1054 | WEEK 46-47 13 NOVEMBER 2024
Berte Simons nieuwe Chief Operating Officer Havenbedrijf Rotterdam
Gewoon bijzonder Toevallig, soms gebeurt dat zo, ken ik drie mensen die deze week op reis zijn naar Japan. Geen alledaagse bestemming. En een bestemming die ergens in mijn achterhoofd nog wel op een lijstje wensva- kanties stond – mede dankzij het feit dat ik jarenlang judo heb beoefend en Japan daar de bakermat van is. Het lijkt me een bijzondere reis, een land dat ik nog wel eens zou willen zien. Tegelijkertijd drukt onze dochter van bijna vier maanden me wel met de neus op de feiten. Een urenlange vliegreis is vast en zeker niet haar favoriete bezigheid (om het over het klimaat nog maar niet te hebben). Bovendien, voor haar is elke ‘reis’ bijzonder – ook het wandelingetje door het park hier in de buurt al. Zij heeſt immers in haar korte leventje nog maar heel weinig gezien en alles is nieuw en speciaal. Die blik van onbevangenheid is verfrissend om te zien en stiekem ben ik daardoor de ‘gewone’
ROTTERDAM Berte Simons is met ingang van 1 januari 2025 benoemd tot Chief Operating Officer (COO) van Havenbedrijf Rotterdam N.V. Zij treedt daarmee toe tot de algemene directie en volgt Boudewijn Siemons op, die in februari 2024 tot CEO en COO a.i. werd benoemd.
Met ingang van 1 januari 2025 bestaat de al- gemene directie van het Havenbedrijf uit CEO Boudewijn Siemons, CFO Vivienne de Leeuw en COO Berte Simons.
De aandeelhouders van het Havenbedrijf, de gemeente Rotterdam en de Rijksoverheid, hebben Simons voor vier jaar benoemd, op voordracht van de Raad van Commissarissen (RvC). Voorzitter van de RvC Koos Timmermans: “We zijn als RvC zeer verheugd dat Berte Simons haar brede expertise als maritiem ingenieur wil inzetten voor het Havenbedrijf. Ze brengt met haar internationale ervaring in het lei- den van grootschalige en complexe infra- structurele projecten in havens en indus- triegebieden, de kennis en ervaring mee die we nodig hebben voor een succesvolle en gecoördineerde transitie naar een fos- sielvrije en circulaire haven.”
Achtergrond Na het afronden van haar opleiding tot maritiem officier, begon Simons haar car- rière in 2003 als beleidsmedewerker bij
North Sea Port, waar zij tot 2006 heeſt ge- werkt. Vanaf 2006 tot 2021 vervulde zij di- verse managementfuncties bij internatio- naal advies- en ingenieursbureau Royal HaskoningDHV, waar ze internationale projecten heeſt geleid in de mijnbouw, zware industrie, luchtvaart en de mari- tieme sector. Op dit moment is Simons werkzaam bij Energie Beheer Nederland (EBN) als directeur van de business unit CO2 Opslag en Transportsystemen. In deze functie is ze nauw betrokken bij het Porthos project, wat Havenbedrijf Rotterdam samen met Gasunie en EBN ontwikkelt.
Simons: “In de rol van COO van het Havenbedrijf komt voor mij alles samen. De haven is een plek die constant in beweging is en in verbinding staat met de hele we- reld. Een plek waar de bedrijvigheid van de industrie, logistiek en de leefomgeving bij elkaar komen. Ik kijk ernaar uit om samen met collega’s en stakeholders bij te dragen aan de duurzame ontwikkeling van de ha- ven in harmonie met de omgeving.”
Voor en na de risicobeoordeling door de CCR. Kaartjes Fachstelle für Geodäsie und Geoinformatik. ‘Nieuwe oevernatuur langs de Maas
houdt rekening met de scheepvaart’ MAASTRICHT Rijkswaterstaat heeſt defini- tieve plannen ter inzage gelegd voor na- tuurherstel op 14 nieuwe locaties langs de Maas. Tot eind 2027 wordt het traject tus- sen Rijke en Oeffelt langs de Zandmaas aangepakt. De nieuwe inrichting van de oevers houdt rekening met de scheep- vaart, zo beweert de dienst.
