en leg die in een kom of schaal.


BEVAT p.st. 2465 kcal • 82 g eiwit • 23 g vet, waarvan 5 g verz. • 468 g koolhydraten, waarvan 23 g suikers • 14.7 g zout • 30 g vezels • Prijs p.st. € 0.50


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92  |  Page 93  |  Page 94  |  Page 95  |  Page 96  |  Page 97  |  Page 98  |  Page 99  |  Page 100  |  Page 101  |  Page 102  |  Page 103  |  Page 104  |  Page 105  |  Page 106  |  Page 107  |  Page 108  |  Page 109  |  Page 110  |  Page 111  |  Page 112  |  Page 113  |  Page 114  |  Page 115  |  Page 116  |  Page 117  |  Page 118  |  Page 119  |  Page 120  |  Page 121  |  Page 122  |  Page 123  |  Page 124  |  Page 125  |  Page 126  |  Page 127  |  Page 128  |  Page 129  |  Page 130  |  Page 131  |  Page 132  |  Page 133  |  Page 134  |  Page 135  |  Page 136  |  Page 137  |  Page 138  |  Page 139  |  Page 140  |  Page 141  |  Page 142  |  Page 143