search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Cono en A-ware zetten ook in op duurzaam


Naast de drie keurmerken die in tabel 1 wor- den vergeleken, zijn ook andere zuivelver- werkers met duurzaamheidsprogramma’s bezig. Bij Cono doet 93 procent van de melk- veebedrijven mee aan het Caring Dairy-pro- gramma. Dit programma heeft 18 indicatoren waarop de veehouders premie kunnen ver- dienen, voor ‘blije koeien, meer gras en een beter milieu’. Per indicator kan 0,05 cent per kg melk verdiend worden, met een maximum van 0,75 cent per kg melk. Dit komt boven op


de weidepremie en deelnamepremie, samen goed voor 2,75 cent. De veehouder kan zo maximaal 3,5 cent extra krijgen. In 2018 kwam ook A-ware, in samenwerking met Albert Heijn, met een duurzaamheidspro- gramma. Dit programma telt zo’n dertig voor- waarden in de thema’s koe, natuur en boer. Momenteel leveren 300 melkveehouders aan de AH-‘Beter voor koe, natuur & boer ’-zuivel- lijn en krijgen voor hun melk een plus van 3 cent per kg melk. De totale vergoeding


bestaat verder uit een premie voor kwaliteit, duurzaamheid en een weidepremie. Samen met de 3 cent van AH krijgen de melkveehou- ders 5,25 cent extra en bij 1,1 miljoen kg melk komt er een kwantumtoeslag van 1,36 bij.


de melkveehouders over die ook op het topniveau mee kunnen doen. Die 10 procent komt neer op ongeveer 1700 boeren, dus we kunnen de PlanetProof-melkstroom in principe nog verdrievoudigen.’


Indicatie van investering Wat het voor een gangbare melkveehouder kost om voor een duurzaam keurmerk te kunnen leveren, is volgens Hans Scholte, sectorleider melkvee en adviseur bij Flynth, erg afhankelij k van de huidige bedrij fsvoering. ‘Zo is het voor een extensieve boer makkelij ker om aan de eiwit- van-eigen-landeisen te voldoen dan voor een intensieve boer, terwij l een intensieve melkveehouder soms makke- lij ker een lagere broeikasgasuitstoot realiseert.’ Om toch een indicatie te geven rekent Scholte een voor- beeld uit voor een potentiële investering. ‘Een boer die nu 110 koeien heeft, met ruimte voor 100 koeien, mag voor een keurmerk geen overbezetting meer hebben. Hiervoor zij n twee aanpassingen mogelij k. Of tien koei- en verkopen of de stal uitbreiden.’ Als een koe een saldo oplevert van bij voorbeeld 1800 euro bij een productie van 9000 liter, verlies je volgens Scholte met het inleve- ren van tien koeien zo’n 18.000 euro saldo. Maar uitbrei- den kost natuurlij k ook geld. ‘Voor staluitbreiding ben je per koeplaats al gauw zo’n 5000 tot 10.000 euro kwij t, waarbij je moet rekenen op zo’n 10 procent jaarkosten. Afhankelij k van hoe hoog de melkproductie is, kost dat tussen de zes en tien cent per liter melk.’


Twee vliegen in één klap De algemene kosten zij n dus lastig in te schatten, maar volgens Scholte zij n er ook hogere opbrengsten te berei- ken. ‘Natuurlij k is die meerprij s een prettige meevaller. Zo krij g je bij PlanetProof 1 à 2 cent extra, boven op de weidepremie van 1,5 cent.’ Bij het Beter Leven-keurmerk wordt gesproken over 11 cent meer voor een pak melk dan gangbare melk in de supermarkt, waarvan 6 cent ten goede komt aan de boer. Maar niet alleen de melkprij s is fi nancieel gezien interes- sant, de manier van boeren kan ook wat opleveren, denkt Scholte. ‘Productie-effi ciëntie en veel eiwit van eigen land leverden 25 jaar geleden ook al wat op, maar nu vang je er ook nog een meerprij s voor. Eigenlij k sla je daarmee twee vliegen in één klap.’


Het is dus niet zo dat het alleen maar geld kost om aan sommige eisen te voldoen. Volgens Beldman is het daar-


veeteelt MEI 2 2019 9


naast zo dat nieuwe stallen vaak al voldoen aan de 32 stalinrichtingeisen van het Beter Leven-keurmerk dank- zij de Maatlat Duurzame Veehouderij . ‘Afhankelij k van je uitgangspunt kan het zij n dat je aan veel eisen toch al voldoet ’, zegt Beldman. ‘In die gevallen is zo’n keurmerk ook een beloning en waardering voor iets waar boeren toch al energie in steken.’


Keuzevrijheid binnen eisen De duurzame zuivelmarkt blij ft in ontwikkeling. Dat is nu al te zien aan de aanvullende eisen bij het keurmerk Biologisch. Om naast de duurzame keurmerken nog onderscheidend te blij ven, zij n een aantal zuivelorgani- saties in de biologische zuivelsector gestart met aanvul- lende eisen. ‘Die ontwikkeling is natuurlij k niet voor niets, de duurzame keurmerken gaan al steeds meer richting biologisch. Daarom kun je verwachten dat in de komende jaren bij PlanetProof en Beter Leven ook de eisen worden aangescherpt’, schat Beldman in. Ook Scholte verwacht dat het hier niet ophoudt en dat levert toch enige argwaan op bij melkveehouders. De meeste zorgen liggen volgens de adviseur toch in de eisen zelf. ‘Die eisen voelen als een verplichting en alsof vrij heid wordt afgenomen. Maar binnen de eisen is er nog veel keuzevrij heid.’ Volgens Scholte blij ft het be- langrij k om te kij ken vanuit je eigen positie en wat er mogelij k is. ‘Kij k naar waar je als veehouder naartoe wilt boeren en welk duurzaam keurmerk of programma daar het beste bij past.’ l


Samenvatting


– De ontwikkeling van duurzame zuivelstromen komt voornamelijk vanuit concurrentieoogpunt van de supermarkten.


– De duurzame keurmerken (On the way to PlanetProof, Beter Leven en Biologisch) en duurzaamheidsprogramma’s (A-ware en Cono) verschillen weinig in thema’s.


– De eisen waaraan een veehouder moet voldoen voor een bepaald keurmerk, zijn wel verschillend.


– De eisen zullen komende jaren scherper worden , zoals nu al te zien is bij de biologische sector, die in 2020 met aanvullende eisen start.


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66