search.noResults

search.searching

dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Pasteurellose (vogelcholera) steekt met name bij legpluimveebedrijven met uitloop vaak de kop op. Vaak blijken er meerde- re varianten van de bacterie een rol te spelen bij een uitbraak.


kenbedrijf, van Reovirus de meest voorko- mende besmettingsroute van het virus is. Een verticale besmetting – van moeder- dier op vleeskuiken – lijkt in de meeste ge- vallen niet aannemelijk. Het virus zal, bij aanwezigheid bij een voorgaande vleeskuikenkoppel, op het be- drijf aanwezig blijven tenzij een goede rei- niging en ontsmetting gericht op virussen is uitgevoerd. Om een nieuwe insleep bij een volgend koppel te voorkomen zal een goede bedrijfshygiëne en biosecurity moe- ten worden gevolgd om de blootstelling in de eerste levensweken aan Reovirus te ver- minderen. Als infectie dan op l atere leeftijd plaatsvindt, kan de economische en wel- zijnsschade worden beperkt. Tegelijk leidt een lage Reovirustiter bij moederdieren tot een minder goede ma- ternale bescherming bij vleeskuikens. Dit verhoogt het risico op een ernstig verloop van de ziekte wanneer het kuiken op jon- gere leeftijd met het Reo tenosynovitis- virus in aanraking komt. Kuikens met een lage maternale immuniteit zijn namelijk gevoeliger voor de ziekte die door Reovi- russen veroorzaakt worden. Uit het onderzoek blijkt dat de hoogte van de afweerstoffen aan het begin van de productieperiode sterk verschilt tussen de moederdierkoppels. Bovendien dalen tij- dens de productieperiode de antilicha- men bij moederdierenkoppels met onge-


veer drie tot vier titergroepen. Hierdoor neemt de maternale bescherming die meegegeven wordt aan de kuikens af, tenzij het moederdierenkoppel een infec- tie doormaakt of opnieuw wordt gevacci- neerd. Dit jaar krijgt het onderzoek naar Reovirus waarschijnlijk een vervolg, en gaat GD kij- ken of de vaccinatietiters bij moederdier- koppels verbeterd kunnen worden.


Meer types pasteurella In de legpluimveesector deed GD afgelo- pen jaar onder andere onderzoek naar pasteurella-besmettingen. Pasteurellose (vogelcholera) is de ziekte die wordt ver- oorzaakt door de Pasteurella multoci- da-bacterie, en die met name bij leg- pluimveebedrijven – vaak met uitloop – de kop opsteekt, maar ook bij vleeskui- kens of kalkoenen kan voorkomen. Van deze bacterie zijn er verschillende seroty- pen. Uit onderzoek op zes legpluimveebe- drijven met Pasteurella multocida-be- smettingen bleek dat op drie van de bedrijven meerdere types van de bacterie aanwezig waren. Op de bedrijven waar meerdere types gevonden zijn, is één type wel meer voorkomend dan de andere. Op een bedrijf was gevaccineerd met een au- tovaccin tegen een specifiek serotype, maar trad alsnog uitval op door besmet- ting met de bacterie. Bij het onderzoek


bleek dat er op dat moment vooral bacte- riën van een ander serotype werden aan- getroffen, waartegen het vaccin dus niet of minder beschermde.


Rekening houden bij vaccinatie Meestal zijn serotype een en drie verwerkt in de commercieel beschikbare vaccins. Afhankelijk van de fabrikant kan het zijn dat ook serotypen vier en vijf zijn toege- voegd. In Europa zijn voor pasteurellose enkel dode vaccins beschikbaar. Van dode vaccins is bekend dat er slechts beperkte of zelfs geen kruisbescherming is voor an- dere types dan verwerkt in het vaccin. GD-dierenarts Willem Dekkers laat weten dat pluimveehouders die (willen) vaccine- ren tegen pasteurella omdat ze hier eer- der problemen mee hebben gehad, er goed aan doen om eerst op een aantal momenten bacteriologisch onderzoek te laten doen en meerdere isolaten te laten typeren. Op deze manier krijgt men een goed beeld van de aanwezige serotypes, en daar kan vervolgens de vaccinkeuze of het autovaccin op worden aangepast. Re- gelmatig onderzoek naar de aanwezig- heid van de verschillende Pasteurel- la-stammen op een besmet bedrijf is van groot belang om een correcte preventieve vaccinatie uit te voeren. Dit jaar volgt ver- volgonderzoek naar de vraag: is noodvac- cinatie een optie bij een uitbraak?


▶PLUIMVEEHOUDERIJ | 30 april 2020 17


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40