13
De urn van veteraan en Ridder der Militaire Willems- Orde Tivadar Emile Spier is als eerste bijgezet op de nieuwe Veteranenbegraafplaats in Loenen, met militair ceremonieel. Zijn dochter Liliane Spier: ‘Het was het wachten waard.’
‘O
ns leven met hem was een groot avontuur’, vertelt Liliane. Het werk van Spier maakte dat het gezin om de
twee jaar verhuisde naar weer een andere standplaats, van Duitsland tot het Midden- Oosten. ‘Die verhuizingen werden met militaire precisie voorbereid en uitgevoerd. Als we eenmaal de dozen hadden uitgepakt, kregen we ‘les’ in ontsnappen of nam hij ons mee naar de stormbaan om oefeningen te doen.’ Spier had de gave om, waar hij ook kwam, zich als een kameleon aan te passen. ‘Hij was overal thuis’, vertelt Liliane. ‘Dat kwam doordat hij zich heel goed in een andere cultuur en in andere mensen kon verplaatsen. Voor hem was iedereen gelijk, iedereen was welkom. Hij waardeerde mensen en liet ze in hun waarde.’
Voorop in de strijd In de eerste plaats was Spier voor Liliane ge- woon een liefhebbende maar ook strenge vader. Eenmaal op de middelbare school besefte ze dat haar vader een oorlogsheld was. ‘Hij was zelf uitermate bescheiden en vertelde niet veel over zijn verleden. Hij hoefde niet in de schijnwerpers. Hij zei altijd: ‘Ik heb het niet alleen gedaan.’' Stukje bij beetje werd het Liliane duidelijk wat haar vader zoal gepresteerd had. In WO II zat Spier bij de Binnenlandse Strijdkrachten. Na de Tweede Wereldoorlog ging hij naar Nederlands-Indië, waar hij als reserve tweede-luitenant met de 1ste Divisie 7 december aankwam. Hij was com-
mandant van de ‘Speciale Troepen Groep Spier’ die van augustus 1947 tot half 1949 in West-Java toegevoegd waren aan het 6e RVA (Regiment Veldartillerie). Spiers afdeling bestond uit Indonesische vrijwilligers en groeide uit tot een peloton van 250 man dat talrijke acties uitvoerde in West-Java. Hij viel op door zijn dapperheid. Liliane: ‘Hij ging altijd voorop in de strijd.’
Militaire Willems-Orde De inzet van Spier kenmerkte zich niet alleen door dapperheid maar ook door creatief en soms eigenzinnig solistisch optreden. ‘Ik denk dat dit terug te voeren is op zijn jeugd in voormalig Nederlands-Indië. Al jong was hij heel ondernemend. Dan bouwde hij een eigen zeilboot, nam rant- soenen mee en verdween een paar dagen. Vervolgens moesten zijn ouders hem weer opsporen en onder dwang mee naar huis nemen. Dat vrije heeft hij altijd gehad. Hij was het meest gelukkig in het veld.’ Spier vertrok eind mei 1952 met het Regiment Van Heutsz naar Korea. In 1953 keerde hij terug in Nederland. Vanwege zijn optreden als commandant in Nederlands- Indië tijdens de Politionele Acties werd Spier op 12 juli 1955 benoemd tot Ridder 4e klasse in de Militaire Willems-Orde.
Tegenslagen In april 1974 werd Spier in de rang van luitenant-kolonel eervol uit militaire dienst ontslagen. In de jaren die volgden was hij veelvuldig te zien bij herdenkingen,
vieringen en reünies. ‘Dat was een verleng- stuk van zijn militair-zijn. Hij kreeg zoveel uitnodigingen, dat het bijna niet te doen was om overal naartoe te gaan. Hij werd meestal verwacht in het vip-gedeelte, maar ging het liefste tussen de manschappen die onder hem hadden gediend zitten, met een biertje in het veld. Die vonden dat prachtig.’ Het leven van Tivadar Spier lijkt een groot jongensboek, maar toch kende hij ook de nodige tegenslagen. Zijn echtgenote Babs overleed op te jonge leeftijd (69), en hij ver- loor een zoon en een dochter. ‘Het verdriet hierover heeft hij altijd met zich meegedra- gen. Daar sprak hij niet over, maar je voelde dat hij daar verdriet van had.’
Overlijden Spier overleed in 2010 op 93-jarige leeftijd. Hij werd op 19 juni 2010 in besloten kring gecremeerd, maar eigenlijk wilde zijn familie hem graag bijzetten op een ereveld. ‘Hij was voor veel mensen zo belangrijk. Maar op een ereveld mag je alleen worden begraven
'Mijn vader zou het zeker op prijs hebben gesteld'
of bijgezet als je tijdens actieve dienst bent omgekomen. Uiteindelijk ben ik in contact gekomen met de Oorlogsgravenstichting en toen bleek dat er voorzichtige plannen waren voor een veteranenbegraafplaats. Toenmalig minister Van Middelkoop van Defensie beloofde bovendien dat Defensie een ceremonie zou organiseren, een Ridder Militaire Willems-Orde waardig. Ik vind het prachtig dat het allemaal gelukt is. Het was het wachten absoluut waard en mijn vader zou het zeker ook op prijs hebben gesteld.'
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92