search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
22


De veteraan


‘Het had niets te maken met het militaire vak, het was pure misdaad’


vatiepost volgde een week op de basis. Met de plaatselijke bevolking verliep de omgang goed, herinnert hij zich. Met de Bosnisch-Servische strijders was er geen contact. Na enkele maanden werd duidelijk dat het de verkeerde kant opging. Pattiwael van Westerloo: ‘Onze post werd steeds vaker beschoten en patrouilles werden onder vuur genomen, ook met zwaar kaliberwapens. We hadden heel veel geluk dat er bij ons geen slachtoff ers vielen. Op zo’n blauwe VN-helm is het makkelijk richten. Zelf waren we lichtbewapend en mochten we met ons beperkte mandaat alleen onder bepaal- de voorwaarden terugschieten. Dat was vaak moeilijk uit te leggen.’ Niettemin bleef het moreel van de groep goed. ‘Ik hoefde niemand te motiveren zijn spullen te pakken en de poort uit te gaan. We wilden met ons optreden het verschil maken, ook al waren de omstandigheden verslechterd en heel anders dan we ons vooraf hadden voorgesteld.’


Gegijzeld In juli 1995 ging het defi nitief mis en viel de enclave. Ook de observatiepost van Pattiwael van Westerloo werd inge- nomen. ‘We waren nog maar met acht, negen militairen en werden constant bestookt met mortieren en artillerie. Uiteindelijk stonden de Bosnische Serviërs met een man of tachtig op onze post. Ze waren verbaasd dat wij er nog zaten en hebben ons meteen gebruikt als pressiemiddel tegen even- tuele luchtaanvallen.’ Samen met andere gijzelaars – in totaal dertig Nederlandse militairen – werd de groep van Pattiwael van Westerloo ge- vangengehouden in een schoolgebouw in Bratunac. ‘We hebben nog plannen gemaakt om te ontsnappen. Ikzelf had een pistool en een handgranaat meegesmokkeld. Maar we werden te zwaar bewaakt en de conditie van de jongens was ook niet goed genoeg voor een lange ontsnappingstocht.’ Dankzij onderhandelingen kwamen de gegij- zelden na een aantal dagen vrij. Via Zagreb arriveerden Spencer Pattiwael van Westerloo en zijn groep vervolgens in Nederland, eerder zelfs dan de rest van Dutchbat III. Van de moordpartijen na de val van de enclave heeft hij tijdens zijn gevangen- schap niets meegekregen. ‘We zaten zó geïsoleerd, we hebben er niets van gezien, niets van gemerkt. Pas later in Nederland hoor je het verhaal. Het is verschrikkelijk wat er toen is gebeurd. Wat de Serven hebben gedaan, heeft niets te maken met militair-zijn en het militaire vak uitoefenen, het was pure misdaad.’ Zelf herinnert Pattiwael van Westerloo zich hoe snel de stemming omsloeg: ‘Als je terugkomt, word je eerst als een soort held ontvangen en drie weken later wordt je eenheid Runbat genoemd en wordt aan je ge- vaagd of je niet had moeten vechten.’


Kameraadschap Heel andere herinneringen bewaart Pattiwael van Westerloo aan zijn latere uitzendingen. Met name aan de missie


in Uruzgan, de tweede keer dat hij naar Afghanistan werd uitgezonden. ‘We waren veel beter getraind en voor- bereid, de jongens en meiden wisten precies wat hen te wachten stond. We waren robuust bewapend en de ‘rules of engagement’ klopten, iedere soldaat wist wat hij moest doen. Er werd gevochten en als het nodig was, kwam er luchtsteun. Dan hing de lucht vol. Je zou kunnen zeggen dat we militair volwassen waren geworden.’ Hij voegt eraan toe dat het civiele deel van de Uruzganmissie minstens zo belangrijk was. De gesprekken met plaatselijke sleutelfi guren en het opzetten van pro- jecten voor de bevolking. Pattiwael van Westerloo heeft nog steeds veel contact met oud-Dutch- batters. Srebrenica was ook voor hem een belangrijke periode. Hij kent de boosheid op Defensie die er bij een deel van de Dutchbatveteranen is en hij ziet de trauma’s. Er is tegelijkertijd veel kameraadschap. Zeker ook bij zijn eigen Srebrenicagroepje, de militairen waarmee hij ter plekke optrok. Daarvan stapten de meesten overigens over naar de burgermaatschappij. Pattiwael van Westerloo: ‘We hebben een whatsapp- groep met de nodige zin en onzin en we treff en elkaar altijd tijdens reünies. Vorig jaar liep ons groepje voor het eerst mee in het Veteranendag-defi lé in Den Haag. Dat was leuk en mooi. We gaan dat zeker vaker doen.’


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76