027
niet in staat is om te werken, een huis of een uitkering nodig heeft of een gesprek met een leidinggevende aan- kan. Kennelijk wordt daar zo vaak om gevraagd dat het tot de FAQ’s behoort. Meestal wordt er ook nog verwezen naar de Toelichting bij de weigering van een behandelend arts om een ‘geneeskundige verklaring’ af te geven van de KNMG. De beroepsvereniging voor verloskundigen, de KNOV, legt wel uit wat een verloskun- dige moet doen met een verzoek om een fit-to-fly- en een zwangerschapsverkla- ring, maar biedt geen richtlijn om in het algemeen een ‘verloskundige verklaring’ te weigeren. Toch geldt voor verloskun- digen hetzelfde als voor artsen: het is ongewenst dat de eigen hulpverlener zo’n soort verklaring aflegt. Waarom is dat ongewenst? De KNMG
geeft twee redenen. Ten eerste moet worden vermeden dat de hulpverlener in een belangenconflict raakt. Zij kent de patiënt en heeft het beste met haar voor.
Dat is noodzakelijk bij de behandeling en begeleiding. Maar het is niet de juiste insteek wanneer een geneeskundige of verloskundige verklaring nodig is. Daar gaat het om een beoordeling of iemand ergens recht op heeft of ergens toe ver- plicht is. Ook kan de vertrouwens- relatie onder druk komen te staan als een hulpverlener een andere verklaring zou afgeven dan de patiënt wil. Het verdient daarom de voorkeur dat een onafhankelijke deskundige dergelijke verklaringen opstelt. Ten tweede zijn eigen hulpverleners
meestal niet deskundig om te kunnen oordelen over de (on)geschiktheid. Zij kennen de criteria niet die op dat ter- rein gelden. En dan geldt wat ook in de beroepscode voor verloskundigen staat: “De verloskundige neemt de grenzen van haar beroepsuitoefening in acht. Zij beperkt zich tot handelingen en uit- spraken die binnen het terrein van haar bevoegdheid en bekwaamheid liggen.”
Waarom vragen patiënten en cliënten om zo’n verklaring? Omdat ze steun zoeken bij een claim dat zij iets wel of juist niet kunnen. Het idee is dat zij sterker staan als een externe autoriteit hen ondersteunt. Maar is dat wel altijd nodig? De cliënt kan zich ook verschui- len achter de verklaring van die autori- teit. Ze hoeft niet zelf te beargumente- ren waarom ze het gesprek niet wil. In dit geval lijkt me dat de zwangere het haar leidinggevende zelf duidelijk moet kunnen maken. En als ze toch echt een verklaring nodig heeft, dan zal die door een onafhankelijke deskundige gegeven moeten worden.
Lieke van der Scheer is filosoof/ethicus
een specifieke richtlijn over verklarin- gen, opgenomen in de KNMG-richtlijnen voor het omgaan met medische gege- vens. En zij weten dat tuchtcolleges deze gedragsregel streng toepassen. De toelichting in de KNMG-richtlijn
biedt ook de verloskundige houvast. Vol- gens de richtlijn is het een behandelend arts niet toegestaan een waardeoordeel te geven met een ander doel dan de medische behandeling en begeleiding van de patiënt. De arts mag volgens de KNMG wel feitelijke informatie verstrek- ken, waartoe ook een diagnose op zijn vakgebied wordt gerekend. Ook het tuchtcollege biedt in genoem-
de uitspraak de verloskundige ruimte fei- telijke informatie op papier te zetten. Ze mag verklaren dat een cliënt zwanger is, onder vermelding van de à terme datum/ het aantal weken zwangerschap, eventu- eel aangevuld met een verklaring over de gezondheidstoestand gerelateerd aan de zwangerschap op het moment dat de verloskundige de cliënt op een bepaalde
verwijzen naar een onafhankelijke deskundige en deze feitelijke informa- tie te verstrekken – na schriftelijke en gerichte toestemming van de patiënt. In dit geval zou de verloskundige
Annemarie Smilde: De verloskundige
kan verwijzen naar de bedrijfsarts
datum voor het laatst heeft gezien. Het tuchtcollege geeft niet aan wat de
verloskundige meer kan doen om haar cliënt te helpen. De KNMG adviseert artsen een patiënt voor een oordeel te
Annemarie Smilde is senior specialist gezondheidsrecht bij VvAA
Jurist
haar cliënt kunnen adviseren zich voor een oordeel tot de bedrijfsarts te wenden. Het probleem hier is alleen dat de cliënt waarschijnlijk niet direct door de bedrijfsarts kan worden gezien. Dit is een probleem van de cliënt dat de verloskundige niet kan én mag oplossen. Cliënt moet zelf haar leidinggevende laten weten dat zij zich vanwege haar zwangerschap/gezondheid niet in staat acht tot het voeren van het gesprek. En daarbij kan ze het voorstel doen om de bedrijfsarts in te schakelen voor een beoordeling.
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92