This page contains a Flash digital edition of a book.
857 | WEEK 16-17 19 APRIL 2017


Met zonnepanelen aan boord draait het aggregaat minder


NIJMEGEN Een lager brandstofverbruik en hierdoor een lagere CO2-uitstoot. Met zonne- panelen aan boord hoeſt uw aggregaat min- der, of zelfs helemaal niet meer te draaien. Het Nijmeegse Lerta Techniek van schippers- zoon John Janssen is specialist op het ge- bied van solartechniek in de binnenvaart.


Het hebben van voldoende ruimte voor zon- nepanelen aan boord wordt steeds minder een probleem. Lerta levert inmiddels high po- wer panelen (1046 x 1559 x 46 mm) met een piekvermogen van 345W. Deze panelen leve- ren 30 procent meer energie per vierkante me- ter dan de gangbare panelen. Dit betekent dat in de meest gunstige positie en instraling van de zon het paneel 345 Watt energie levert, in één uur is dat 0,345 kWh. Ook zijn er kleinere panelen (1060 x 540 x 3mm) van slechts drie millimeter dik met een vermogen van 100W.


Afhankelijk van de weersomstandigheden en de situatie aan boord blijken twee zonnepane- len meestal voldoende om het verbruik voor een weekend aan boord op te vangen. Een tafelmodelkoelkast verbruikt bijvoorbeeld 0,48 kWh per dag, een ankerlicht 24 uur laten branden kost 0,6 kWh.


De zonnepanelen zijn vanwege de vuilaf- stotende en anti-reflecterende coating on- derhoudsarm. Lerta Techniek installeert het zonnepanelensysteem kant-en-klaar in heel Nederland. Het systeem is later altijd uit te breiden met meer panelen.


Bewustwording Naast zonnepanelen levert Lerta Techniek ook nog andere brandstofbesparende en uitstootverlagende oplossingen voor aan boord van binnenvaartschepen. Zoals drie fasen omvormersystemen welke


59


Een 1962 Wp solar installatie aan boord van het Duitse motorschip Julia.


aangevuld met een dynamo een grote brandstofbesparing kunnen opleveren. Ook brengt Lerta Techniek bestaande in- stallaties in kaart en installeert het com- pleet nieuwe installaties. “Verder plaatsen we steeds vaker PLC-systemen waarmee de klant de elektrische installatie niet al- leen met het touchscreen in het stuurhuis kan bedienen, maar ook via een tablet”, vertelt Janssen. “Hiermee ligt het energie- verbruik altijd onder handbereik. Dat zorgt voor bewustwording en daarmee voor het besparen van energie. Een voorbeeld hier- van vaart in Rotterdam. Op de bunkerboot SBH 1 van SBH Heijmen hebben wij de


hele elektrische installatie vervangen en voorzien van PLC-besturing”.


Ook installeert Lerta Techniek steeds vaker LED-verlichting. “De prijzen hiervan zijn de laatste jaren fors gedaald en zijn inmiddels een betaalbaar alternatief voor de conventionele gloei- en fluorescentielampen”.


Meer informatie over Lerta Techniek is te vinden op www.lerta.nl. Ook geeſt John Janssen u graag meer informatie. Daarvoor kunt u bellen met 024-20 223 20 of mailen met info@lerta.nl.


Stef Hubers


Het verschil tussen theoretisch schoon en in de praktijk schoon is een kloof die, naar mijn idee, nog gedicht moet worden door de overheid en de branche zelf


hebben dit uitgewezen. Bij deze motoren zak- ten de NOx (stikstofoxiden) waarden sterk, maar ook de CO (Koolmonoxide) en de CO2 (Kooldioxide) waarden werden duidelijk beter, terwijl de PM 10 (fijnstof) waarden met ruim 50 procent verminderd werd. De karakteristie- ke stank van onverbrande gasolie verdwijnt eveneens”.


en PM 10 waarden sterk omlaag en wordt ook het brandstofverbruik wat beter. Deze moto- ren, zonder milieu- of CCR-certificaat, heb- ben allemaal vrij makkelijk de Stage III A norm gehaald”.


“Een oudere motor zonder milieucertificaat, kun je aanpassen op nieuwe eisen middels schonere brandstof, door bijvoorbeeld de ti- ming aan te passen. Hier hebben we ook al goede resultaten behaald met langzaam lo- pende en snellopende motoren in combina- tie met GTL. Door aanpassen van de timing (GTL heeſt een andere verbranding karakteris- tiek als EN590) gaan hier ook de NOx,


CO2, CO


“Bij schepen met motoren die op deze brand- stof draaiden kwamen we er door onderzoek en metingen achter dat de verbrandingsruim- ten en kleppen (veel koolopbouw boven de zuigers en op de kleppen) na 600 uur draai- en weer grotendeels schoon waren. De stand- tijden met betrekking tot revisie en ook van


smeerolieverversingen worden groter door gebruik van GTL”. Het is dus mogelijk voor een schip met een CCR 1 om zonder problemen de Stage IIIA norm te halen. “In de praktijk is het zo dat we vooraf een nulmeting doen met EN590 ULS Diesel, om de conditie van de mo- tor te bepalen. Als de motor technisch OK is, gaat deze over op GTL, en meten we na twee tot drie weken opnieuw. Als uit deze meting blijkt dat de motor binnen de huidige mili- eunorm valt, volgt er een officiële meting door een onafhankelijke organisatie, zoals SGS”.


