TEELT ▶▶▶ PLANTGEZONDHEID ▶▶▶ BIODIVERSITEIT
Maatregelen gezonde bodem Bodembeheer en grondbewerking zijn al jarenlang een groot aandachtspunt bij P.N. Slagter. Al was het al omdat de vader van Pé, Bas Slagter, hiervoor een bijzondere in- teresse had. “We doen sowieso een niet- kerende grondbewerking. We gebruiken een schijveneg om gewasresten en on- kruiden weg te werken en frezen de grond voor het planten. De bouwvoor blijft zo- veel mogelijk intact.” Hier profiteert ook het bodemleven van. “Bodemleven is nodig voor zowel struc- tuur als mineralisatie en de vatbaarheid voor bodemziekten. Door mee te doen aan het project Niet onderwerken van stro- rijke stalmest, heb ik ontzettend veel ken- nis opgedaan. Ik heb onderzoekers en we- tenschappers op het land gehad en meer geleerd van bodemprocessen dan ik ooit op school had kunnen leren.” Het feit dat Slagter geitenmest toepast is vermeldenswaardig. “We hebben eigenlijk een kringloop met een geitenmelkerij. Mi- nister Schouten zou dit moeten zien. We huren land van een geitenmelkerij en zaaien gras voor schapen of luzerne voor geitenvoer, daarna nemen wij de geiten- mest weer af. Helaas kan dit maar totdat de fosfaatnorm is bereikt en moeten we nog steeds bijmesten (tot tweederde van de behoefte) met kunstmest. Dit doen we dan wel weer met vloeibare kunstmest en alleen bij de plant.”
Nu wordt geitenmest ondergewerkt met een woel- en een kopeg. In het project Niet onderwerken strorijke stalmest willen telers aantonen dat het kan blijven lig- gen, omdat dat niet schadelijker – of zelfs beter – is voor de weidevogelstand.
Het voordeel van niet onderwerken ten opzichte van wel onderwerken van stal- mest is tweeërlei. Het werk is beter te plannen voor de bloemkoolteler die niet direct na het mest uitrijden met de frees moet uitrukken en de weidevogels neste- len zich naar hartenlust. “De effecten op de biodiversiteit onder- en bovengronds en op de waterkwaliteit zijn nog niet be- kend, maar niet met het blote oog te zien.”
Enorm schone teelt Het kostte het bedrijf geen enkele moeite
Na vroege plantingen wordt in de zomer gras gezaaid waar vervolgens schapen op lopen. Bij iets latere plantingen in het voorjaar volgt phacelia.
28 ▶ GROENTEN & FRUIT | 30 juli 2021
om het certificaat Milieukeur te bemachti- gen. Waarmee hij wil zeggen dat bloem- kool een enorm schone teelt is. Voor het vierde jaar worden onkruiden puur me- chanisch aangepakt. Als de planten in een jong stadium zijn met de weedfix en later met de schoffel. “Dat is niet op elk bloem- koolbedrijf realistisch”, geeft Slagter toe. “Wil je mechanisch onkruid bestrijden dan moet je er bovenop zitten, omdat we met meerdere firmanten zijn die de taken heb- ben verdeeld kan dat bij ons.” Ziekten en plagen drukken volgens de jonge ondernemer niet zwaar op de teelt en er worden dus relatief weinig middelen ingezet. Positief is dat veredelaars hier ook op veredelen. “Natuurlijk kies je voor de meest weerbare rassen, maar er zijn ook andere factoren. In een seizoen, dat van half maart tot half december loopt, moe- ten 25 rassen onder verschillende omstan- digheden elkaar kunnen opvolgen.” Negatief is het verdwijnen van de tray- plaat behandeling tegen luis. “Hier snap ik niets van. Cruiser kon worden toegepast onder gecontroleerde omstandigheden. Het alternatief is dat we nu twee tot drie keer op het veld tegen luis moeten spui- ten. Dit is echt niet beter voor het milieu.” Ook rupsen worden tot op heden, indien ze de norm overschrijden, chemisch aan- gepakt.
FOTO: MARGA VAN DER MEER
FOTO: LEX SALVERDA
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48