Op vier plaatsen komen natuurvriendelijke zandoevers, daarnaast wordt op verschil- lende plekken rivierhout aangebracht. Ter hoogte van Bouxweerd zal de Maasoever over een lengte van een kilometer worden ‘ontsteend’. Onder water blijſt nog wel een rand stenen liggen, om te voorkomen dat de afkalving te ver doorschiet naar het ach- terland. Op een aantal plekken wordt een deel van de oevergrond preventief afge- graven en afgevoerd. Dat moet mogelijke
hinder voor de binnenvaart door aanzan- ding elders voorkomen.
Boomstammen “We hebben geleerd uit het verleden, om- dat destijds sommige locaties verder of sneller afkalfden dan gedacht”, meldt Rijkswaterstaat. “Dit kon plaatselijk een ri- sico op verondieping van de vaarweg met zich meebrengen. Dat betekent dat we te- genwoordig op bepaalde locaties direct na het ontstenen een deel van de oever- grond preventief afgraven. Zo komen we de scheepvaart uit voorzorg tegemoet.”
Bij Bergen en Afferden plaatst men een aan- tal dode boomstammen onder water in de oeverzone. Die bomen komen ruim buiten de vaargeul te liggen. Ze worden ook stevig verankerd, zodat ze niet los kunnen komen.
STRAATSBURG De CCR brengt het aantal risicotrajecten op de Rijn drastisch terug. De bevoegde Duitse autoriteit is na onderzoek tot de slotsom gekomen dat het niet meer nodig is om dit hele riviergedeelte te zien als een vaarweg met specifieke risico’s.
De reden voor het schrappen van verplichte Rijnpatenten is dat de waterwegen vandaag de dag goed gemarkeerd zijn. Daar komt nog bij dat ondersteunende navigatieappa- ratuur - zoals Inland ECDIS, radar-overlay en dergelijke - de scheepvaart minder moeilijk maakt.
De CCR (Centrale Commissie voor de Rijnvaart) legt er de nadruk op dat het de- finitieve besluit hierover pas genomen zal worden op de volgende plenaire vergade- ring van 5 december. Als datum voor de in- werkingtreding is 1 juli 2025 voorgesteld.
Tegenwoordig is het zo dat het gedeel- te van de Rijn tussen km 335,92 (sluizen van Iffezheim) en km 857,40 (Spijksche Veer) geclassificeerd is als waterwegtraject
met specifieke risico’s. Dat is in totaal 520 kilometer.
Twee trajecten over In het nieuwe ontwerpbesluit voorziet de CCR om het aantal waterwegtrajecten met specifieke risico’s terug te brengen tot de volgende twee trajecten:
• op de Oberrhein van km 335,66 (ver- keersbrug Wintersdorf) tot km 425,00 (Mannheim);
• op de Mittelrhein van km 498,45 (verkeers- brug Mainz/Kastel) tot km 592,00 (Koblenz, monding Moezel).
Deze twee risicovolle waterweggedeel- ten hebben een totale lengte van 185 km. De kaarten van de CCR laten zien welke wijzigingen voorzien zijn. Als het besluit in december 2024 goedgekeurd is, zullen schippers alleen op de nieuw vastgelegde waterwegtrajecten een specifieke vergun- ning voor waterwegtrajecten met risico’s nodig hebben.
7
NOELIA ROMERO CABRERA – VOOYS
reisjes ook weer meer gaan waarderen – ons weekendje weg naar de Veluwe in herfstsfe- ren enkele weken terug was ook echt wel heel mooi. Ik heb mezelf voorgenomen eens wat meer van het bijzondere in het gewone te genieten. Laatst hier in Rotterdam nog, met het fietsritje terug naar huis van werk. De Erasmusbrug, met de Maas eronder, vol met allerlei vaartuigen, daar fiets ik normaal zonder nadenken overheen. Deze keer toch net even een tikje langzamer, in het gouden licht van het herfstzonnetje dat schitterde op de schepen onder me op het water. Gewoon, alledaags, maar toch net even bijzonder genoeg om bij stil te staan. En, ik kon het niet laten toen ik zo over het water uitkeek, ik vroeg me af, zouden de schippers aan het roer van die schepen ook wel eens even stilstaan bij hun dag, hun uitzicht, bij het bijzondere van hun gewone dag op het water? Ik kan het aanraden in ieder geval!
CCR brengt aantal risicotrajecten op de Rijn sterk terug
AVERECHTS
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52