No-Dig voor Utrechts rioolwerk
De gemeente Utrecht legt een nieuw hoofd- transportriool aan onder de Kardinaal de Jongweg. Op kritieke punten met veel onder- grondse infra wordt gebruik gemaakt GVK-lei- dingen met een diameter van 1.000 en 1.500 millimeter die sleufloos aangebracht wor- den met doorperstechniek. De keuze op GVK kwam in dit geval door de geringe wanddikte
Z
owel de boven- als de ondergrondse infrastructuur blijft ongemoeid bij sleufl oos geboorde buizen. De No- Dig-technologie op basis van hoogwaardige doorpers- buizen is bovendien nauwkeurig aan te sturen. Het nieuwe hoofdriool moet op de genoemde locaties onder meer langs een 50KV-elektriciteitsverbinding, stadsverwarmingsleidingen, diverse andere transportleidingen en passeert een spoorvia- duct. Uitvoerders Heijmans en Smet hebben de werkzaam- heden voor hoofdaannemer van Boekel inmiddels afgerond.
Daarbij leverde Hobas meerdere keren per week ruim vijfhon- derd meter aan buizen van 3 tot 6 meter lengte aan, bij een boortempo van 30 meter per dag. Ramon van Wolfswinkel, projectmanager bij Hobas, vertelt: “De kracht van CC-GVK is de combinatie van sterkte en fl exibiliteit, met een brede range in diameters, sterkte- en drukklassen. Onze buizen worden veelal gebruikt waar zettingsverschillen, weinig dekkingsmo- gelijkheden, de buizen bochten maken, of – zoals in Utrecht – veel leidingwerk aanwezig is.”
Meer informatie:
www.hobas.nl
Dit zijn nog maar enkele eigenschappen die een spoeling moet hebben. Vooraf moeten het grondwater, de grondsoort, de viscositeit, de fi ltratie-eigschappen en het afpleisterend vermogen van de spoeling gecheckt worden. Met de juiste testapparatuur kan dit allemaal bepaald worden, maar hoe lees je de waardes af en gebruik je de apparatuur? Cebo Hol- land ontwikkelde hiervoor een cursus, de Mudschool.
Meer informatie:
www.cebo.com
Juiste boorvloeistof bepaalt succes
Het gebruik van de juiste boorvloeistof bij ho- rizontaal gestuurde boringen en micro-tunnel- ling is van essentieel belang om het gewens- te resultaat te behalen en helpt om de gehele operatie soepel te laten verlopen.
H
et doel van elke boring is zo min mogelijk boorspoe- ling te gebruiken en nog steeds de gewenste resulta- ten te behalen. Belangrijk is de interactie van boor-
vloeistof en grondsoort. Een onstabiel boorgat kan kostbare problemen opleveren. Tevens wordt het moeilijk of onmogelijk voor de boormachines om de juiste diepte te bereiken.
Boorspoelingen moeten ook thixotropische eigenschappen hebben. Dit houdt in dat tijdens stilstand de boorspoeling van een vloeibare in een visceuze (gel)toestand overgaat, waar- door opgeboord materiaal niet direct bezinkt. Wordt het boor- proces daarna weer in gang gezet, dan kan het materiaal als- nog goed verwijderd worden omdat het niet op de bodem van het boorgat is bezonken.
16 Nr.6 - 2013 OTAR
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48