Het dilemma Ethicus Lieke van der Scheer: Een weigering
Een schizofrene patiënt met een non- Hodgkin lymfoom geeft aan dat hij niet behandeld wil worden. Maar is deze patiënt wilsbekwaam?
Een patiënt van 40 jaar ligt op de afdeling oncologie met een non-Hodgkin lymfoom. Hij wordt daarvoor behandeld met een aantal CHOP-kuren. Tussen de kuren door verblijft hij op de Psychiatrische Afdeling Algemeen Ziekenhuis (PAAZ). De patiënt heeft geen familie of vrienden. De patiënt is bekend met schizofrenie en blijkt tijdens het
toedienen van de kuren zodanig onrustig en verward te reageren dat hij, ondanks forse sedatie, gefixeerd moet worden om hem in bed te houden en te voorkomen dat hij zijn infuus eruit trekt. Tijdens de behandeling ontwikkelt de patiënt forse decu-
bitusplekken en een aantal keren een pneumonie, mogelijk vanwege leukopenie ten gevolge van de behandeling en omdat hij vanwege fixatie niet goed kan doorademen. Als hij wakker is, laat hij duidelijk merken dat hij het niet
naar zijn zin heeft en liever niet behandeld wil worden. De PAAZ bevestigt dat hij tijdens zijn verblijf daar deze wens voortdurend uit. Wat moet het behandelteam doen? Luisteren naar de wens
van de patiënt en dus stoppen met de behandeling? Waar moet dan aan worden voldaan? Of is deze patiënt niet wils- bekwaam en kan er daarom geen sprake van zijn om aan zijn wens tegemoet te komen?
Annemarie Smilde: Een dilemma
In dit dilemma ligt het lot van de patiënt in handen van de oncoloog: hij is het die oordeelt over de wilsbekwaamheid van de patiënt en daarmee over zijn zelfbeschik- kingsrecht. Bij de toetsing van de wilsbekwaamheid
Wilt u een dilemma aan dit panel voorleggen? Stuur dan een mail naar:
redactie@artsenauto.nl o.v.v. dilemma. Wij nemen contact met u op.
(volgens de WGBO: het vermogen van een patiënt tot een redelijke waardering van zijn belangen) kan de oncoloog gebruik- maken van de Handreiking voor de beoorde- ling van wilsbekwaamheid*. Deze bepaalt dat hij de patiënt eerst zal moeten informeren over de behandeling en zijn gezondheids- toestand en de te verwachten gevolgen van het nalaten van de behandeling. Vervol- gens zal hij moeten beoordelen of zijn patiënt in staat is de aard en de gevolgen van een beslissing over de behandeling
Behandelaars zijn hier in een lastig parket beland. Wat te doen? Dat hangt af van de voorgeschiedenis. Daarover geeft de casus- beschrijving helaas te weinig informatie. Bijvoorbeeld, wat hebben behandelaars en patiënt met elkaar besproken, zowel voor- afgaand aan de CHOP-kuren, als toen bleek dat hij onrustig werd van de kuur? Waar heeft de patiënt wel of niet mee ingestemd? Waarom reageert de patiënt zo? Lokt de sedatie misschien wanen uit? Of ligt het aan de situatie: in bed aan het infuus? Of moest de patiënt vanwege de kuur stoppen met zijn antipsychotica? Beoordeelt de arts de patiënt als wilsonbekwaam? Op basis waarvan? Het meest zorgwekkend vind ik dat in deze casusbeschrijving de stem van de patiënt ontbreekt.
032 oktober 2013 ArtsenAuto
Casus
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98 |
Page 99 |
Page 100