search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
De Haagse commandant


25


dienst te hebben gehad.’ Er is nog een opmerkelijk telefoontje van Voorhoeve. Hij belt met Dutchbat- commandant Karremans, terwijl die onder bevel staat van de VN. Overste Karremans heeft dan al onder het oog van Servische tv-camera’s in de avond van 11 juli het vernederende gesprek met Mladic


´ gevoerd dat nog altijd op


Flauwekul Het bevel over de troepen ligt bij VN-generaal Janvier. Die beveelt op 10 juli dat een blocking position moet worden ingenomen met de witte YPR- pantserwagens van Dutchbat. ‘Dat was militair gezien allemaal fl auwekul. Ze waren een trigger. Zodra de Serviërs ze beschoten zou luchtsteun volgen. Maar de Serviërs trokken er gewoon omheen.’ De volgende dag, 11 juli, wordt duidelijk dat de enclave militair gezien is gevallen. Dutchbat en duizenden vluchtelingen hebben zich verzameld rond de com- pound in Potoc


ˇari. Toch vindt een


luchtaanval plaats. Een uur later laten de Serviërs weten dat Nederlandse gijze- laars zullen worden gedood als de aan- vallen doorgaan. Hilderink en Voorhoeve klimmen in de telefoon. Het is een controversiële episode in het bunkerver- haal. Hilderink belt met de Nederlandse liaison in Vicenza (het hoofdkwartier van 5 Allied Tactical Air Force dat de inzet van de NAVO-toestellen boven Bosnië coördineerde), Voorhoeve met VN- gezant Yasushi Akashi. ‘Stop, stop, stop. Cancel all airstrikes’, zou Voorhoeve hebben geroepen. Niets van waar, zegt Hilderink. ‘Er is niet gezegd: u moet niet, u zult niet, u mag niet. Er is gezegd: het is de Nederlandse opvatting dat luchtsteun zinloos is, want de enclave is al geval- len. De aanvallen bleken toen overigens al te zijn gecanceld door de VN zelf. Het verhaal komt van een van mijn medewerkers. Toen we het gingen onderzoeken bleek hij die dag niet eens


YouTube rondwaart. Hilderink: ‘Ik heb zelf de verbinding gelegd. Voorhoeve wilde Karremans duidelijk maken dat hij gesteund werd. Daar is later van al- les en nog wat van gemaakt, maar dit is het verhaal.’ Hij weet niet precies wat er gezegd is. ‘Als mijn minister gaat bellen, dan blijf ik er niet bij staan als hij daar niet om vraagt.’ Na de val van de enclave gaat het in de bunker vooral over de evacuatie van de vluchtelingen. ‘Voorhoeve was heel stel- lig. Er moest alles aan gedaan worden om die mensen maximaal te bescher- men door op de bussen Nederlanders te laten meerijden. Als wij ook maar even twijfelden, kregen we op ons duvel. We legden hem uit dat we niets meer te vertellen hadden. Dat er dus een deur van een bus dicht kon gaan zonder dat er een Nederlander aan boord was. Voorhoeve accepteerde dat.’


Frustratie Naderhand, met het bekend worden van de Servische moordpartijen, sloegen bij Hilderink machteloosheid en frustratie toe. Had hij wel op alle punten goed geadviseerd? ‘Voor mij is een advies moreel gezien een besluit’, benadrukt hij. In december 1996, op het hoogtepunt van zijn twijfels en frustratie, kreeg hij een lichte tia. Hij kwam er weer bovenop, maar ergert zich nog altijd kapot aan de krijgshaftigheid van al die betweters die er niet bij waren. ‘Het idee dat het de bedoeling was de bewoners van de enclave te verdedigen is abso- lute fl auwekul. Het was in opzet een peace-keepingmissie. Ook al ontaardde die in gevechten, bij peace keeping ben je onafhankelijk en gaat de zorg voor het eigen personeel vóór. Dat waren let-


terlijk de orders van de VN. Bovendien hadden we maar een paar honderd man. Andere landen riepen van alles, maar hadden niet de politieke wil ons te helpen.’ Wat hij zeer betreurt is dat Nederland tegenwoordig ‘uitsluitend het eigenbe- lang op de korte termijn hanteert’ bij militaire missies. Na Srebrenica ont- wikkelden de VN het leerstuk van de ‘responsibility to protect’ dat het moge- lijk maakt om met kracht op te treden tegen genocide, oorlogsmisdaden en etnische zuivering. ‘Morele waarden horen deel uit te maken van een goede nationale strategie’, meent Hilderink. ‘Na Srebrenica doen we daar nauwelijks nog aan. Daarin zijn we doorgeslagen.’


‘Morele waarden horen bij een goede nationale strategie’


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76