15
het Ministerie van Buitenlandse Zaken gaat, dan maakt dat kennelijk wel wat indruk. Dat we ook een educatiecentrum bouwen met informatie over alle missies die Nederland in het buitenland heeft uitgevoerd, haalde hen over de streep om ook te doneren.’
'We willen een zo duurzaam mogelijke begraafplaats'
De maanden voor de opening van de vete- ranenbegraafplaats waren voor het bestuur erg intensief, allerlei belangrijke details moesten nog geregeld worden. Geerts: ‘Denk bijvoorbeeld aan een graflift, de baar en een depot voor het groenafval. We
hebben gekeken hoe we de begraafplaats zo duurzaam mogelijk kunnen maken. Bijvoorbeeld door kisten te gebruiken die in de grond vergaan.’ Van Voorst tot Voorst vult aan dat er daarnaast nog het nodige papier- werk bij kwam kijken. ‘We hebben statuten en reglementen moeten opstellen, om zo goed mogelijk aan de wet- en regelgeving te voldoen. We kunnen het ons niet permit- teren dat er zaken niet kloppen.’
Waardig Het centrale uitgangspunt van het bestuur is dat het afscheid van de veteraan zo waar- dig mogelijk moet zijn. Van Voorst tot Voorst en Geerts zijn er weliswaar trots op dat er een multifunctioneel herdenkingscentrum komt, waarin ook schoolklassen ontvangen kunnen worden voor educatieve doelstellin- gen. Ze benadrukken dat deze activiteiten niet mogen botsen met de uitvaart van een
veteraan. Die waardigheid zit voor Geerts daarnaast ook in een uitvaart zonder al te veel ‘toeters en bellen’. ‘Veteranen die bijvoorbeeld een bbq willen organiseren op de begraafplaats vinden we niet ge- past. Maar een uitvaart met ceremoniële elementen als een avondwake of erewacht zijn uiteraard mogelijk. In het begin zal het best even zoeken zijn wat wel en niet kan.’ Daarbij wijst Geerts ook op de Nederlandse omgang met militair protocol, die een stuk losser is dan in Angelsaksische landen. ‘Daar is het protocol voor een uitvaart van een veteraan zo strak dat er geen rol is voor de familie. Ons uitgangspunt is dat we zoveel mogelijk de laatste wens van de overledene én zijn familie willen respecteren, voor zover de regels dat toelaten. Als bijvoorbeeld de kameraden van een Indiëveteraan in een semi-uniform een avondwake organiseren, dan laten we dat zo.’
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92