Wenselijk Met het verkregen meetrapport kan de bin- nenvaartondernemer bijvoorbeeld een Green Award aanvragen. “Het zou wenselijk zijn in de toekomst, als je in combinatie met ‘On Board Monitoring’ , een milieucertificaat Stage III A zou kunnen verkrijgen”, aldus Hubers. “Bijkomend voordeel is zeker ook de reduc- tie van geluid met twee tot drie DB. En ook de trillingen verminderen. Dit heeſt een ander be- drijf, wat zich in trillings- en geluidsreductie heeſt gespecialiseerd, vastgesteld”.


Additives Ook bestaan er premium brandstoffen met


additives. Hier zijn volgens Hubers nog onvol- doende meetgegevens van bekend om er een duidelijk beeld van te vormen. “Met deze ad- ditives verhoog je echter de ontbrandingstem- peratuur. Deze verhogen weer de NOx


van CO (koolmonoxide) door een onvolledi- ge verbranding. “Deze koolmonoxide komt bij inademing in je bloedbaan en verdrijſt de rode bloedlichaampjes, waardoor je een zuur- stofgebrek kunt krijgen en zelfs zou kunnen overlijden. Deze schepen stoten dus giſtige dampen uit, doordat de motoren niet opti- maal afgesteld staan. Voor deze binnenvaart- ondernemers, maar ook zeker voor machine- fabrieken, ligt dus letterlijk en figuurlijk nog een schone taak te wachten”.


waardes,


wat weer een negatieve uitwerking heeſt op de emissies. Ook bestaan deze additives vaak uit toxische elementen, die schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid. Ook kun je de uitstoot verlagen door bijvoorbeeld het plaatsen van een katalysator, en de milieunorm halen van 2020. In combinatie met bijvoorbeeld GTL le- vert dit helemaal mooie cijfers op. Dat zijn in- vesteringen die nog te behappen zijn voor de Europese binnenvaart”.


Tegenstrijdigheid Volgens Hubers komt het regelmatig voor dat sommige schepen op papier schoon zijn, maar in de praktijk juist vervuilend. En ook anders- om komt veelvuldig voor. “Hier houden de au- toriteiten en havenbedrijven bijvoorbeeld nog onvoldoende rekening mee, als het op papier uiteindelijk maar klopt”.


Giſtige dampen Wat Hubers verder is opgevallen, is dat veel schepen een veel te hoge uitstoot hebben


Carbon Footprint “Middels metingen volgens het protocol heb- ben we vastgesteld dat we nog veel kunnen bereiken. Waarschijnlijk kunnen we met het optimaliseren van de dieselmotor en het toe- passen van de juiste brandstof een veel scho- nere ‘Carbon Footprint’ achterlaten, dan we nu doen. Door de Stage III A normering zou- den de motoren schoon moeten zijn, maar in de praktijk is dat niet altijd waarneembaar. Oudere motoren kunnen door gebruik van de juiste brandstof of nageschakelde tech- nieken ook zeer grote stappen maken. De Nederlandse binnenvaart voldoet aan de huidige wetgeving en door verschillende ini- tiatieven uit de branche zelf, loopt ze daar- op zelfs vooruit. De branche zou eerlijker be- handeld worden als er een certificaat wordt afgegeven door middel van het meten van de emissies in de praktijk in plaats van het tes- ten op een proefstand. De wens om schoner te worden is niet alleen van belang voor het milieu, maar zeker ook voor de binnenvaar- tondernemer”, benadrukt Hubers. “Door het behalen van een ‘Green Award’, kan men kor- ting krijgen op bijvoorbeeld het havengeld. Door het toepassen van de juiste brandstof, kan men besparen op onderhoudskosten en tevens het milieu dienen. De keuzes om de emissies te verlagen zijn net zo divers als de Europese binnenvaart. Het verschil tussen theoretisch schoon en in de praktijk schoon is een kloof die, naar mijn idee, nog gedicht moet worden door de overheid en de bran- che zelf”, besluit Stef Hubers.


Lerta Techniek installeerde op het ms Metanoia zeven panelen van 300 Wp en twee van 200 Wp. Ook werd de tractiebat- terij vervangen en een drie-fasen omvor- mersysteem van 3 x 5000 VA(W) toegepast. De accu is uitgerust met een monitorings- systeem dat de conditie van de accu meet. Ook werden onder meer zonnepanelen ge- plaatst op de zandzuiger Cilinka.


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60