Wie is Frits van Bruggen? Frits van Bruggen (1959) is sinds augustus 2014 hoofddirec- teur van de ANWB. Hij werd dat precies vier jaar nadat hij toetrad tot de hoofddirectie. Nu stuurt hij een negenkoppige directie aan.
Naast zijn activiteiten voor de ANWB is hij president-commis- saris van het Noord-Hollandse Waterleidingbedrijf PWN, lid van de raad van advies van Nationaal Park de Hoge Veluwe en lid van het bestuur van het Ubbo Emmius Fonds van de universiteit Groningen. Ook is hij lid van de Raad van Toezicht van de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM).
Van Bruggen studeerde af aan de universiteit in Groningen (economie). Na zijn studie werkte hij 25 jaar bij de ING Groep, waarvan de laatste tien jaar als directeur bij respectievelijk RVS en Nationale-Nederlanden.
dat we meer fietsen. Vooral de groep 65-plussers trekt eropuit met de fiets, veelal op elektrische fietsen. Zij gaan daardoor een stuk sneller, met alle ge- varen van dien. Buiten dat: 44 procent van de fi etsers in Amsterdam zegt dat zij zich onveilig voelt, blijkt uit onder- zoek onder onze leden. In Den Haag is dat 33 procent. Daar waar fietspaden zijn is het veilig, maar vaak fietst men nog op dezelfde weg als het gemoto- riseerde verkeer. Met name in de wij- ken, waar vaak nog 50 km/u mag wor- den gereden. Daar gebeuren de meeste ongelukken. In de drukke wijken helaas ook met kinderen als slachtoffer.”
“Wij zijn heel actief met het verbeteren van de verkeersveiligheid. Zo zijn wij een van de grondleggers van de ver- keersveiligheidscoalitie, waaraan een groot aantal maatschappelijke organi- saties meedoet. Denk aan Veilig Ver- keer Nederland, TeamAlert, het Verbond van Verzekeraars en SWOV, het weten- schappelijk instituut op het gebied van verkeersveiligheid. We hebben een ma- nifest geschreven over hoe we de ver- keersveiligheid weer laten toenemen.”
“In het regeerakkoord is opgenomen dat verkeersveiligheid een nationale pri- oriteit is en dat het manifest moet wor- den uitgevoerd. Het ministerie van In- frastructuur en Waterstaat heeft hierop
8 Nr.6 - 2019 OTAR
aansluitend een strategisch plan Ver- keersveiligheid gemaakt, dat hopelijk nu in de uitvoeringsfase gaat. Verder zijn we als ANWB actief met bijvoorbeeld een jaarlijkse grote gedragscampag- ne rond fi etsverlichting. En organiseren we onder meer grote programma’s op het gebied van verkeerslessen op scho- len, Streetwise genaamd. Ook zijn we actief in het lobbycircuit om het aantal verkeersslachtoffers uiteindelijk tot nul te reduceren. Maar we willen het eerst voor elkaar krijgen dat de stijgende trend een dalende wordt.”
“Wij verwachten dat de ontwikkeling van zelfrijdende auto’s sneller gaat op de snelwegen en het platteland – op het platteland omdat daar steeds min- der collectief vervoer beschikbaar is. In die gebieden komen meer Uber-achtige constructies die mensen van A naar B brengen. Zelfrijdend in de steden is veel complexer en gaat nog wel een genera- tie duren. Hoe het precies zal gaan, nie- mand die het weet.”
“Wat we wel overzien is de komende tien jaar. In dat perspectief is het inte- ressant dat wij, in samenwerking met onder meer RAI Vereniging, BOVAG, NS, TLN en de Fietsersbond, een mo- biliteitsalliantie hebben gevormd. Deze alliantie heeft afgelopen juni het Delta-
plan Mobiliteit gelanceerd en overhan- digd aan de minister en staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat. Daar- in staat dat er in Nederland de komen- de tien à vijftien jaar 56 miljard euro ex- tra geld moet worden vrijgemaakt voor investeringen in de infrastructuur. Nu is onze infrastructuur namelijk nog heel goed, zeker vergeleken met het buiten- land. Echter, als wij nu niets doen, pra- ten wij daar over vijf à tien jaar heel an- ders over. Dit komt doordat er op het gebied van infrastructuur op dit moment nauwelijks wordt geïnvesteerd.”
“Het geld dat nu concreet beschikbaar is, is alleen toereikend voor het onder- houd van wegen, het spoor en kunst- werken en voor een enkel nieuw kunst- werk. Maar niet voor het doortrekken van de Noord-Zuidlijn in Amsterdam, het aanleggen van een lightrail in Den Haag, het initiëren van aparte fi etssnel- wegen of het verbeteren van de fiets- infrastructuur in steden. Zoals gezegd, allemaal hard nodig om Nederland be- reikbaar en veilig te houden. Daar wringt de schoen. Als er niets verandert en de mobiliteit blijft gestaag groeien, duurt een rit met de auto over tien jaar 50 pro- cent langer dan nu het geval is. Afgelo- pen Prinsjesdag is weliswaar een inves- teringsfonds aangekondigd, maar dat op dit moment nog weinig concreet.”
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48