014 Interview
auteur Esther Verhoef en Zomergasten-presenta- tor Janine Abbring. “Omdat ik alle gevolgen van pesten wilde beschrijven, heb ik ook de verhalen van andere pestslachtoffers opgetekend. Daarbij wilde ik toetsen of mijn mening over behande- lingen klopte. Zo was ik benieuwd of erkenning, een podium, een helende werking zou hebben.” Dat was de eerste reden om bekende mensen te bevragen. De tweede was de gedachte dat zij andere pestslachtoffers hoop kunnen geven. “Als in mijn tijd George Clooney, die in ER speelde, had verteld dat hij vroeger gepest was, dan had mij dat enorm geholpen.” De geïnterviewden zijn heel open in het boek,
en Verhoeff zelf nog wel het meest. Over dat hij automutileerde in de pestperiode: ‘Hoofdbon- ken, vuisten tegen de muur slaan, maar vooral tot bloedens toe velletjes van mijn vingertoppen trekken.’ Over alcoholgebruik in zijn studen- tentijd: ‘Om mijn zenuwen onder controle te krijgen.’ En over de moeite die hij had om vriendschappen te sluiten en liefde toe te laten, bang om gekwetst te worden: ‘Ik ging helemaal op in een meisje en wilde heel graag meer, maar dan was de seks voorbij en wilde ik vooral dat ze zo snel mogelijk uit mijn leven verdween.’
Masker af Over die openhartigheid heeft de huisarts geen moment getwijfeld. “Ik heb jaren met een masker rondgelopen. Als ik nu wat achterwege laat of maar half vertel, dan voelt het alsof ik toch nog een masker draag. En ik wil dat lezers zien dat er een verband kan zijn tussen een pestverleden en allerlei problemen in het he- den. Ik heb al verscheidene mails gekregen, ook van collega’s uit de zorg, die zich in het boek herkennen en geholpen willen worden met hun pestverleden. Voor collega’s die zelf niet gepest zijn – of het nu huisartsen, plastisch chirurgen, reumatologen of paramedici zijn – is het mis- schien goed om nog eens te lezen dat pesten een ruim assortiment aan gevolgen kent, geestelijk én lichamelijk, ook op latere leeftijd, zodat ze daaraan kunnen denken bij hun patiënten.” Verhoeff kwam op het idee om dit boek te
schrijven, nadat hij twee meisjes had gespro- ken die een prijs hadden gewonnen voor een pestplatform. “Zij geven ook workshops en wat ze zien, is dat de behandelingen voor pest- slachtoffers in Nederland niet afdoende zijn. Vaak wordt aangenomen dat je er wel overheen groeit, maar volwassenheid is niet het medicijn. Uit onderzoek blijkt dat pesten even heftig kan zijn als PTSS en incest. Als ik dat vroeger van mijn psycholoog of therapeut had gehoord, was ik minder hard voor mezelf geweest. Maar de sessies die ik heb gehad, waren vooral gericht op het opkrikken van mijn zelfvertrouwen en dat was niet genoeg. Ik dacht dat de behandelingen,
met alle aandacht die er tegenwoordig is voor pesten, intussen wel verbeterd zouden zijn, maar dat blijkt niet het geval.” Voor Verhoeff voelde therapie als een vijand.
CURRICULUM VITAE
Rutger Verhoeff (1979) geboren in Arnhem
1998-2004
geneeskunde, Radboud Universiteit Nijmegen 2006-2007
agnio psychiatrie, Winterswijk 2007-2010
huisartsgeneeskunde, Radboud Universiteit
Nijmegen; kindergenees-
kunde Rijnstate ziekenhuis, Arnhem en SEH Catharina Ziekenhuis, Eindhoven 2010-heden
waarnemend huisarts 2012-2014
tv-programma
Zon, Zuipen, Ziekenhuis 2015
boek Wat denkt u, dokter? 2015-2016
columnist Libelle 2015-heden columnist AD 2015-heden
columnist De Dokter 2015-heden vaste huisarts
radiozender FunX 2016-heden
vlogger voor Libelle TV 2017
kookboek Lekker Beter, met chef-kok Ramon Beuk 2018
boek Laat je niet verpesten
Bij een assertiviteitstraining was het alsof hij opgesloten werd met andere slappelingen, waardoor hij zich nog meer een buitenstaan- der voelde. Bezoeken aan een psycholoog en EMDR-therapeut hielpen evenmin. “Ze preten- deerden dat ze me konden helpen, maar steeds kwam ik niet waar ik wilde zijn. Soms ging het even goed, maar dan viel ik terug en was de behandeling afgelopen.” De psycholoog noemt hij in het boek ‘een geitenwollensokkendame’, de EMDR-therapeut ‘een hypnotiseur’ – wat zouden deze beroepsgroepen ervan vinden dat een huisarts ze op deze manier beschrijft? “Het was zoals ik het in die tijd zag. Ik had niet het idee dat ze zich in mij konden verplaatsen. Dat is ook lastig als je geen ervaring hebt met pes- ten. De psychologen die ik over dit onderwerp heb gesproken, erkennen dit ook; ze vinden het moeilijk om patiënten met een pestverleden goed te helpen.” Waar Verhoeff veel baat bij heeft gehad,
is theatersport. En zijn co-schappen in het ziekenhuis hebben hem, nu hij erop terugkijkt, ook erg geholpen. Hij startte met enorme (faal)angst. Tijdens zijn eerste co-schap had hij zo’n beetje alle medische boekjes die hij kon vinden in zijn jas gepropt. Maar met de tijd ging het beter. Patiënten en begeleiders droe- gen onbedoeld bij aan zijn ‘pestrevalidatie’. Zo leerde zijn allereerste patiënt, een leeftijds-
genoot met acute lymfatische leukemie en een ontstellend relativeringsvermogen, hem om te relativeren. De uroloog die hem begeleidde, nam hem op zijn eerste dag mee voor een kennis- makingsrondje door het ziekenhuis. “Ik moest iedereen een hand geven. Van de mensen in de keuken tot de transfermensen. ‘Laat zien dat je iedereen ziet staan’, zei hij. ‘Wees altijd vriende- lijk, dan krijg je dat terug.’ Zomaar op mensen afstappen, was voor mij moeilijk, maar ik merkte dat het werkte. Als we een vergadering hadden, nam ik altijd iets lekkers mee. Ik stond algauw bekend als ‘de koekenman’. Daardoor werd het makkelijker om mijn vinger op te steken en vragen te stellen als ik iets niet begreep.”
Kootje Mallootje Bij het co-schap chirurgie trof hij een begeleider van de oude stempel. De chirurg noemde hem vier weken lang niet bij zijn naam, maar Kootje Mallootje en maakte de operatiekamer tot een hel. “Als pestslachtoffer kun je geen kritiek verwerken. Ik nam het hoog op. Dacht dat hij een hekel aan me had. Maar in het eindgesprek bleek hij een heel aardige vent. Ik kreeg een 8. Hij leerde me dat niet alle kritiek persoonlijk is.”
<
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98 |
Page 99 |
Page 100