BEDRIJFSREPORTAGE LUGTENBERG
De koeien liepen eind april al dag en nacht buiten
noemde onze koeien “lekker simpel en compact”.’ Het mrij-ras past bovendien bij de strategie van extensivering die Tom en Ellis de afgelopen jaren hebben ingezet. ‘We zijn met een extensief ras intensief aan het boeren ge- weest. Zo’n hoge productie per hectare vinden sommige veehouders leuk, maar de stress die erbij hoort – is m’n mestafzet geregeld, heb ik genoeg voer? – is niks voor mij. Een extensieve bedrijfsvoering zorgt ervoor dat we minder afhankelijk zijn van andere partijen.’
‘De stropdas zit strak om’
De afgelopen jaren investeerden de Overijsselse melkvee- houders daarom fors in grond. In vijf jaar tijd kwam er dertig hectare bij. Nu hebben ze ongeveer honderd hec- tare in gebruik. Dat had grote gevolgen voor de financie- ringslasten. ‘De stropdas zit strak om’, zo omschrijft Tom het. ‘De lasten per liter melk zijn flink toegenomen. Dat is onze uitdaging voor de komende twintig jaar.’ Elk jaar stelt Tom, die een aantal jaar als agrarisch advi- seur bij een bank werkte voordat hij volledig in het be- drijf stapte, een spreadsheet op met de financiële plan- ning voor dat jaar. De ondernemers schuwen daarbij het nemen van onorthodoxe maatregelen niet. Zo hielden ze in het boekjaar 2016-2017 bijna een jaar lang geen jong- vee aan om extra inkomen te genereren. ‘Zo konden we meer koeien melken en extra veel nuchtere kalveren verkopen. Dat bracht geld in het laatje. De keerzijde is wel dat er dit jaar nauwelijks vaarzen instromen. Het vervangingspercentage moet dit jaar uitkomen op acht procent. We moeten dus heel zuinig zijn op onze koeien.’ Het noodgedwongen lang aanhouden van koeien zorgt ervoor dat de gemiddelde leeftijd van de veestapel met vijf jaar en negen maanden relatief hoog is. Ook de dagelijkse melkproductie ligt door het hoge aandeel oude koeien met 22,5 kg melk per koe twee kilo hoger dan een jaar geleden. De tussenkalftijd loopt juist op: van 365 dagen in de afgelopen jaren naar een voorspelde 380 dagen.
Saldo zes euro hoger Net als de bedrijfskengetallen houden Tom en Ellis ook de kostprijs scherp in de gaten. Zo lag het saldo melkvee over 2017 op 34,56 euro per 100 kg melk, ruim zes euro
14 veeteelt MEI 2 2019
boven het gemiddelde saldo van de bij hun accountants- kantoor aangesloten melkveebedrijven en ruim drie euro boven het gemiddelde saldo van de 25 procent beste bedrijven.
Dat voordeel halen ze onder meer uit de melkopbreng- sten. Dankzij het hoge eiwitpercentage – afgelopen jaar leverden ze melk met gemiddeld 3,78 procent eiwit aan de fabriek – kregen de mrij-fokkers 2 cent per kilogram melk meer voor hun melk dan de gemiddelde melkvee- houder. Ook de omzet en aanwas lag met 5,52 euro per 100 kg melk beduidend hoger dan gemiddeld. Dat is on- der meer te danken aan het forse gebruik van witblauw- stieren. Elk jaar insemineert Tom 45 dieren met een mrij- stier. De andere dieren krijgen een witblauwstier als partner. ‘En bij het gros van de koeien gebruik ik dan ook nog een blauwe stier uit het luxe segment, zoals Magistrat of Resistant. Dat verschil zie ik echt terug in de kalveren.’
Liefst honderd procent mrij De fokkerijstrategie houden de melkveehouders bewust simpel. Om de emotie en de waan van de dag uit te slui- ten bepalen ze op een vast moment in het jaar de stier- keus voor elke koe. Dit jaar zetten ze de mrij-stieren Ber- nard, Tukker en Koen in. ‘Ik wil in ieder geval een plus voor eiwit. Stieren kunnen nog zo goed zijn, maar als ze geen plus voor eiwit hebben, laat ik ze links liggen’, geeft Tom aan. Ook beenwerk en kruisligging zijn kenmerken die de fokker nauwlettend in de gaten houdt. En het liefst selecteert hij stieren met een 100 procent mrij-bloedvoe- ring. ‘Maar dat wordt steeds lastiger, ook omdat de bloed- voering op de stierenkaart ontbreekt’, geeft Tom aan. De mrij-fokker heeft inmiddels wel zijn koeien laten ge- notyperen. ‘Voor het goede doel’, lacht hij. ‘Als er meer gegevens zijn, kunnen we straks bij mrij ook met geno- mic selection aan de slag. Al ben ik wel bang dat koeien met een paar procent holsteinbloed dan bovenaan ko- men. Daar moeten we wel op letten.’ Zo gek als Lugtenberg is met koeien, zo’n hekel heeft hij aan machines. Vrijwel al het landwerk besteedt hij daar- om uit aan de loonwerker. Alleen het schudden en kunst- mest strooien neemt de ondernemer voor eigen rekening. De post loonwerkkosten ligt met 4,39 euro per 100 kg
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66