Interview Professor dr. Josette Dijkhuizen
Professor dr. Josette Dijkhuizen noemt zichzelf overal een vreemde eend in de bijt. Dat komt mede omdat ze een aantal uiteenlopende functies combineert: ondernemer, hoogleraar, kroonlid van de Sociaal Economische Raad (SER). Toch staat één thema duidelijk centraal in al haar activiteiten: de ontwikkeling en duurzame inzetbaarheid van ondernemers. Waarbij de mens op de eerste plaats komt. Over de steeds prominentere plek van vrouwen in de tandheelkunde heeft Dijkhuizen een genuanceerde mening.
TEKST: KEES ADOLFSEN, FREELANCE JOURNALIST / BEELD: HARMEN DE JONG
Y Ondernemer, hoogleraar, SER-kroonlid: wat is de relatie tussen al die functies? “Vergeleken met de meeste hoogleraren heb ik de omgekeerde weg afgelegd, van onder- nemerschap naar de academische wereld. Toen ik in tien jaar zes werkgevers had ge- had, concludeerde ik dat dat grote aantal wisselingen niet aan die werkgevers lag, maar aan mij: ondernemerschap past volle- dig bij mijn behoefte aan autonomie en flexi- biliteit. Vervolgens ben ik op m’n veertigste een promotietraject gestart naar de psycho- logie van het ondernemerschap, naar stress- en geluksfactoren, gezondheid en duurzame inzetbaarheid. Dat leidde tot een honorair hoogleraarschap in Maastricht en daarna tot de bijzondere leerstoel die ik sinds drie jaar in Tilburg be- kleed. Eind 2023 kwam ik samen met Fabian Dekker op de speciaal geoormerkte zetel voor zzp’ers van de SER. Voor een veelheid aan sociaaleconomische thema’s – mantel- zorg, energietransitie, noem maar op – ben ik actief in diverse commissies als onafhan- kelijk Kroonlid en word ik geacht het zzp-perspectief duidelijk meegewogen te krijgen in de adviezen die we geven. En sinds
me zinvol om al op de opleiding die klassieke patronen aan de orde te brengen en er andere rolmodellen tegenover te stellen: je kunt echt vier of vijf dagen werken en ook een goede moeder zijn. Ook een beroepsvereniging kan aandacht schenken aan thema’s als maat- schappelijke rolmodellen, persoonlijke ont- wikkelingen en duurzame loopbanen.”
ik een jaar vrouwenvertegenwoordiger voor Nederland in de Verenigde Naties (VN) ben geweest, heeft vrouwelijk ondernemerschap mijn bijzondere aandacht gehouden.”
Y In ons land werken veel vrouwen in deeltijd en dan vooral in sectoren waar dat goed kan. Is daar een verklaring voor? “Vrouwen werken inderdaad veel in de zorg, in het onderwijs, maar ook in de zakelijke dienstverlening: journalistiek, communicatie, advocatuur. Het zijn sectoren waarin parttime werken veelal heel goed kan. Dat biedt de flexibiliteit die nodig is, omdat vrouwen in ons land nog steeds veel meer dan mannen zorg- taken op zich nemen: mantelzorg, kinderzorg en de zorg voor de huishouding. Met 65 procent in deeltijd werkzame vrouwen scoort Nederland uitzonderlijk hoog. Dat heeft ook met een aantal maatschappelijke factoren te maken, zoals dure kinderopvang en hoge huizenprjjzen, waarbij vrouwen in veel situa- ties een lager salaris hebben. Het zit nog steeds stevig ingebakken in onze traditie dat de vrouw veel vaker parttime gaat werken als er kinderen komen, terwijl dat aan mannen veelal niet gevraagd wordt. Het lijkt
Y In 2006 was 22 procent van de tandartsen vrouw, in januari 2024 was dat 52 procent. Verrast u dat? “Die snelle groei vind ik zeker spectaculair. Tegelijkertijd zie ik een aantal redenen waar- om het tandartsvak voor vrouwen aantrekke- lijk kan zijn. Een vriendin van mij is tandarts. Zij bevestigt dat je veel flexibiliteit kunt heb- ben in de invulling van je werk. Je bent boven- dien hoog opgeleid en hebt op elk moment de kans om tegen een goed salaris aan het werk te kunnen. Ook parttime zijn je verdiensten al goed. Ik vermoed bovendien dat er in een tandart- spraktijk relatief weinig sprake is van hiërar- chische verhoudingen, waar je als vrouw in het bedrijfsleven en bijvoorbeeld de academi- sche wereld mee geconfronteerd kunt wor- den. En mooi van het tandartsvak is ook dat de betaling van vrouwen en mannen volko- men gelijk is. Onlangs bracht de bank KNAB een tarieven- boekje uit dat laat zien dat in de sectoren waarin veel vrouwen werkzaam zijn de uurta- rieven duidelijk lager liggen dan in meer man- nelijke beroepssectoren. En nog steeds zien we op veel plekken betreurenswaardige pay gaps: vrouwen die voor hetzelfde werk met dezelfde kwalificaties minder verdienen dan mannen.”
APRIL 2025 NT DENTZ 9
D
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68