Column
Pieter van der Wiel is schadebehande- laar afdeling Schadeservices bij VvAA
de verstoorde arbeidsrelatie – heeft veroorzaakt, geeft de rechter haar géén ontslagvergoeding. In deze zaak hebben de huisartsen steken laten vallen, maar komen ze er met deze afwikkeling nog relatief goed van af. Wat kunt u als werkgever van deze casus
leren? Wees alert en spreek een medewerker direct aan op slecht functioneren. Geef ver- beterpunten duidelijk aan en maak schriftelijke afspraken over het verbetertraject. Het moet voor de werknemer duidelijk zijn hoeveel tijd hij krijgt om het functioneren te verbeteren (meestal zes maanden) en wat er gebeurt als hij hierin niet slaagt (beëindiging arbeidsovereen- komst). Evalueer het functioneren regelmatig, leg alles schriftelijk vast en laat de medewerker de gespreksverslagen ‘voor gezien’ of ‘voor akkoord’ ondertekenen. Zo bouwt u een dos- sier op. Als het functioneren aan het einde van het verbetertraject niet is verbeterd, kunt u de arbeidsovereenkomst beëindigen. Dit kan in overleg met de medewerker of via een ontslag- procedure bij de kantonrechter, dan wel (tot 1 juli 2015) bij het het UWV Werkbedrijf. Bij ernstige voorvallen ligt de lat nóg hoger en moet u aan- tonen dat de medewerker schuldig is. Dat kan bijvoorbeeld door middel van een onderzoek en getuigenverklaringen. Het is ook belangrijk dat u de medewerker vraagt om een reactie op uw constateringen. Als u al deze stappen niet zet, kan dit u duur
komen te staan. U loopt het risico dat de rechter uw verzoek tot ontbinding van de arbeidsover- eenkomst afwijst. De rechter kan ook besluiten om de arbeidsovereenkomst te beëindigen en aan de werknemer een hoge ontslagvergoeding toe te kennen. Het niet aanspreken van medewer- kers kan uiteindelijk veel stress opleveren, wat de kwaliteit van zorg niet ten goede zal komen.
Eva Balfoort, senior jurist bij VvAA Rechtsbijstand
rechtsbijstand@vvaa.nl
Fietsongeluk
Apotheker Dennis de Bruin is met zijn vrouw en zijn zoon Frank van 8 jaar op de fiets op weg naar zijn ouders. Frank rijdt, ongedul- dig als hij is, vóór zijn ouders uit. Het fietspad is smal, maar heeft wel tweerichtingsverkeer. Een scooter komt hen met normale snel- heid tegemoet gereden. Dennis rijdt achter zijn vrouw en zoon en ziet dat het stuur van Franks fiets over het midden van de weghelft komt. Een aanrijding met de scooter volgt en Frank vliegt door de lucht. Op een aantal schaafwonden na valt het letsel van Frank gelukkig mee, maar zijn fiets is flink beschadigd. De scooter heeft geringe schade. Er worden persoonsgegevens uitgewisseld. Drie weken later ontvangt Dennis een brief van de verzekeraar
van de scooterbestuurder. Of hij het voorval wil melden bij zijn rechtsbijstandsverzekeraar, want hij heeft recht op schadevergoe- ding – letselschade en schade aan Franks fiets en kleding – door de verzekeraar van de scooter. Hoewel Frank te veel naar links reed, krijgt Dennis op grond van artikel 185 van de Wegenver- keerswetgeving alle schade van de 8-jarige Frank vergoed. De wetgever heeft in dit artikel bepaald dat ‘de verzekeraar van een motorrijtuig schade die wordt toegebracht aan kinderen jonger dan 14 jaar, volledig moet vergoeden, tenzij er sprake is van opzet
verkeer aan kinderen jonger dan 14 jaar wordt volledig vergoed
Schade toegebracht in het
of daaraan grenzende roekeloosheid’. Daar is in dit geval geen sprake van. Voor personen vanaf 14 jaar geldt in de regel een vergoeding van 50 procent in vergelijkbare gevallen. Dit geldt overigens niet alleen voor fietsers, maar ook voor voetgangers. Voor Frank loopt het gelukkig goed af, maar een ongeluk
kan ook grote gevolgen hebben met bijkomende schade zoals inkomstenderving en kosten van waarneming. Dus wanneer u zelf slachtoffer bent van een fietsongeluk, is het zinvol om u te laten informeren door een deskundige. Ook al heeft u persoonlijk een ander gevoel over de schuldvraag!
ArtsenAuto februari 2015 031
Advies
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98 |
Page 99 |
Page 100