Motor


Motorvrouwen onder elkaar


Steeds meer vrouwen ontdekken de motor. De ANWB organiseert voor hen speciale motorrijvaardigheidstrainingen, want:


“Vrouwen vinden het vaak niet prettig om tijdens zo’n training tegen het haantjesgedrag van mannen te moeten opboksen.”


W


ie zijn rijbewijs haalt, is nog geen volleerd motor- rijder. In het beperkte aantal lessen dat nodig


is om het rijbewijs te halen, worden de basisvaardigheden geleerd. Wie daarna de weg opgaat, leert natuurlijk snel bij. Maar daar schort het vaak aan. Je moet een doel hebben om te rijden of een vriendengroep met wie je op pad gaat: “Wie weinig rijdt, merkt dat zijn vaardig- heden snel achteruitgaan”, zegt Jan Kre- mers, hoofdinstructeur van de ANWB Voortgezette Motorrijopleidingen. “Maar veel rijden is ook geen garantie. Ik zie soms mensen die dagelijks met de motor naar hun werk gaan, maar die nog steeds geen goede bocht kunnen rijden. Boven- dien sluipen er altijd foutjes in de rijstijl. Daarom is het voor iedereen belangrijk om elke paar jaar een opfrismomentje te hebben via een rijvaardigheidstraining.”


Vertrouwen opbouwen Motorrijden is niet gevaarlijk voor wie goed omgaat met de risico’s en zijn rijvaardigheid op peil houdt. Daarom is het voorjaar het juiste moment om een rijvaardigheidstraining te doen: “Veel mensen zetten hun motor ’s winters bin- nen en gaan in het voorjaar weer op pad. Dan hebben ze een half jaar niet gere-


064 mei 2014 ArtsenAuto


den”, legt Kremers uit. “Je ziet dan ook dat er in het eerste mooie weekend na de winter altijd ongelukken gebeuren. Vaak komt dat doordat het gevoel ontbreekt. Bochtsnelheden worden verkeerd inge- schat, men durft de motor niet ‘plat’ ge- noeg te leggen of het vertrouwen om te remmen is er niet. Dat gevoel moet weer worden opgebouwd. Dat kan door rustig te beginnen of door een opfriscursus te


doen”, aldus Kremers, die al jarenlang bij de ANWB motorrijvaardigheidstrainin- gen geeft. Dat kunnen speciale hand- lingcursussen zijn, waarbij slalommen, evenwichtsoefeningen en remproeven aan de orde komen. Het kunnen ook wegtrainingen zijn, waarbij aan de hand van speciale routes zaken als positie op de weg en de juiste lijnen door bochten worden getraind. Uiteindelijk zijn de


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92