search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
016 Interview


arrestant niet zomaar even doorsturen voor aanvullend onderzoek. Verder ben je vanwege je eigen veiligheid als zorgprofessional eigenlijk nooit alleen met een arrestant. De celdeur gaat echt niet achter ons dicht. Hoe weeg je dan je beroepsgeheim? Welke informatie deel je met agenten? Welke rechten heeft je patiënt, welke bevoegdheden de politie? Dat soort juridische vragen komen tijdens de opleiding forensische geneeskunde uitgebreid aan bod. Vooralsnog is het onduidelijk of het personeel dat RMD wil inzetten al deze expertise ook heeft. Het creëert mogelijk risicovolle situaties, voor arrestanten én voor de professionals die de zorg moeten gaan verlenen.”


Huisartsen kunnen toch een opleiding tot justitieel geneeskundige doen? “Klopt. Dat is een vervolgopleiding van een jaar met veel aandacht voor juridische kwesties. De vraag is of RMD specifiek huisartsen met zo’n diploma gaat werven. Zo veel zijn er daar name- lijk niet van. Nog los van het algemene tekort aan huisartsen natuurlijk.”


Reden voor een aantal bestaande aanbieders om afgelopen april een kort geding aan te spannen over de gunning. “Ja. RMD zou volgens hen niet kunnen instaan voor voldoende gespecialiseerd personeel en dus de vereiste zorgkwaliteit niet kunnen garande- ren. Maar tijdens de uitspraak op 4 juli wees de rechter alle vorderingen af. De politie heeft volgens de rechtbank voldoende onderbouwd waarom RMD qua prijs-kwaliteit als beste uit de bus kwam. Het besluit blijft dus staan. Wel is hiertegen hoger beroep aangetekend, dat later dit jaar dient. De kogel is dus nog niet definitief door de kerk.”


Het is niet voor het eerst dat er wordt gediscus- sieerd over de taakverdeling binnen de foren- sische zorg. Eind 2017 adviseerde de commissie Hoes in het rapport Toekomst voor de forensische geneeskunde de arrestantenzorg los te trekken van de reguliere forensische zorg en die via aanbeste- ding bij GGD’en of marktpartijen in te kopen. De reden: bij de zorg voor arrestanten hebben foren- sisch artsen een ingewikkelde dubbelrol. Aan de ene kant zijn ze behandelaar, aan de andere kant adviseren ze politie, bijvoorbeeld over of het ver- antwoord is om iemand in te sluiten. Principieel zou het beter zijn die rollen te scheiden, vond de commissie. Verder zou arrestantenzorg inhoude- lijk veel lijken op eerstelijnszorg.


Had de commissie Hoes een punt over die dubbelrol? “In de context van 2017 wel. Op dat moment was er namelijk nog geen medisch-specialistische


CURRICULUM VITAE


Jonne Kortmann (1982), geboren in Groningen


2000-2006 geneeskunde,


Universiteit Maastricht 2007


arts-assistent


klinische genetica, UMCG


2008-2009


forensisch medisch onderzoeker, IFS 2008-2015


forensisch arts, GGD


Noord- en Oost-Nederland 2009-2013


jeugdarts, GGD


Noord- en Oost-Nederland 2013-2017


forensisch arts voor kinderen,


Forensische Polikliniek Kindermishandeling 2017-2018


forensisch arts,


GGD Amsterdam 2018-2022


forensisch arts, GGD Flevoland 2022-2025


assisterend opleider


forensische verpleegkunde, NSPOH


2022-heden


lid gemeenteraad Lelystad 2022-heden


forensisch arts en opleider, GGD Amsterdam 2022-heden


NRGD-registratie


forensisch medisch onderzoek


2024-heden


voorzitter Forensisch Medisch Genootschap


opleiding voor forensische geneeskunde, waarin onder andere dit soort juridische kwesties aan bod komen. Anno 2025 is de situatie echter heel anders; juist op dit punt hebben we de afgelopen jaren veel kennis opgebouwd. Verder heeft de commissie onvoldoende stilgestaan bij het prak- tische aspect. Het is ondoenlijk om verschillende zorgprofessionals in te schakelen voor zorg en advies. De taakverdeling moet wel werkbaar blijven.”


De gunning geeft meer reden tot zorg, zeg je. “Zeker. De afgelopen 10 jaar is ons vak steeds verder geprofessionaliseerd. Overheid, werkgevers en zorgprofessionals hebben veel tijd en geld geïnvesteerd om de kennis en kwaliteit van de forensische zorg te verbeteren. Met de gunning aan één partij buiten de forensische geneeskunde wordt ons vak feitelijk uitgekleed. We verwach- ten dat de gevolgen verstrekkend zullen zijn. Naar aanleiding van het gunningsbesluit hebben we dit voorjaar een enquête onder onze leden gehouden. Daaruit bleek dat een derde van de forensisch artsen nu overweegt te stoppen.”


Hoezo? “Weet je, de meeste forensisch artsen vinden juist de dynamiek en diversiteit van hun vak zo aantrekkelijk. Ongeveer de helft van de tijd behandelen ze arrestanten, de andere helft houden ze zich bezig met lijkschouw en foren- sisch-medisch onderzoek, zoals zedenonderzoek. Als gevolg van de gunning verdwijnt het patiën- tencontact bijna volledig. Daarmee verliest het vak een deel van zijn glans en charme.”


Sinds 2019 is er een 3-jarige, medisch-specialisti- sche vervolgopleiding forensische geneeskunde. Een belangrijk deel van het curriculum is gewijd aan arrestantenzorg; naast lijkschouw en forensisch medisch onderzoek inmiddels dus de derde grote pijler van het vakgebied. Nu de arrestantenzorg buiten de forensische zorg wordt geplaatst, is het volgens Kortmann de vraag of de opleiding kan voortbestaan. “Veertig jonge collega’s, de meesten nog in opleiding, hebben het FMG een brandbrief gestuurd. Ze schrijven daarin dat het aantal aanmeldingen voor de opleiding – momenteel tien tot vijftien per jaar – naar verwachting flink gaat dalen omdat het vak inhoudelijk minder aantrekkelijk wordt. Terwijl er nu al een groot tekort aan forensisch artsen is.”


Wat betekent dat voor de continuïteit van de lijkschouw en het forensisch-medisch onderzoek? “Die komen ook in gevaar. Op dit moment zijn er in Nederland 171 geregistreerde forensisch artsen, overigens niet allemaal praktiserend.


<


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92