026 Tweegesprek
Toen & L
In het VvAA-jubileumjaar 2024 brengt Arts en Auto zorgprofessionals van toen en nu samen. Deze keer: logopedisten Hélène Mercier en Lotte Hoeben- van Mourik.
otte (25): “Waarom wilde je logopedist worden?” Hélène (75): “Ik denk omdat ik een gehandicapt jonger broertje had dat niet kon praten. Toen ik een jaar of
zeven was, droomde ik drie nachten achter elkaar dat hij weer kon spreken. Ik was dus al heel jong met spraak bezig.” Lotte: “Omdat ik sliste, ging ik als kind zelf naar een logopedist. Maar het idee om van logopedie mijn werk te maken, kwam pas veel later, tijdens een open dag van zorgopleidingen. Daar ontdek- te ik hoe breed het vak eigenlijk is en dat het over veel meer gaat dan alleen praten. Weinig mensen weten dat we als logopedisten bijvoorbeeld ook bezig zijn met gehoor en ademhaling, en dat je kennis moet hebben van neurologi- sche aandoeningen.” Hélène: “Ik ben in 1975 afgestudeerd aan de logopedieopleiding in Utrecht. Dat was toen net een voltijd dagoplei- ding geworden, opgezet door professor Pieter Damsté en zijn vrouw Tiete, die er directeur was. Zij hebben een belangrijke rol gespeeld in de professio- nalisering van ons vak. Ik was de enige getrouwde student en toen bleek ik in
Hélène: ‘Hoogzwanger was ik tijdens mijn peuterstage’
mijn eerste jaar ook nog zwanger. Dat was echt not done! Hoogzwanger deed ik mijn peuterstage. Ik weet nog dat ik met mijn dikke buik nauwelijks op de kleine stoeltjes kon zitten. Net na het examen in het laatste jaar beviel ik van mijn tweede zoon.” Lotte: “Wat bijzonder! Tijdens mijn studie raakte ik geïnteresseerd in logopedie voor volwassenen met neurologische aandoeningen. Dat had trouwens ook te maken met een per- soonlijke ervaring; ik had van dichtbij meegemaakt hoe groot de impact is als iemand door hersenletsel minder goed kan communiceren.” Hélène: “Heb je je in de behandeling van volwassenen gespecialiseerd?” Lotte: “Mijn eindstage deed ik bij een revalidatie-instelling. Daar begeleidde ik onder anderen een patiënt die na een hersenbloeding nauwelijks meer kon praten. Stapje voor stapje konden mijn collega’s en ik haar helpen om haar spraak zodanig te verbeteren dat ze terug kon naar haar baan bij een bank. Dat vond ik echt heel bijzonder. Maar dat vind ik het ook als ik een onzeker kind zie opbloeien nadat het weer met zijn vriendjes kan communiceren. Daarom heb ik toch voor een zelfstan- dige praktijk gekozen waar ik alle soorten patiënten zie, van jong tot oud.” Hélène: “In 1976 ben ik met een eigen praktijk gestart. Zoveel logopedis- ten waren er toen nog niet, dus mijn cliënten kwamen van heinde en verre. En ik ging zelf naar het ziekenhuis
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92