search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Ondernemingsrecht


Opdracht Welke stelling is het meest juist?


A: Zonder statutaire bepaling kan een vennootschap geen winstbewijzen uitgeven. B: Een winstbewijs kan nooit een aandeel worden, ook niet als het identieke kenmerken heeft. C: Overdracht van de uit het winstbewijs voortvloeiende vorderingen kan niet beperkt worden. D: Een winstbewijs kan altijd worden ingetrokken, ook als daar geen regeling voor is opgenomen.


PE-punten verdienen d.m.v. het maken van deze opdracht? Vraag een abonnement aan op fbn.nl/pe-notariaat


Tip


Winstbewijzen zijn een bijzonder geschikt instrument voor werknemersparticipatie. De uitkering kan afhankelijk worden gesteld van het behalen van ‘key performance’ indicatoren, de zeggenschap en het recht op informatie kunnen naar wens worden ingericht en door middel van kwaliteitseisen en overdrachtsbeperkingen kan worden voorkomen dat de winstbewijzen in ongewenste handen vallen. Bovendien komt er geen stichting administratiekantoor aan te pas die als aandeelhouder optreedt, hetgeen bij certificering wel het geval is.


Externe bronnen • L. W. Kelterman en F. Baggerman, ‘Winstbewijzen, een civielrechtelijk overzicht. Wat is een winstbewijs?’, WPNR 2018/7204, p. 628 e.v.


• L. W. Kelterman en F. Baggerman, ‘Winstbewijzen, een civielrechtelijk overzicht. Deel 2.


• Statutaire basis en uitgifte’, WPNR 2019/7257, p. 757 e.v. •





L. W. Kelterman en F. Baggerman, ‘Winstbewijzen, een civielrechtelijk overzicht. Deel 3. Goederenrechtelijke regelingen met betrekking tot winstbewijzen’, WPNR 2021/7336, p. 618 e.v.


S.E. Eisma, ‘Tussen aandeel en schuldbrief: participatiebewijzen’, in: L. Timmerman e.a., Ondernemingsrechtelijke contracten, Deventer: Kluwer 1991, p. 27-41


• Asser/Van Solinge & Nieuwe Weme 2-IIa 2019/304 en 325 • Kamerstukken II 2008/09, 31058, nr 6, p. 46 • Asser/De Serière 2-IV 2018/377 •


Asser/Maeijer & Kroeze 2-I* 2021/602 en 603


• C.A. Schwarz en J.M. Blanco Fernández. ‘Enkele opmerkingen over het participatiebewijs’, WPNR 1992/6045, p. 287 e.v. • E.G. Vorst, ‘Aandeelhoudersovereenkomst of statuten: balanceren voor de praktijkjurist’, WPNR 2013/6979 • Kamerstukken II 2006-2007, 31 058, nr 3, p. 16P. • J. Dortmond, Van der Heijden Handboek voor de naamloze en de besloten vennootschap, Deventer: Kluwer 2013, 194 • HR 21 maart 2014, ECLI:NL:HR:2014:682 (Coface/Intergamma) • Asser/Van Olffen & Rensen 2-IIa 2019/325


24


PE Notariaat 2022/2


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48