Barometer
Voorspellingen over de man- vrouwverhouding
In 1993 deed de KNMT onderzoek naar de verhouding tussen mannen en vrouwen in de tandheelkunde; 17% van de werkzame tandartsen was destijds vrouw.
TEKST: TEAM KNMT ONDERZOEK FIGUUR 1
100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
Ontwikkeling van het percentage vrouwelijke tandartsen
Y Voorspelling 1 Figuur 1 laat zien dat de voorspelde 34% vrouwen in de beroepsgroep in 2020 te voor- zichtig was. In 2012 was het aandeel vrouwen in de beroepsgroep al 34%. In 2020 was dit percentage zelfs verder gestegen tot bijna 44%. Daarna zette de feminisering zich door en sinds 2024 zijn er meer vrouwelijke dan mannelijke tandartsen.
1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010 FIGUUR 2 Percentage vrouwen onder gedifferentieerde tandartsen
Implantologie Parodontologie
Restauratief tandarts Endodontologie
Tandarts-slaapgeneeskunde Gnathologie
Prosthodontist / prothetisch- restauratief tandarts
Maxillofaciale prothetiek Gerodontologie
Tandarts-angstbegeleiding
Tandarts-gehandicaptenzorg Pedodontologie
Alle differentiaties 0 20 40 60 80 100 2012 2014 2016 2018 2020 2022 2024
Y Voorspelling 2 Sinds 1993 zijn er, zoals voorspeld, meer differentiaties bijgekomen, hoewel niet met zekerheid kan worden gezegd of de stijging verband houdt met de feminisering van de beroepsgroep. Wel blijkt dat het aandeel vrouwen onder gedifferentieerde tandartsen (47%) in 2024 lager lag dan het aandeel in de gehele beroepsgroep. Ook zijn er verschillen tussen differentiaties (zie fi guur 2). Onder implantologen, parodontologen en restau- ratieve tandartsen zijn er naar verhouding meer mannen (70% of meer), terwijl er onder tandartsen-angstbegeleiding, tandartsen- gehandicaptenzorg en pedodontologen juist naar verhouding meer vrouwen zijn (87% of meer). Z
APRIL 2025 NT DENTZ 21 I
n de begeleidende notitie bij het verslag van dat onderzoek werd de verwachting uitgesproken dat het percentage vrouwe-
lijke tandartsen in 2020 zou zijn opgelopen tot 34% (voorspelling 1). Tevens werd er ingegaan op de gevolgen van feminisering voor de beroepsgroep.
In het onderzoek werd onder andere ook de verwachting uitgesproken dat met het aantal vrouwen ook het aantal parttimers zou toenemen, waardoor er meer behoefte zou zijn aan een structuur voor horizontale verwijzing en samenwerkingspraktijken. Als gevolg daarvan, zo werd voorspeld, zou ook het aantal gedifferentieerde tandartsen stijgen (voorspelling 2).
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68