WOENSDAG 22 SEPTEMBER 2010
kunst HansKeilson (100)
Schwein,’ zei een vriend. En ik vrees dat hijgelijkhad.” We horen de bel en het blijktde
koerier te zijnmet het eersteexem- plaar vandeSpaanse vertaling: La muertadel adversario.Keilson be- tast het boek en houdthet dicht bij zijngezicht.Opdecover staan twee worstelende engeltjes, die elkaarin een wurggreep houden: hijvindt het eenmooi beeld.Het boek wordt op tafel gelegd. Keilson zietwel overeenkomsten
tussen zijnwerk als psychoanalyti- cus,met in zijnpraktijk veel Joodse kinderen met oorlogstrauma’s,en zijnrol als schrijver. “Kennelijkhad ik eengoed opnameapparaat.Of het nu het verhaal vaneen patiënt wasofiets watikschreef, daarisei-
‘IkhaatDuitsers niet,hoewel zemijnouders naarAuschwitz stuurden’
genlijk geen verschil tussen. Als schrijverenals psychoanaliticus wordt een geheim aan mij geopen- baard, begrijpt u? Ik had eenleuke praktijkhier in Bussum. Ook geen slechtenaam, geloofik. Ik begonin Naardenentoen konikdit huis hier in HetSpiegelkopen. Voor 25.000 gulden, dat wasveel geld toen. Ik haddehele straat moeten kopen!” Vier jaar nadat hijdelaatstepa-
enikhebpijnlijkedingenbeleefd.’
voren. “Ik hebmooie dingenbe- leefd en ik hebpijnlijkedingenbe- leefd. Ik ben geboren in BadFreien- walde aandeOder.Ikheb daar vrienden gehad, muziek gemaakt, ik hebdaar gevoetbald. Daar zit geen haat,bij de herinneringen. Maartoenik zestien jaarwas,ophet gymnasium, begonhet.” Hetverhaalvoerthem naar het klaslokaalinhet jaar dat hijzestien
was, het jaar dat het ‘begon’. “Ik moest eengedicht voordragen en ik koos Dieschlesischen Weber van HeinrichHeine.” (Hij draagt een aantal strofen voor’; Heine waseen Joodse schrijverdie zichtot het pro- testantisme bekeerde.) “De bedoe- lingwas dat we dit gedicht gingen bespreken. Er stondeen jongen in de klas op,zijn naam wasGünther Neuenfeld, die zei: ‘Ikweigerover
dit gedicht te praten. Dit is eenon- Duits gedicht.’ Toen begonhet. Toen begonikhet te beseffen.” Keilson is nooit ‘het vertrouwen in
de Duitsecultuur verloren’, zoals hij het zelf formuleert.“Die is prachtigenhoogstaand, met schit- terende figuren: Bach,Brahms, Mendelssohn,Goethe,Heine. Hitler konechtniet verhinderendat we dezemensen blevenwaarderen.”
gehoord, de werkelijkedood vande tegenstander, die in de roman figu- reertals B. “Ik wasniet verrast.Ik hebhem gezien,ikheb hem horen spreken in Berlijn. Er wasvoor hem geen andereweg meeropen tegen het eind.Ikheb Goebbelsook ge- hoordengezien.‘Daswar ein
H FOTOJOHANNESABELING
ij herinnert zichniet meer wanneerhij het nieuws over de zelfmoordvan Hitlerheeft
tiëntheeft uitgezwaaid,genietHans Keilson vandeaandacht,die hij enorm noemt.Hij gaat op reis,eerst naar Wenen, waar eengroot psy- choanalytischcongres wordt ge- houdenenwaar hijdekanskrijgtde Opernogeens te bezoeken. Eenkort reisje,want ‘ikhoumegedeisd’. Maar na vier dagenrust volgtal-
weer een klein reisjedoor Duits- land,naar Berlijn, naar BadFreien- walde, waar hij geboren is,ennaar Göttingen. De vrouwvan Hans Keil- son zal rijden. “Enikhoopdat ik dat overleef.” Hij glimlacht erbij,maar hijmeent het.
HansKeilson: Indebanvandetegenstander VanGennep,€19,90
PS9
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60