search.noResults

search.searching

dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
BOERENLEVEN


gramma voor mensen die in een zogenaamde ‘toestand van verminderd bewustzijn’ verkeren. “Er was een wachtlijst en tot we aan de beurt waren, wilden we onze zoon niet in het ziekenhuis laten. We besloten hem mee naar huis te nemen.”


‘Als je de mestboekhouding


kunt invullen, dan is dit peanuts’


Daar werd de ruimte op de begane grond, die Sandra eigenlijk als atelier voor zichzelf had willen gebruiken, omgebouwd tot slaapkamer voor Landolin. Er kwam een speciaal bed, een tillift en alles wat maar nodig is om te kunnen zorgen voor iemand die niets meer zelfstandig kan. Sandra leerde in no time hoe ze hem voor trombose moest prikken, hoe ze om moest gaan met de tube van de beade- ming, hoe ze sondevoeding moest geven en al die dingen meer. “En al die tijd keek hij ons wel aan, maar hij reageerde niet.” Onverwacht snel kwam er plek vrij in Tilburg. Landolin ging het VIN-program- ma in en omdat op en neer reizen te ver was, verbleef Sandra in het Ronald McDo- nald Huis naast de kliniek. “18 weken ben ik daar geweest, tussendoor ging ik niet naar huis. Dagelijks was er wel telefonisch contact en Jan Jaap kwam een paar keer per week naar ons, maar wat er allemaal op de boerderij gebeurde en met de andere kinderen, ging langs me heen. De jongste zat in zijn examenjaar en dat ging niet zo goed, maar ik was helemaal gefocust op Landolin.” Een bacteriële infectie, vermoedelijk al opgelopen in het ziekenhuis, stak de kop op en zorgde voor nog meer hersenschade.


Mee naar huis ‘De vlucht naar de


stal is snel gemaakt maar we moeten blijven praten’


Hoewel Landolin na verloop van tijd merkbaar vooruit- ging, kwam hij niet echt volledig bij bewustzijn. Met dat gegeven, besloten Sandra en Jan Jaap om hem mee naar huis te nemen en daar verder voor hem te zorgen. “Die beslissing namen we vrij easy. Ik denk dat dat te maken heeft met onze boerenachtergrond. We zijn gewend om 24/7 aan te staan. We hebben geen baan van 9 tot 5 en dat we er ’s nachts uit moeten, bijvoorbeeld omdat een koe moet kalven, is iets dat al bij onze manier van leven hoorde.”


Thuis nam Sandra bijna alle zorg op


zich. Vanuit het Persoons Gebonden Budget (PGB) kreeg ze daarvoor maar 40 uur vergoed. Op eigen kosten regelden ze aanvullende therapieën: fysiotherapie, muziektherapie, alles om Landolin maar prikkels toe te dienen die zijn beschadigde hersenen zouden stimuleren. De sondevoeding koppelde ze al snel af. “Ik laat hem altijd zelf proberen om te eten, anders verlies je het gevoel van iets in je mond hebben en ver- leer je hoe dingen smaken.”


Haar grootste drijfveer bij dit alles was en is om uit het verpleeghuis te blijven. “Ik ben er geweest en ook al doet iedereen zijn best, er is gewoon geen tijd om individueel iets met mensen te doen. Ze worden uit bed gehaald, voor de televisie gezet en dat is het dan.”


58


Sandra’s inspanningen werkten. Inmiddels kan Land- olin weer zelf zitten, hij kan aanwijzen wat voor beleg hij op brood wil, hij lacht om iets grappigs en trekt een vies gezicht als hij iets zuurs in zijn mond krijgt. “Maar hij praat niet. Als er door zijn spasmen een teen dubbel in zijn schoen zit, kan hij dat niet met woorden aangeven. Aan de signalen die hij geeft, merk ik zelf snel dat er iets aan de hand is, maar iemand die hem niet kent, kan dat niet en dan heeft hij ’s avonds blauwe tenen. Commu- niceren is heel lastig en dat maakt dat ik het moeilijk vind om de zorg over te laten aan een ander. Misschien is het daarom ook wel zo moeilijk om hulp te krijgen. Ik ben erg veeleisend denk ik. Ik wil graag dat alles op mijn manier gaat en dat onze zoon niet alleen verzorgd wordt, maar dat hij ook uitgedaagd wordt zodat hij zich nog ontwikkelt. Het is immers mijn kind, ik wil het beste voor hem.”


Administratie


Dat allemaal voor elkaar krijgen, gaat gepaard met een enorme berg administratie. “Het is veel en ingewikkeld en ik ben daar helemaal niet goed in. Jan Jaap deed al de bedrijfsadministratie en hij zei: als je de mestboekhou- ding kunt invullen, dan is dat papierwerk voor de zorg peanuts. Dus regelt hij dat.”


Intussen richt Sandra zich ook weer op de rest van het gezin. “Het is voor ons allemaal best moeilijk om Land- olin zo in een rolstoel te zien. De vlucht naar de stal is dan snel gemaakt. Ik ben degene die het opmerkt als dat gebeurt en ik ben degene die het gesprek dan aanzwen- gelt. We moeten blijven praten, anders raken we elkaar kwijt.”


Evengoed begint de stress van de afgelopen jaren zijn weerslag te krijgen op Sandra’s eigen gezondheid. Ze kreeg een hernia en moest recent een darmoperatie ondergaan, maar rust om te herstellen nam ze niet. “In het ziekenhuisbed lag ik nóg te appen met sollicitanten voor Landolins verzorging. Dat was een wake-upcall. Ik dacht: ik moet dit anders gaan doen, ik moet het meer loslaten, maar hoe?” Ze besloot zichzelf te trainen door snelle tekeningen te gaan maken. “Ik ben creatief en teken en schilder graag, maar het moest altijd lijken. Ik kon er tot diep in de nacht mee bezig zijn, tot het perfect was. Nu zei ik tegen mezelf: het hóeft niet te lijken, teken maar gewoon.” Het leidde tot een hele serie jeukportretten, vernoemd naar de bijwerkingen van haar herniamedicijnen. “Even tien minuten gewoon lekker met mijn handen bezig zijn, werkt heel ontspannend.”


Maar ze is er nog niet. Het combineren van gezin, de intensieve zorg en de boerderij blijft werk in uitvoering. “Ons leven moet een nieuwe vorm krijgen en dat is zoeken.”


Als Landolin in zijn rolstoel bij tafel wordt gereden, kruipt ze tegen hem aan. Haar blote voeten wrijven over zijn schoenen, ondanks alles zien ze er gelukkig uit. “Wat er nog aan verbetering mogelijk is, weten we niet. Maar dagelijks realiseren we ons hoe blij we zijn dat hij nog bij ons is en dat we hem thuis kunnen verzorgen. Een boerderij is daarbij echt een voordeel, als je drie- hoog-achter woont, kan dit niet.”


BOERDERIJ 105 — no. 3 (15 oktober 2019)


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76