38


Professonalisering van zorg


RZO stopt


De Raad voor civiel-militaire Zorg en Onderzoek (RZO) is per 1 januari 2021 opgeheven. De opheffing viel samen met de start van het Nederlands Veteraneninstituut.


Tekst Else de Jonge


De RZO werd in 2007 door de toenmalige staatssecretaris van Defensie ingesteld en is dus ruim dertien jaar operati- oneel geweest. Kerntaak van de raad was toezicht houden op het LZV (Landelij k Zorgsysteem voor Veteranen) en de kwaliteit van het zorgaanbod monitoren. Daarnaast adviseerde de RZO de minister van Defensie over vetera- nenzorg en moest de raad wetenschappelij k onderzoek naar uitzendgerelateerde psychische aandoeningen bevorderen. De afgelopen jaren werd de raad voorgezeten door Uri Rosenthal, eerder minister van Buitenlandse Zaken en hoogleraar aan de universiteiten van Leiden en Rotterdam.


Ontmoetingen De RZO heeft veel tot stand gebracht. Raadsleden bezochten zorgaanbieders in de keten van het LZV, gingen naar veteranenbij eenkomsten en nodigden veteranen met hun relaties uit. Zo konden de raadsleden uit eerste hand horen met welke problemen veteranen kampen en hoe


‘De RZO was toezichthouder en adviseur, maar ook ambassadeur en beschermer van het LZV, en heeft daarmee een cruciale invloed gehad op de ontwikkeling van de ketenzorg voor veteranen. Dat die nu stevig geborgd wordt in het Nederlands Veteraneninstituut, door diens raad van toezicht, is mede te danken aan de RZO. De grote persoonlij ke betrok- kenheid van alle raadsleden verdient veel waardering.’ Berend J. Berendsen, kolonel-arts, psychiater, voorzitter LZV


‘De RZO is heel belangrij k geweest voor de professionalisering van de zorg voor veteranen. Als toezicht- houder, maar ook als aanjager van activiteiten is zij n toegevoegde waarde groot geweest. Dat leidde onder andere tot grote verbeteringen in het voorzieningenstelsel, het in kaart brengen van zorgbehoefte en een betere samenwerking op allerlei gebieden.’ Schout-bij -nacht Peter Reesink, hoofddirecteur Personeel, Ministerie van Defensie


veteranen de zorg beoordelen. Deze ontmoetingen – en de daarop gebaseerde adviezen aan de minister – leidden onder meer tot het opzetten van een poli voor de revali- datie van veteranen met OLK (onverklaarde lichamelij ke klachten) en een onderzoek naar het welbevinden van Dutchbat III-veteranen.


Samenwerking Op strategisch niveau heeft de RZO zich ingespannen voor meer samenwerking tussen uiteenlopende (oud-) geüniformeerden op het gebied van zorg en onderzoek. Politie en brandweer maken immers vaak gebruik van zorgaanbieders die deel uitmaken van het LZV. Het bleek uiterst nuttig kennis te delen, samen wetenschappelij k onderzoek te doen en het verdelen van schaarse speci- alistische zorg af te stemmen. De RZO liet zich inspireren door jaarlij ks rondetafelgesprekken te organiseren; hier hoorden de raadsleden verhalen, ervaringen en ideeën van de veteranen zelf.


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92