Proces-verbaal of partijkakte van verbetering?
Kennelijke schrijffouten en misslagen; reikwijdte
De reikwijdte van de verbeteringsmogelijkheid van art. 45 lid 2 WNA (via een proces-verbaalakte) is beperkt tot kennelijke schrijffouten en kennelijke misslagen, ook wel clerical errors genoemd. De wetgever heeft geen verschil gemaakt tussen schrijffouten en misslagen. Wel vermeldt de wetsgeschiedenis over het woord ‘kennelijk’: ‘dat het objectief duidelijk moet zijn dat het om een schrijffout of misslag gaat. Door de verbetering mag de akte dus geen andere inhoud krijgen.’ (Kamerstukken II 1993/94, 23706, nr. 3, p. 40). Het moet voor een buitenstaander (objectief) dus evident zijn dat er iets in de akte niet klopt. Denk daarbij aan het geval waarin duidelijk is dat iets ontbreekt doordat een zin niet loopt.
Welke fouten lenen zich voor verbetering met behulp van een proces-verbaalakte? Uit de rechtspraak volgen grenzen die zijn gesteld aan de mogelijkheid om fouten te verbeteren met een proces-verbaalakte. Overschrijdt de notaris die grenzen, dan komt aan het proces- verbaal geen effect toe. Hieronder volgt een overzicht van enkele verbeteringen waarvan de geldigheid door de rechter is getoetst.
1. Het ontbreken van een jaartal van verlijden van de akte (HR 5 oktober 2001, ECLI:NL:HR:2001:ZC3665). In deze zaak was in een testament wel de dag en de maand, maar niet het jaar van het verlijden van de akte opgenomen. De Hoge Raad oordeelt dat het ontbreken van een jaartal in een notariële akte valt onder de categorie kennelijke misslagen die zich lenen voor herstel via een proces-verbaalakte. Het is dus mogelijk dat aan een akte die authenticiteit mist (art. 40 lid 4 WNA), door een proces-verbaal alsnog authenticiteit wordt verleend. 2. Een onbedoeld geheel in plaats van gedeeltelijk royement (Hof Amsterdam 27 april 2010, ECLI:NL:GHAMS:2010:BN4100). De notaris heeft een royementsakte hersteld die per abuis op meer dan één hypotheekrecht betrekking had. Naar het oordeel van het Hof kan het royement niet door een proces-verbaal ongedaan worden gemaakt. Het herstel verandert de inhoud van de akte. Van een clerical error is geen sprake. 3. Het ontbreken van vermelding van de debiteur van de verzekerde vordering in een hypotheekakte (Rb. Zwolle-Lelystad 1 juni 2011, ECLI:NL:RBZLY:2011:BR2794). In een hypotheekakte was overduidelijk een woord weggevallen in de omschrijving van de vordering waarvoor de hypotheek tot zekerheid strekte: ‘voor de betaling van al hetgeen de hypotheeknemer blijkens haar
administratie van voor zover in deze akte niet anders aangeduid te vorderen heeft.’ Die zin loopt niet. De naam van de debiteur ontbreekt. Het zou – gelet op de context – moeten gaan om al hetgeen de hypotheeknemer blijkens haar administratie van hem te vorderen heeft. Toch kon de notaris dit niet met een proces- verbaal herstellen, omdat de akte daarmee een andere inhoud heeft gekregen. Het kon – onder de gegeven omstandigheden – ook gaan om een andere schuld dan die van de hypotheekgever, aldus de Rechtbank. 4. Verkeerd tijdstip in veilingvoorwaarden (Rb. Rotterdam 19 januari 2011, ECLI:NL:RBROT:2011:BP7227, waarover H. Loonstein in JBN 2011, nr. 18 - ‘Veilingvoorwaarden en artikel 518 Rv’). In deze zaak wijzigde de notaris het tijdstip van de veiling van 13:00 uur in 16:00 uur. Het onjuiste tijdstip kon niet op de voet van art. 45 lid 2 WNA worden verbeterd, omdat voor een buitenstaander niet evident is dat het tijdstip van 13:00 uur niet klopt. 5. Wijziging breukdelen in een splitsingsakte (Rb. Rotterdam 18 augustus 2010, ECLI:NL:RBROT:2010:BN8623). In een splitsingsakte was van twee appartementsrechten het breukdeel verwisseld waarmee de omvang van het onverdeelde aandeel in de gemeenschap wordt aangeduid (1/6e respectievelijk 2/6e). Dit betrof een kennelijke misslag die kon worden gerepareerd met een proces- verbaal. 6. Verkeerde vennootschap als hypotheekgever in een hypotheekakte (Rb. Gelderland 23 oktober 2020, ECLI:NL:RBGEL:2020:6552). In een hypotheekakte was een vennootschap als hypotheekgever vermeld die niet de eigenaar van het onderpand was. Weliswaar is (na enig onderzoek) in de openbare registers in principe voor eenieder kenbaar welke vennootschap gerechtigd is tot het onderpand, dat betekent nog niet dat deze schrijffout voor buitenstaanders evident is. Deze onjuistheid kon niet met een proces-verbaal worden verbeterd.
Uit deze voorbeelden volgt dat rechters een beperkt toepassingsbereik aan art. 45 lid 2 WNA toekennen. Dat is ook niet zo vreemd, gelet op de vergaande uitzondering die deze verbetermethode maakt op het uitgangspunt dat geen wijzigingen mogen worden aangebracht in eenmaal gepasseerde akten. Uit de rechtspraak blijkt dat verbeteringen al snel leiden tot een inhoudelijke wijziging van de akte en dat onjuistheden lang niet altijd voor een buitenstaander evident zijn. In die gevallen zal de notaris voor een partijakte van verbetering moeten kiezen. Voorzichtigheid is dus geboden!
fbn.nl/pe-notariaat
15
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48