Ondernemingsrecht
medewerking van de vennootschap, art. 6:159 BW. In de statuten of winstbewijsovereenkomst kunnen aanvullende regels worden opgenomen met betrekking tot de overdraagbaarheid. Er kan een aanbiedings- of goedkeuringsregeling van toepassing zijn, eventueel gelijk aan de regeling geldend voor aandelen in de betreffende vennootschap. Een geheel eigen regeling is natuurlijk ook mogelijk.
Zoals eerder genoemd kunnen ook kwaliteitseisen worden gesteld aan verkrijgers, waardoor de groep van mogelijke verkrijgers wordt verkleind.
Om beperkingen van de overdrachtsmogelijkheden optimaal te laten werken, is het noodzakelijk om expliciet te bepalen dat deze goederenrechtelijke werking hebben met betrekking tot de overdracht van de uit het winstbewijs voortvloeiende vorderingen.
De statuten of winstbewijsovereenkomst kunnen ook (vorm) voorschriften bevatten voor de overdracht. Een overdracht in strijd met een dergelijk voorschrift is dan ongeldig (op grond van bijvoorbeeld art. 6:22 BW met betrekking tot bepaalde voorwaarden die vervuld moeten worden voordat de overdracht effectief is, bijvoorbeeld een notariële akte).
Een winstbewijs kan ook geheel onoverdraagbaar worden gemaakt, simpelweg door de medewerking van de vennootschap te weigeren.
Het verdient wel opmerking dat de vorderingen die voortvloeien uit de winstbewijsovereenkomst overdraagbaar zijn door middel van akte en mededeling (in plaats van medewerking), ex art. 3:94 BW. Ook deze vorderingen kunnen onoverdraagbaar worden gemaakt door de overdraagbaarheid expliciet uit te sluiten in de winstbewijsovereenkomst of statuten conform art. 3:83 lid 2 BW.
Het verdient ook aanbeveling om in de winstbewijsovereenkomst bepalingen op te nemen over beëindiging van het winstbewijs in voor de vennootschap mogelijk ongunstige situaties, zoals vererving van een winstbewijs of een werknemer die het winstbewijs kreeg om hem als werknemer te behouden maar toch ontslag neemt.
6. Verpanding
Als de overdraagbaarheid van de vorderingen voortvloeiend uit de winstbewijsovereenkomst niet is uitgesloten, zijn winstbewijzen ook vatbaar voor verpanding (art. 3:83 lid 2 BW jo art. 3:228 BW).
In de statuten of in de winstbewijsovereenkomst kan een regeling worden opgenomen ten aanzien van de vestiging van een pandrecht, bijvoorbeeld goedkeuring van (een orgaan van) de vennootschap, regels omtrent de uitwinning van het pandrecht (gedacht kan worden aan het buiten werking stellen van de blokkeringsregeling of de kwaliteitseis) en de mate van zeggenschap die de houder van het pandrecht via het winstbewijs
22
PE Notariaat 2022/2
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48