elkaar afwisselen. “In principe zou je de druppelbevloeiing per vak van 10 bij 10 meter door de computer kunnen laten regelen.” Lokaal zijn ook wat vochtsenso- ren ingebracht om de resultaten te verge- lijken. “Je ziet dan direct hoe betrekkelijk de resultaten van vochtsensoren zijn. Je weet nooit precies waar je die sensor moet zetten, want binnen een perceel kunnen de verschillen groot zijn. Daar- naast beïnvloedt ook de verticale variatie de meting van een sensor.” Er zijn tien satellieten die allemaal wat an- ders meten, de instraling, temperatuur, de hoeveelheid stikstof in het blad, et cetera. Eigenlijk zijn al die parameters terug te re- kenen naar de vochtbalans van de bodem. De satellieten komen regelmatig langs, de ene elke dag de andere een keer per acht dagen. Die satelliet, die dagelijks tussen 12 en 14 uur langskomt, meet de tempe- ratuur van de bodem. Als die bedekt is met gewas, dan meet hij daar de tempera- tuur van. De bladtemperatuur is een af- spiegeling van de bodemtemperatuur. Bastiaanssen: “Er is maar één reden waar- om het ene perceel koud is en het andere warm. Dat is het vocht. Vocht verdampt en dat koelt.” De metingen worden steeds nauwkeuriger. Het ISS-station bijvoor- beeld, dat iedere twee dagen langskomt, heeft een thermische camera.
Toename droge stof Een goede verdamping betekent tevens een goede groei. “Vocht is allesbepalend voor een goede productie. Bepaalde ras- sen, bijvoorbeeld Kanzi, zijn daar extra ge- voelig voor. Op basis van de metingen is daardoor te bepalen, welke toename van droge stof, groei dus, potentieel haalbaar is als de vochtbalans in orde is.” Half juni was het een aantal dagen zomers weer. Vooraf was het vochtniveau van de bodem goed. In een grafiek is precies te zien hoeveel dro- ge stof er per dag in een meetvak is aange- maakt en of dit net zoveel is als potentieel haalbaar was. Als dit niet het geval is, is de irrigatie dus niet optimaal geweest. “Het is tot op heden nog niemand gelukt om de echte gewasgroei zo exact te meten. Dit is het meest nauwkeurige systeem dat nu be- schikbaar is. Het is echt uniek!”
Het uitzicht vanuit het International Space Station. Elke twee dagen komt het langs, compleet met thermische camera.
Wolken geen probleem Een wolkendek hindert de metingen, maar dat hoeft geen problemen op te le- veren. Volgens Bastiaanssen is een meting per drie à vier dagen genoeg om de irriga- tie goed te sturen. “In droge perioden tij- dens de gewasgroei is er doorgaans wei- nig bewolking. Het komt daardoor zelden voor dat we een langere periode niet kun- nen meten. Maar als dat in uitzonderlijke situaties toch het geval zou zijn, dan gaan we over op het waterbalansmodel. Dan gebruiken we aanvullende (klimaat)gege- vens, zoals de neerslag, wind en drainage. Daarmee kunnen we ongeveer een maand overbruggen.”
Niet alleen een wolkendek is hinderlijk, ook overkappingen, hagel- en insecten- netten blokkeren de satellietmetingen. Daar heeft Bastiaanssen geen oplossing voor. Vogelnetten zijn niet zo’n probleem, maar alles wat dichter is, stoort de meting. Ondanks de vele mogelijkheden is het sys- teem goed betaalbaar. Voor € 13 per hec- tare per jaar kunt u alles weten. “Onze dienstverlening is het leveren van data. De teler moet zichzelf verdiepen in het pro- gramma, om de data om te kunnen zetten in irrigatie-actie. Minimaal eenmaal per vier dagen zou de teler hier aandacht aan moeten besteden. Dit zou ook een mooie service kunnen zijn van adviseurs.”
Voor irrigatie en tegen hittestress
Paul Wolters, biologisch fruitteler in Vlodrop (L.), werkt nu een paar maanden met het IrriWatch-systeem. “Het is pre- cies datgene waar ik naar op zoek was”, stelt hij. Wolters wil een dubbele drup- pelleiding gaan aanleggen, voor irrigatie en tegen hittestress. Om te weten wat een en ander voor gevolgen heeft voor de vochtbalans in de grond, was hij op zoek naar iets dat dat kon meten. Eerst dacht hij aan sensoren. “Maar daar heb je weer speciale software voor nodig. Voor dit systeem hoef ik niets aan te schaffen.” Inmiddels staat het programma op zijn
computer en zijn alle instellingen cor- rect. “De uitleg heb ik zojuist gekregen, nu moet ik ermee leren werken.” In het begin kijkt hij vooral wat het programma zegt en of dit strookt met wat hij ziet. “Als straks blijkt dat het klopt, wordt het makkelijk. Ik heb een computer gekocht waarmee ik op afstand de beregening kan bedienen.” Voor de toekomst ziet hij nog meer mogelijkheden. “Bij aardappel kunnen ze de opbrengst al meten. Mis- schien kan dat straks ook met fruit. Dat zou mogelijkheden bieden voor verdere koppelingen en prognoses.”
▶ GROENTEN & FRUIT | 30 juli 2021 31
FOTO: NASA
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48