Jubilerende GD heeft internationale ambitie


Samenwerken en vertrouwen staan aan de basis van het honderdjarig bestaan van de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD). Het zijn nog altijd de kernwaarden van GD volgens de algemeen directeur Ynte Schukken. Inmiddels zijn er wel internationale ambities. ‘We kijken naar vergaande samenwerking of eventuele overnames in het buitenland.’ TEKST JAAP VAN DER KNAAP


E


en uur en veertig minuten. Dat is het strakke tijdpad waaraan Ge- zondheidsdienst voor Dieren (GD) in Deventer zich exact moet houden voor het bezoek van koning Willem Alexander. Twee dagen voor het koninklijke bezoek heeft algemeen directeur Ynte Schukken van GD zijn welkomstspeech nagenoeg klaar: op de uitgeprinte versie op de hoek van de tafel zijn enkele woorden oranje gearceerd en staan nog een paar handge- schreven kriebels.


‘Ik moet de speech vanavond nog even hardop oefenen om te bekijken of ie niet te lang is’, zo wijst Schukken naar de notities. ‘Het is ongekend hoeveel energie er bij de voorbereidingen van zo’n koninklijk be- zoek vrijkomt bij onze medewerkers. Dat is fantastisch om te merken, iedereen is enorm trots op onze organisatie.’


De koning komt ter ere van het honderdjarig bestaan van GD. Waar gaat uw welkomstspeech over? ‘In mijn welkomstwoord meld ik dat GD al sinds de start in 1919 werkt op basis van samenwerking en vertrouwen. Destijds stelden Friese bestuurders van zuivelfabrie- ken en het Fries-Hollandse stamboek dat het uitbannen van rundertuberculose posi- tief zou zijn voor de boeren, voor de ver- koop van vee en zuivelproducten en de volksgezondheid.’ ‘In zeven voorwaarden beschreven ze hoe een gezamenlijke organisatie eruit zou


moeten zien om de bestrijding op te pak- ken. Daarmee legden ze het fundament voor de huidige GD. De samenwerking ging van start, omdat beide partijen het nut zagen van de aanpak van dierziekten. Het is nog steeds de basis van GD: samenwerken om draagvlak en vertrouwen te creëren voor gezamenlijke dierziektebestrijding.’


Dierziekten aanpakken is toch vanzelfsprekend?


’Dat is minder gangbaar dan je denkt. Ik heb vijftien jaar in de VS gewerkt, waar er veel minder coöperatief wordt gedacht. Samen met een team, een soort mini-GD, werkten we aan het verbeteren van de melkkwaliteit. Daar stond vooral de aan- dacht voor de individuele boer met een mindere melkkwaliteit centraal. Er werd veel minder in het collectieve belang ge- dacht. Juist dat collectieve denken dat de hele sector er qua afzet en imago beter van wordt wanneer de gezondheidsstatus op een hoger plan ligt, maakt Nederland uniek.’


Collectief dierziekten bestrijden zorgt regelmatig voor discussie. ‘Dat klopt, het is vaak wel een maatje inge- wikkelder. Maar het gaat om het langeter- mijnperspectief. Zeker bij infectieziekten ben je nergens als je de bestrijding niet collectief aanpakt. Nederland is voorloper bij het gezamenlijk aanpakken van dier- ziekten.’


In België en Duitsland zijn ze toch al veel verder met de aanpak van ibr en bvd?


‘Bij ibr en bvd zijn sommige landen inder- daad verder, maar we lopen hier ontzettend voorop bij de bestrijding van para-tbc en salmonella. Het kan bij sommige dierziek- ten nog beter, maar ik zou ons over alle dierziekten heen wel een rapportcijfer 8 willen geven.’


‘Goede diergezondheid geeft een license to produce in ons eigen land, maar draagt ook bij aan ons imago in het buitenland. Als we melkpoeder in China willen verkopen met mooie plaatjes van weidegang, dan horen daar ook gezonde koeien bij.’


Zou de overheid niet beter een leidende rol kunnen krijgen door be- strijdingsprogramma’s te verplichten? ‘Verplichten door de overheid zal wellicht sneller zorgen voor een vrije status, maar werkt wel demotiverend in de onderne- mersvrijheid. Wanneer je het zelf als sector kunt regelen en organiseren, dan is dat alleen maar mooi. Al kan het soms nodig zijn dat de overheid een rol krijgt.’ ‘Zelf aan de slag geldt ook voor ziekten die nu tussen wal en schip raken: vanuit de overheid is bestrijding niet verplicht, maar ze kunnen wel voor forse schade zorgen. Neem de mycoplasma-uitbraak in Nieuw- Zeeland. Massaal koeien ruimen, zoals daar nu gebeurt, is maatschappelijk en financi- eel niet wenselijk. Het zou goed zijn als we de risico’s van het opduiken van dit soort ziekten in Nederland in kaart brengen.’


Is GD voorbereid op een eventuele snelle opsporing van zo’n nieuwe dierziekte? ‘Absoluut. In het kader van de diergezond- heidsmonitoring, die we in opdracht van het ministerie van LNV voor de diersecto- ren uitvoeren, hebben we de dienst “Veekij- ker”. Dat is een monitoringsprogramma waar dierenartsen en veehouders afwijken- de aandoeningen bij hun dieren kunnen melden. Als we in een bepaalde regio afwij- kende signalen krijgen, dan gaan we pools- hoogte nemen: is het toeval of is er echt iets aan de hand? Daarnaast monitoren we


veeteelt MEI 2 2019 51


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66