018 Herregistratie
heeft met het maken van fouten en het opleggen van maatregelen echter niets van doen. De betrokken artsen komen om verschillende redenen niet in aanmerking voor herregistratie. De belangrijkste reden is dat er te lang geen of niet genoeg patiëntencontact is ge- weest. Veelal omdat men gepensioneerd is, langdurig ziek was of iets heel anders is gaan doen. Men voldoet dan niet aan de eis van 2080 uren patiëntencontact in vijf jaar tijd. Het is wel mogelijk via een scholing- en toetsingsroute alsnog in aanmerking te komen voor herregistra- tie, maar wie daar om welke reden dan ook, niet of niet op tijd aan begint, wordt uitgeschreven. Dat artsen niet geregistreerd kun-
nen blijven als zijnde specialist in een bepaald vakgebied, lijkt iedereen te onderschrijven. In de medisch specialis- men was de plicht tot herregistratie al langer een geaccepteerd en als logisch ervaren feit. “Dat ik mezelf geen huisarts meer mag noemen, vind ik volstrekt logisch”, onderstreept ook Wagenaar. “Ik onderschrijf volledig het belang van een systeem waardoor het voor burgers en collega’s duidelijk wordt wie in de beroepsgroep bevoegd en bekwaam zijn, maar dat de titel ‘arts’ me om admi- nistratieve redenen door de overheid ontfutseld is, ervaar ik als groot onrecht. Ik denk dat er andere oplossingen moge- lijk zijn, ook via het BIG-register. Maar daarvoor is een wetswijziging nodig en die wordt kennelijk niet opportuun
geacht. Ik heb hierover contact gehad met verschillende deskundigen bij de KNMG, maar hoewel men daar begrip heeft voor onze situatie, maakte men mij duidelijk dat er niet voldoende draagvlak is om een dergelijke wetswijziging op de agenda te brengen van de politiek. Ik vermoed zelf dat dat draagvlak er nu wél is, sinds er vanaf januari zo veel artsen zijn doorgehaald en geconfronteerd werden met de gevolgen. Een aantal van hen werd op dat moment pas ‘wakker’ en trekt nu aan de bel.”
Principekwestie Wat Wagenaar vertelt, weerspiegelt de teneur van het overgrote deel van de reacties die de redactie bereikten. Het niet meer mogen voeren van de titel voelt alsof de overheid de betrokken artsen een deel van hun identiteit heeft afgenomen. Nadat Arts en Auto-blogger, Ignace Schret- len (een van de doorgehaalde oud-artsen) daarover begin dit jaar twee blogs schreef, ontving de redactie tientallen brieven van artsen die ongeveer hetzelfde gevoel beschreven. De publicatie van een selectie daaruit in de brievenrubriek, lokt tot op de dag van vandaag nog nieuwe reacties uit. Overigens niet alleen van oud-artsen die boos zijn. Er zijn ook uitgeschreven artsen die het geen enkel probleem vinden om ‘niet praktiserend’ toe te voegen. Zij zijn in de minderheid als het om aantallen reacties gaat, maar dat zegt weinig, omdat het voor de hand ligt dat juist artsen reageren die het verlies van de
artsentitel wél als probleem ervaren. Hoewel de betreffende artsen dus
verschillend reageren, is de algemene ten- dens van de reacties aan het adres van de redactie duidelijk wél dat men het princi- pieel niet vindt kloppen dat een overheid een eenmaal door studie verworven en eerder beschermde beroepstitel kan ‘af- pakken’ terwijl er ook andere oplossingen voor zijn. Zoals de toevoeging ‘niet prak- tiserend’ in het register zelf. “Maar dat vond minister Hoogervorst destijds niet wenselijk en haalbaar”, zegt Wagenaar.
‘Natuurlijk geeft het gemengde gevoelens
als je altijd de artsentitel zonder toevoeging hebt
gebruikt en hebt gedacht dat je die kon blijven gebruiken’
KNMG Artsenfederatie KNMG heeft in een jarenlang voortraject naar de boven- beschreven wettelijke koppeling van Hoogervorst steeds aangegeven dat titel- verlies niet acceptabel was, omdat artsen de beroepstitel eerder voor het leven
Extra informatie
Aan de 17.909 artsen die per 1 januari werden door- gehaald, zijn sindsdien nog artsen toegevoegd omdat ze niet aan de herregistratie-eisen (konden) voldoen. Maar in de maandverslagen van het CIBG, uitvoerings- organisatie van het ministerie van VWS en beheerder van onder meer het BIG-register, staat bij de aantallen niet vermeld met welke reden deze artsen werden uitgeschreven. Daarom kunnen die aantallen niet 1 op 1 vertaald worden naar uitschrijving vanwege niet voldoen aan herregistratie-eisen. Een aantal artsen kiest ervoor uitschrijving uit het
register te voorkomen door deel te nemen aan het scholing- en toetsingstraject dat wordt verzorgd door
de VUmc Academie. Met betrekking tot de beladen term ‘doorgehaald’ versus het vriendelijker ‘uitgeschre- ven’ meldt het CIBG desgevraagd dat signalen daar- over door hen bij de betrokken beleidsdirectie van het ministerie van VWS zijn gelegd. Of daar ontwikkelingen zijn richting een ander gebruik van terminologie, is nog onduidelijk. De situatie in de praktijk is overigens dat de naam van een arts die is doorgehaald vanwege niet herregistreren, direct niet meer zichtbaar is in het BIG-register. De term ‘doorgehaald’ is in het geval van niet-herregistreren dus nooit zichtbaar gekoppeld aan de naam van de betrokken arts. De arts is simpelweg onvindbaar in het register.
<
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98 |
Page 99 |
Page 100