This page contains a Flash digital edition of a book.
PROCESINTENSIFICATIE Elk proces kan beter


Pilotplant van een hydraulische Waskolom voor het ultra-zuiveren van chemicaliën met gebruik van heel weinig energie en als resultaat een verminderde afval- productie


overtuigd dat het beter en vooral sneller kan.”


De PI-scans leverden nog andere ideeën voor procesverbetering op, maar deze worden pas later opgepakt. “Het is altijd goed om nieuwe ideeën te toetsen in de fabriek, maar vaak is daar niet de rust voor. In de praktijk ga je toch van het ene naar het andere probleem. Pas als er opnieuw een probleem ontstaat, worden er nieuwe projectteams gevormd.” Alles op zijn tijd, wil Beckers maar zeggen.


Horde 22


Solids Processing Nr. 6 - december 2011


Bij TNO in Delft krijgen we meteen een witte jas aan om te worden rondgeleid in het lab. Martijn de Graaff, business develop- ment manager, laat een kleinschalige pilot-installatie zien waarin de PI-reactoren worden getest. “Op kleine schaal kunnen we hier testen of bepaalde chemische processen geschikt zijn voor intensificatie.” Volgens de TNO-man is het bij PI niet de technologieontwikkeling waar het aan schort. “De stap voor bedrijven om een productieproces om te gooien, vormt juist de grootste horde”, bevestigt hij. “Investe- ringen waar al heel snel miljoenen euro’s mee gemoeid zijn. Voor kleine bedrijven is dat helemaal lastig. De markt is leidend, dus een investering moet zo snel mogelijk worden terugverdiend. Vaak is er veel weerstand in het bedrijf zelf. Bedrijven werken al jaren met dezelfde, vertrouwde technieken. Waarom zouden we het an- ders doen, redeneren medewerkers dan.


Je moet mensen ervan overtuigen dat de PI-technologie werkt. Hoe doe je dat? Door te laten zien dat de technologie werkt op een schaal die interessant voor ze is, hooguit tien tot honderd keer kleiner dan op praktijkschaal.” Daarnaast, stelt De Graaff, is nog onvol- doende bekend welke PI-technologie voor welk chemisch proces geschikt is. “Inderdaad is veel PI-apparatuur commer- cieel beschikbaar, maar vaak komt deze uit andere vakgebieden. De statische menger wordt veel gebruikt in de food. Wil dat zeggen dat hij automatisch geschikt is voor de chemie? Een leveran- cier zal snel zeggen: ja hoor, dat kan. Het zou ook kunnen, maar voor welke proces- sen precies weet je niet.” Het probleem is, vult PI-expert Stankiewicz aan, dat er geen standaard handboek is dat je vertelt voor welk proces je welke PI-techniek moet gebruiken. “Deze ken- nis zit verspreid in de hoofden van veel mensen. Bij DSM loopt bijvoorbeeld één PI-competence manager rond, een soort wandelende encyclopedie op dit gebied.” Juist de angst om deze kennis te verliezen, staat de komst van een der- gelijk standaardwerk in de weg, aldus Stankiewicz.


Cases


Hoe het ook zij, het vraagstuk wordt opgepakt in het R&D-project CoRIAC, dat TNO coördineert in het kader van het ‘Action Plan Process Intensification’. In dit


twee jaar geleden gestarte programma van overheid en procesindustrie (budget: 14 miljoen euro) lopen vier grote onder- zoeksprojecten. CoRIAC is het grootste project qua financiering (vijf miljoen euro) en aantal deelnemers. De letters staan voor COntinuous Reactions Inline Analysis for Chemical Production. DSM, Janssen Pharmaceuticals en Procter & Gamble brengen cases in met chemische proces- sen die zij verbeterd willen zien. Vervolgens wordt bekeken welke PI-apparatuur hierbij past. Deelnemende leveranciers aan het consortium zijn Chemtrix (glazen micro- reactoren), het Duitse ESK (siliciumcarbide warmtewisselaars/reactoren) en TNO zelf met zijn Helix buizenreactor. Ook statische mengers doen mee aan het onderzoek. Derde partij in het consortium zijn de meet- en instrumentatieleveranciers. “Een van de randvoorwaarden van een continuproces is dat je weet wat er ge- beurt. Daarom moet je tijdens het proces, dus inline, meten”, verklaart De Graaff de ‘I’ in CoRIAC. Van de partij zijn Bronkhorst High-Tech (flowmeters) en Mettler Toledo, specialist in infrarood spectroscopische analyse. Doel van het onderzoeksproject is de juiste reactor aan de juiste case te koppelen. “Op pilotschaal willen we de processen identificeren die voor intensificatie in aan- merking komen”, legt De Graaff uit. “Los nog van de vraag welke proces- geïntensiveerde technologie voor deze processen geschikt is.” Dat klinkt nog erg vaag, maar De Graaff kan niet uitweiden over de chemische processen die de deelnemende proces- bedrijven aanreiken voor het onderzoek. “Daar rust een geheimhoudingsplicht op, een basisvoorwaarde voor deze bedrijven om mee te doen. Uiteindelijk worden de resultaten van het project wel publiek maar de details van het proces zullen we niet prijsgeven. Dat hoeft ook niet. Het is vol- doende om te kunnen zeggen voor welk chemisch cluster een PI-reactor geschikt is, niet voor welk specifiek proces.” Het is de bedoeling dat het project in 2013 een multipurpose demo-installatie ople- vert. Dus een installatie waarin meerdere reactoren kunnen worden getest. “De kos- ten voor randapparatuur zijn te hoog om per reactor een demoplant te bouwen. Deze installatie willen we bij de bedrijven zelf in werking laten zien om operators, managers en anderen te overtuigen dat de techniek werkt. Het draait tenslotte om de link met de werkvloer.”n


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62