search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
014 Interview


zelfs gewelddadig ervaart. Bijvoorbeeld omdat zorgverleners vervelende opmerkingen maken, verbaal agressief zijn, zwangeren niet serieus nemen of ze uitlachen. Of omdat professionals zonder instemming medische handelingen uitvoeren, zoals een inwendig onderzoek doen of een knip zetten. ‘Dat was medisch nodig’, luidt vaak de rechtvaardiging. Maar het percentage baringen waarbij een knip wordt gezet varieert enorm tussen ziekenhuizen en zorgverleners. Dan gebeurt dat dus niet alleen in medische noodsituaties, maar ook omdat het simpelweg in het protocol staat of omdat het de gewoonte is.”


Wat heeft dat met discriminatie te maken? “Bij vrouwen die ‘buiten de box’ vallen, bij- voorbeeld vanwege hun migratieachtergrond, genderidentiteit, seksuele voorkeur of mentale of lichamelijke uitdagingen, is de kans op obstetrisch geweld, zoals we het officieel noemen, nog groter. Zo hebben zwangeren met een niet-westerse migratieachtergrond tot twee keer vaker dit soort negatieve ervaringen, aldus het onderzoek van Van der Pijl. Het probleem is dat we tijdens onze opleiding leren dat we iedereen dezelfde ‘goede’ zorg moeten geven, namelijk die in de richtlijnen is vastgelegd. Maar er zijn tal van vrouwen voor wie die standaardaanpak niet passend is. Door alle zwangeren in hetzelfde hokje te duwen, doen we veel van hen tekort en schaden we ze soms zelfs. Niet voor niets hebben zwangeren die ‘anders’ zijn structureel minder goede zorguitkomsten. Vrouwen met een slechtere sociaal-economische positie krijgen bijvoorbeeld vaker een kind dat te vroeg of te klein wordt geboren. En de kans op sterfte van barenden met een niet-westerse migratieachter- grond ligt nog altijd tot drie keer hoger. Ook hebben zij twee keer meer kans dat hun baby bij de geboorte overlijdt. Voor een deel is dit te verklaren door medische problemen in deze groep. Maar ook bij gezonde zwangeren met een niet-westerse migratieachtergrond is het risico verhoogd, bleek uit mijn eigen promotie- onderzoek.”


Wilt u daarmee zeggen dat we vrouwen die ‘buiten de box’ vallen minder goede zorg geven? “Ik geloof echt niet dat zorgprofessionals bewust discrimineren. Maar we hebben allemaal blinde vlekken. Neem raciale vooroordelen bij de beoordeling van pijn. Hier heb ik samen met collega’s recent onderzoek naar gedaan, dat hopelijk volgend jaar wordt gepubliceerd. Uit de studie is gebleken dat racistische vooroordelen, bijvoorbeeld dat zwarte vrouwen een hogere pijngrens hebben, zorgkeuzes beïnvloeden. Zulke overtuigingen zijn niet alleen feitelijk onjuist, ze zijn ook gevaarlijk, omdat zwangeren


CURRICULUM VITAE


Bahareh Goodarzi (1985) Geboren in Teheran, Iran


2003-2007


Verloskunde Academie Rotterdam 2007-2012


zelfstandig verloskundige 2010-2012


Master Health Management, Erasmus Universiteit 2011-heden


docent Academie


Verloskunde Amsterdam Groningen 2012-2015


beleidsadviseur KNOV 2013-2014


Basisopleiding


Universitair Docent 2016-2023


promotieonderzoek


Verloskundige Wetenschap, VUmc


2020-heden


redacteur online platform ‘Het vroede geluid’ 2023-2024


postdoctoraal onderzoeker


Verloskundige Wetenschap, VUmc


2024-heden universitair docent


Verloskundige Wetenschap, Amsterdam UMC, Vumc 2024-heden


partusassistent


Bevalcentrum Zuid, Amsterdam 2024


auteur Baren buiten de box, met co-auteur Daan Borrel


en barenden daardoor mogelijk niet de zorg krijgen die ze nodig hebben.”


Samen met haar ouders, broer en twee zussen vlucht Goodarzi op haar zevende van Iran naar Nederland. Na de havo kiest ze voor de hbo-op- leiding verloskunde: “Werk dat ertoe doet en de perfecte mix van iets inhoudelijks en iets menselijks.” Eenmaal aan de slag mist ze echter ruimte voor verdieping en kritische reflectie. “Ik had altijd vragen. Hoe kan het bijvoorbeeld dat ziekenhuizen verschillende protocollen voor geboortezorg gebruiken? En dat een ver- loskundige op een andere manier risico selectie doet dan een gynaecoloog? Daar kreeg ik geen antwoord op.” Een master health management vergroot


haar kennishonger alleen maar. En wakkert ook het vuur aan om de zorg ten goede te willen veranderen. Daarvoor gaat ze terug naar de bron: het onderwijs. Ze wordt docent aan de Academie Verloskunde Amsterdam Groningen. Gelijktijdig werkt ze drie jaar als beleidsadviseur bij beroepsorganisatie KNOV. In 2014 raakt Goodarzi tijdens een congres


aan de praat met hoogleraar verloskundige wetenschap Raymond de Vries. “Je moet onder- zoek gaan doen”, adviseert hij haar. Een paar jaar later promoveert ze op een studie naar risicoselectie in de geboortezorg. Als 43e verloskundige in Nederland en als eerste verloskundige met een niet-westerse migratie- achtergrond. “Ik ontdekte dat onrechtvaardigheid, racisme


en discriminatie verweven zitten in het zorg- onderwijs, de praktijk en het onderzoek. Een voorbeeld. Eind 19e eeuw leefde de overtuiging dat het bekken van witte zwangeren geschik- ter zou zijn om te baren dan dat van zwarte vrouwen. Dit idee is allang achterhaald, maar in het veelgebruikte verloskundig leerboek Williams Obstetrics staat nog altijd ‘wit ras’ als succesfactor voor vaginaal baren na een eerdere keizersnede. In het verlengde hiervan gebruiken we voorspellende modellen waarbij je ras moet invoeren. Met als gevolg dat zwangeren van kleur het risico lopen dat ze vaker onnodig een keizersnede krijgen. En omdat we verlos- kundigen en gynaecologen trainen om ziektes te herkennen op een witte huid, merken ze bijvoorbeeld zuurstofgebrek bij donkere baby’s minder snel op.”


Hoe kan dat anno 2024 nog steeds het geval zijn? “Omdat het issue groter is dan alleen de geboorte- zorg. Oneerlijke gezondheidsverschillen zijn mede het gevolg van systemische ongelijkheid en discriminatie in de samenleving. Hoe we zwangeren en barenden behandelen, zegt iets over de onrechtvaardige manier waarop we als


<


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92