Proces-verbaal of partijkakte van verbetering?
Het kan gebeuren dat in de openbare registers ingeschreven stukken moeten worden verbeterd. Die verbetering vindt plaats op verzoek van het Kadaster (‘Verzoek tot Verbetering’ ofwel: ‘VTV’) of nadat de notaris of partijen zelf na het passeren constateren dat een onjuistheid in het stuk is geslopen. Bestaat de onjuistheid of onvolledigheid uit een kennelijke schrijffout of een kennelijke misslag (clerical error), dan kan de notaris het stuk verbeteren met een proces-verbaalakte (art. 45 lid 2 WNA). In tegenstelling tot een partijakte van verbetering, vereist een proces-verbaal geen medewerking of instemming van partijen.
In dit PEN-artikel wordt besproken in welke gevallen een proces-verbaalakte kan worden ingezet voor het verbeteren van fouten in ingeschreven stukken.
mr. dr. L.M. (Laurens) de Hoog is kandidaat-notaris bij Houthoff. Hij verzorgt regelmatig onderwijs, zowel postacademisch als aan de Universiteit Leiden. Daarnaast is hij lid van de redactie van Juridische Berichten voor het Notariaat en publiceert hij geregeld. Laurens voert de redactie van het onderdeel onroerendgoedrecht van Vakblad PE Notariaat.
De verschillende verbetermethoden
De Kadasterwet kent verschillende methoden om ingeschreven stukken te rectificeren: • •
partijakte van verbetering (art. 42 lid 1 Kw); en
proces-verbaalakte, ook wel clerical error-akte genoemd (art. 42 lid 2 Kw jo. art. 45 lid 2 WNA).
Daarnaast bevat de Kadasterwet ook nog de bijhoudingsverklaring (art. 46a Kw). Deze verbeteringsmethode blijft hier verder buiten beschouwing, omdat deze methode ziet op het verbeteren of aanvullen van gegevens die ten behoeve van de bijwerking van de Basisregistratie Kadaster moeten worden opgenomen. Materieel is met het ingeschreven stuk in dat geval niks mis. Het rechtsfeit is voldoende duidelijk in de openbare registers gepubliceerd. Zie over het verschil tussen de openbare registers en de basisregistratie kadaster: L.M. de Hoog, ‘De notariële rechercheplicht en de kenbaarheid van publiekrechtelijke beperkingenbesluiten’, PEN e-learning 2021, nr 4. Art. 12a Uitvoeringsregeling Kadasterwet vermeldt limitatief in welke gevallen de bijhoudingsverklaring mag worden gebruikt.
Verschil tussen fouten in (i) ingeschreven stukken en (ii) aangeboden, maar niet ingeschreven stukken
Dit artikel gaat over het verbeteren van ingeschreven stukken (i), bijvoorbeeld in gevallen waarin het Kadaster een verzoek tot verbetering (VTV) heeft gestuurd. In die gevallen is het stuk wel ingeschreven in de openbare registers, maar kan de Basisregistratie
Kadaster niet volledig worden bijgewerkt overeenkomstig de kennelijke bedoeling van de indiener. De indiener wordt dan door het Kadaster verzocht om de mogelijkheid te onderzoeken of de betreffende akte kan worden verbeterd. Of en hoe een verbetering plaatsvindt, is aan de beoordeling van de notaris overgelaten.
Van de hiervoor bedoelde situatie moet worden onderscheiden het geval waarin de bewaarder de inschrijving in de openbare registers weigert (ii). De bewaarder weigert de inschrijving van het ter inschrijving aangeboden stuk als het niet aan de inschrijvingsvereisten voldoet (art. 3:19 BW). In dat geval verstuurt de bewaarder een attendering op niet-inschrijving (ANI). Dat is bijvoorbeeld aan de orde wanneer in de akte de identificerende gegevens ontbreken (bij natuurlijke personen: naam en geboortedatum; bij rechtspersonen: naam, zetel en aard van de rechtspersoon) of als de verklaring in de zin van de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) ontbreekt. Deze reactie van de bewaarder heeft tot gevolg dat het beoogde rechtsgevolg (de eigendomsoverdracht of de totstandkoming van een beperkt recht) niet tot stand komt, omdat geen inschrijving in de openbare registers heeft plaatsgevonden (art. 3:89 BW). De notaris zal tot intrekking van het stuk moeten verzoeken. Als de notaris dit niet tijdig doet, dan zal het stuk worden geboekt in het register van voorlopige aantekeningen (register 4D) en kan de procedure van art. 3:20 BW worden gevolgd. Op het verbeteren van onjuist- of onvolledigheden van aangeboden, maar nog niet ingeschreven stukken, zijn art. 18 lid 3 Kw, art. 23 Kw en art. 43 Kw van toepassing. Hierna wordt verder ingegaan op het verbeteren van stukken die reeds zijn ingeschreven.
fbn.nl/pe-notariaat 13
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48