duurzamezuivellabels
komt dus niet zozeer vanuit de consument, maar des te meer vanuit supermarkten die met elkaar concurreren. Zo begon Albert Heijn met het exclusief aanbieden van duurzame zuivel van A-ware en heeft Jumbo momenteel alleenrecht op 1 ster Beter Leven-melk. De verschillen tussen de duurzamezuivelmerken zijn naar Beldmans idee niet heel groot, maar dat is volgens hem ook niet heel gek. ‘Ze richten zich eigenlijk allemaal op biodiver- siteit, dierenwelzijn en klimaat. En dat zijn ook precies de thema’s die spelen op het moment.’
PlanetProof is prestatiegericht In tabel 1 op pagina 8 staan de drie officiële keurmer- ken, On the way to PlanetProof, Beter Leven en Biolo- gisch, op een rij. Hierin staat een selectie van de verschil- lende eisen, om een idee te geven van de verschillende thema’s en criteria. Een selectie was nodig, aangezien er alleen al voor het Beter Leven-keurmerk 196 eisen zijn op 32 pagina’s aan tabellen. PlanetProof doet het met 18 pagina’s iets rustiger aan.
Toch zijn de eisen op veel thema’s min of meer gelijk. De invulling van de eisen is wel verschillend. Zo laat het
PlanetProof-keurmerk veel over aan de boer. Om in aanmerking te komen voor dat keurmerk zijn er alge- mene eisen en basisnormen. Daarbovenop kan de vee- houder zelf kiezen op welke thema’s hij of zij een topni- veau kan bereiken. De manier waarop de veehouder de doelen bereikt, kan hij zelf invullen. ‘Het PlanetProof- keurmerk is een prestatiegericht keurmerk. Bij Beter Leven 1 ster worden meer middelvoorschriften ge- bruikt’, legt Beldman uit. ‘Dat wil zeggen dat de eisen voor het keurmerk middelen zijn waarmee een bepaalde prestatie bereikt wordt.’
In de praktijk komt het erop neer dat voor het Planet- Proof-keurmerk een doel wordt gesteld waaraan veehou- ders aantoonbaar moeten voldoen en dat voor Beter Leven-maatregelen worden vereist die bijdragen aan het behalen van een doel. Zo gelden er voor het Beter Leven- keurmerk 21 eisen in het kader van diergezondheid, zoals een vaste veearts, een aparte stalruimte voor zieke dieren en minimaal eenmaal per jaar klauwverzorging voor elk dier en bij klauwinfectie. Voor het PlanetProof- keurmerk zijn er in het diergezondheidsthema zes eisen, waaronder minimaal een gemiddelde levensduur van
veeteelt MEI 2 2019 7
Alle duurzame zuivelkeurmerken stimuleren zoveel mogelijk weidegang
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66