search.noResults

search.searching

dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Tekst: Wout de Bruijne Beeld: Nout Steenkamp


031 ‘Ik houd er een


vakantiegevoel aan over’


een of twee keer mee naar de Noord- en de Zuidpool. Deze winter maak ik mijn twintigste reis, rond Antarctica. Je vaart als scheepsarts mee op vrij-


willige basis, alleen de reis- en verblijfs- kosten worden vergoed. Het werk kan soms wel hectisch zijn,


bijvoorbeeld bij een ongeluk aan boord, maar meestal kabbelt het rustig voort en is er weinig stress. Ik houd er in ieder geval wel een vakantiegevoel aan over. Dat is ook een reden dat ik het doe, want verder ga ik nauwelijks op vakan- tie en het werk wordt zoals gezegd niet betaald. Overigens kun je dit als arts wel als vakantiebesteding doen, maar een organisatie als Oceanwide heeft toch een voorkeur voor ervaren terug- kerende routiniers. Op grotere schepen met ongeveer


100 passagiers heb je gemiddeld zo’n drie patiënten per dag. Daarbij gaat het meestal om zeeziekte en huis-, tuin- en keukenverwondingen, zoals een vinger tussen de deur. Het werk begint ook wel- eens vóór vertrek wanneer Oceanwide een passagier bij twijfel nader medisch wil laten toetsen. Ik maak deel uit van het medisch comité van de organisatie en word dan geraadpleegd. Soms vraag ik over zo’n mogelijk toekomstige pas- sagier dan extra informatie bij zijn of haar behandelend specialist op. Het komt natuurlijk ook voor dat


mensen het gezondheidsformulier dat voor aanvang van iedere reis wordt ver- strekt, niet goed of onvolledig hebben ingevuld, per ongeluk of met opzet. Dan


kan het zijn dat een patiënt er doorheen glipt en dermate ziek aan boord komt dat hij of zij een dergelijke reis niet had moeten maken, ook niet in het belang van de medepassagiers. In het ergste geval kun je als


scheepsarts eisen dat het schip terug- keert of doorvaart naar de dichtstbij- zijnde haven. Je mag de commerciële belangen van de reisorganisatie nooit zwaarder laten wegen bij zo’n beslis- sing. Je kunt weleens overleggen met een andere arts, want bijna altijd is er onder de reizigers minimaal één andere zorgverlener; artsen zijn een reislustig volkje. Maar jij bent en blijft verant- woordelijk.


‘In de witte stilte


kun je vrijuit reflecteren’


Het kan er op zee natuurlijk weleens


ruig aan toe gaan. Bij een storm in de Drake Passage tussen Zuid-Amerika en Antarctica moest ik eens bij golven tot vijftien meter hoog een wond hechten. Twee leden van de crew hielden mij vast terwijl ik naald en draad hanteerde. Die bemanning is ook een van de redenen dat ik dit soort reizen graag maak. Staff en crew – van kapitein tot laundry


ladies – voelen inmiddels aan als fami- lie. Ik voel me thuis bij hen en we zijn samen op avontuur in afgelegen en on- gerepte natuurgebieden. Je kunt elkaar soms jaren niet zien, maar vroeg of laat kom je elkaar weer tegen aan boord van een van de expeditieschepen. Ik zie het als een voorrecht dat ik


van deze passie mijn werk heb kunnen maken. Ik ben thuis tweeënhalve dag per week waarnemend huisarts en twee dagen cosmetisch arts. Deze combinatie met de reizen als scheepsarts is voor mij ideaal. Ik kan bij de expedities mijn hoofd leegmaken van de dagelijkse beslommeringen. Op zee turen naar een lege horizon is verhelderend en rustgevend en in de witte stilte op de polen kun je vrijuit reflecteren. Ik heb geen gezin en ik wil deze


manier van werken zo lang mogelijk blijven doen. De reisbestemmingen vervelen nooit; ook al kom je er vaker, het landschap ziet er in de snel verande- rende weersomstandigheden altijd weer anders uit. Spitsbergen heeft imposante ijsberen en walrussen, Groenland heeft aan het einde van de zomer vaak mooi weer met ongekende zonsondergangen en sprookjesachtige beelden van enor- me ijsbergen in de fjorden. Maar als ik zou moeten kiezen, is


Antarctica toch mijn favoriet, mede door die nieuwsgierige koddige pin- guïns die op je afkomen. En waar anders maak je nou mee dat je tijdens je werk vanuit een helikopter boven ijs- vlaktes naar groepen orka’s mag turen?





Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92  |  Page 93  |  Page 94  |  Page 95  |  Page 96  |  Page 97  |  Page 98  |  Page 99  |  Page 100