INTERVIEW YNTE SCHUKKEN


verschillende informatiestromen, zoals melkproductie, diersterfte en vruchtbaar- heid, die we combineren met informatie uit gegevens van pathologisch onderzoek. Ze- ker bij een besmettelij ke aandoening is het belangrij k dat je er zo snel mogelij k bij bent om snel te kunnen handelen.’


Wat zijn de uitdagingen voor de ko- mende jaren? ‘Transparantie wordt een belangrij ker item. Dat betekent niet alleen dat de staldeuren open moeten blij ven, maar dat we ook open moeten zij n over de aanwezigheid van dier- ziekten. Daar moet je pro-actief over com- municeren. Neem de ophef over kalver- sterfte. Het verhaal achter de cij fers is complex. Omdat we diersterfte als GD in het kader van diergezondheidsmonitoring bij houden, kun je aantonen hoe het daad- werkelij k zit en het verhaal uitleggen. Dat wordt steeds belangrij ker.’


In de missie van GD staat dat de orga- nisatie betrouwbaar, innovatief en toonaangevend wil zijn. Wat gaat de veehouder daarvan merken? ‘GD voldoet aan de hoogste kwaliteitseisen, we hanteren de hoogste ISO-normeringen voor onze activiteiten. Dat vinden we enorm belangrij k, omdat de kwaliteit van de 5 miljoen labbepalingen die we jaarlij ks doen, te borgen moet zij n. Veehouders moe- ten ervan uit kunnen gaan dat onze uitsla- gen kloppen. We investeren daar fors in, ook in nieuwe technieken om analyses snel- ler en beter te kunnen doen. Dat maakt ons wellicht niet de goedkoopste, maar we wil- len wel de eerste en zeker ook de beste zij n.’


Waarom is innovatie zo belangrijk? ‘We investeren veel in onderzoek, jaarlij ks leveren onze onderzoekers zeker veertig wetenschappelij ke publicaties. Dat zorgt voor internationale erkenning en het levert ook nieuwe producten op. Neem de recent gelanceerde tankmelktest op de aanwezig- heid van antistoffen voor de ziekte van Mortellaro. Dat is wereldwij d uniek en geeft de melkveehouder eenvoudig een beeld van de ziektesituatie in zij n stal.’


Een scherpe kostprijs van GD-produc- ten is voor veehouders wel belangrijk. ‘Onze onderzoeksafdeling is groot en kost- baar, maar levert wel diensten op waardoor de Nederlandse veehouderij sector voorop kan lopen. Dat hebben onze bestuurders


ook beaamd. Daarom hebben we een doel afgesproken dat we de jaarlij kse omzet van GD willen vergroten van momenteel onge- veer 60 miljoen naar een richtgetal van 100 miljoen over een aantal jaren. Met een gro- tere omzet kun je de kosten van onderzoek spreiden.’ ‘GD is fi nancieel gezond en maakt jaarlij ks 2 tot 3 procent winst. Dat willen we graag zo houden. Voor het vergroten van de om- zet kij ken we naar meer samenwerking of eventuele overnames in het buitenland, maar wellicht kunnen we nationaal ook voor of juist achter aan de keten meer bete- kenen.’


Op welke activiteiten in de keten doelt u?


‘Dan moet je denken aan onderzoek in voer of uitbreiden van onze activiteiten aan de slachtlij n.’


Als laatste vraag: hoe verhouden dier- gezondheid en de inzet van antibio- tica zich momenteel?


‘Dat sommige sectoren 70 procent minder antibiotica gebruiken, is prachtig, maar ik vraag me wel af of we verder terug kunnen. Wat zij n de kosten en de gevolgen voor dierwelzij n en productie bij een verdere daling? Aan de andere kant remt de inzet van antibiotica de innovatie. Koeien droog- zetten met antibiotica was tientallen jaren de norm. Toch heeft het mij verrast hoe goed de Nederlandse melkveehouders hun management rondom droogzetten wisten aan te passen. Het reduceren van droog- zetantibiotica heeft nauwelij ks tot meer uierontsteking en afvoer geleid. Ik vind dat echt een prestatie.’ l


‘Gezonde dieren een nationaal belang’ naslagwerk over 100 jaar Gezondheidsdienst voor Dieren


In opdracht van GD verdiepte Reimer Strik- werda zich vijf jaar lang in de geschiedenis van de Gezondheidsdienst voor Dieren. De oud-hoofdredacteur van Veeteelt schrijft in een lijvig boek ov er de start van dierenarts Anne Veenbaas, die in 1919 opdracht kreeg om rundertuberculose in Friesland terug te dringen. Opvallend is de grote rol die stam- boeken en ki-organisaties bleven spelen in de honderdjarige geschiedenis van GD. Di- verse boerenbestuurders zetten zowel bij de ki-organisaties als bij GD de lijnen uit. Het boek toont dat het bestrijden van veel dierziekten als gevolg van een eenvoudige overdracht in de krappe grupstallen of het uitblijven van hygiëne dikwijls jaren duurde.


52 veeteelt MEI 2 2019


Zo werd tuberculosevrij vee het richtpunt in 1919, maar het was pas in de jaren vijftig dat de ziekte echt uit beeld verdween. Uitbannen van abortus Bang volgde in de jaren zestig, alsook de nationale aanpak van de runder- horzel, mkz en varkenspest. Van recenter datum zijn bestrijdingsprogramma’s voor Q-koorts, para-tbc, ibr en bvd. Ook het noodzakelijk omvormen van GD – als gevolg van het terugtrekken van de over- heid en het opheff en van het Landbouwschap en de productschappen – naar een zelfstan- dige en fi nancieel gezonde organisatie komt aan bod. ‘Stevige kost’ is het wel: het bijna twee kilo zware boek moet vooral gezien worden als uitgebreid naslagwerk.


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66