search.noResults

search.searching

dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Tekst: Daan Heerma van Voss


Spiegel 031


Op deze plek verhalen schrijvers, journalisten en publicisten over een persoonlijke ervaring met de gezondheidszorg en houden ze (para)medici een spiegel voor.


Anekdote


Trots liep ik naar buiten: niet langer was ik een probleemgeval


Mijn geboorte markeerde een einde. In januari 1986 was ik een van de laatste baby’s van Nederland die op de natuurlijke wijze ter wereld kwamen na een stuitligging. Ik was mijn moeders eerste kind. Waar som- mige vrouwen de bevalling een orgastische ervaring noemen, had mijn moeder het gevoel gevierendeeld te worden. De verloskundige wachtte tot het juiste moment en draaide me toen met een kundige zwiep het leven in. Mijn vader spreekt nog altijd vol lof over die man en zijn magische handen. Mijn geboorte markeerde tevens een begin: dat van nieuwe medische tegenslagen. Aangezien ik blauw was aangelopen, werd ik in de couveuse gelegd en daar begon de ellende. In die eerste jaren zou ik regelmatig dagen of weken in het ziekenhuis doorbrengen omdat ik niet goed adem- haalde. Daar sliep ik in een kuipje met een doorzichtig zeil eroverheen. Ik had last van cara, pseudokroep, you name it. Mijn moeder omschrijft mijn gehoest als het geblaf van zeehondjes in nood. ’s Nachts wordt ze nog altijd wakker van elk geluidje, ingesteld als ze is op haar zoon die dreigde te stikken. In het ziekenhuis werd ook vastgesteld dat mijn benen verkeerd groeiden: ‘heupdysplasie’. De doktoren dwongen mijn ouders beenbeugels te kopen. Ik werd ingesnoerd en mijn beentjes werden in een onnatuurlijke stand in de beugels gehesen. In de keuken van mijn ouders hangt een foto van mij, wijdbeens in de buggy. Vrienden zeggen bij het zien van die foto dat ik vast een gelukkige, luie baby was. Wat ze niet weten is dat ik wel wijdbeens móest zitten, wilde ik de pijn van de beenbeugels even niet voelen. Tot overmaat van ramp had ik bizarre eczeem- aanvallen, waardoor ik dikwijls van top tot teen


Daan Heerma van Voss (1986) is romanschrijver en historicus. Hij schrijft voor verscheidene nationale en internationale kranten en tijdschriften. In 2016 verscheen zijn succesvolle roman De laatste oorlog.


moest worden ingesmeerd met een zalf die de jeuk alleen maar verergerde. Goed. Al met al was ik een witgezalfd, mank, hoestend mannetje dat de wereld met de kont tegemoet was getreden. Dat waren de kaarten, ik had het ermee te doen. Maar, vrij ongemerkt, werden de kaarten in de loop der jaren opnieuw geschud. De redenen dat ik in het ziekenhuis kwam, werden steeds normaler van aard. Ik scheurde mijn enkelbanden, ik brak mijn duim eens. Het waren voetbalblessures zoals dagelijks voorkomen. Eén keer, op mijn drieën- twintigste, ging ik naar de Spoedeisende Hulp omdat ik ervan overtuigd was dat ik een ingeklapte long had. Ze vonden niets. Trots liep ik naar buiten: niet langer was ik een probleemgeval, ik was een doodnormale, Hollandse hypochonder geworden. Enkele jaren geleden kreeg mijn broertje, die een rustige en volgens mijn moeder ‘pijlsnelle’ geboorte had gekend, ineens problemen met zijn gezondheid. De natuurlijke orde werd opgeschud: hij die vroeger nooit ziek was, ondervond tegenwind. En ik, het probleemkind, bleef buiten schot. Af en toe stuurt hij me foto’s van een bezoekje aan het ziekenhuis. Het is alsof ik beelden zie van een leven dat het mijne had kunnen zijn, maar het niet werd. Het mannetje dat de wereld met de kont tegemoet was getreden, is een herinnering geworden, een anekdote, deel van het reisverslag van iemand die ineens besloot een andere weg te gaan.


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92