Hiermee is een goede vergelijking tus- sen de GWW-producten te maken.


De nieuwe bepalingsmethode Milieu- prestatie Gebouwen en GWW-werken v3 geeft nu ook inzicht in de verkre- gen milieuprestatie per module (MPG-A, MPG-B, MPG-C en MPG-D), zodat de ontwerper nu gerichter aan de slag kan om milieuwinst per onderdeel te krijgen. Wanneer bijvoorbeeld een lage score wordt verkregen bij module D, dan is er te weinig materiaal beschikbaar gesteld voor hergebruik. Hier kan de ontwerper dan de aandacht op richten.


Door modules A en D tegenover elkaar te zetten, kan een materiaal in zijn toepas- sing op basis van circulariteit worden ge- selecteerd [3]. Ondanks dat SKB deze in- zichten in het resultaat per module geeft, adviseert DGMR de volgende stappen voor het ontwerp van een product met een lage milieu-impact: • Pas materialen toe die lokaal verwor- ven zijn.


• Wees bewust van de effecten op het winningsgebied van grondstoffen.


• Geef de voorkeur aan de toepassing van natuurlijke materialen.


• Stimuleer hergebruik van het materiaal. • Stimuleer recycling van grondstoffen. • Beperk het gewicht van het toegepas- te materialen in het product, dit heeft ook een gunstige effect op de hoe- veelheid materiaal voor de fundering.


Praktijkvoorbeeld


Een praktijkvoorbeeld waarin een aan- tal van deze adviezen herleidbaar zijn opgenomen, vormen de producten van Bayards Build. Aluminium wordt veel- vuldig door hen toegepast. Het is be- kend dat de productie van 1 kilogram. (ruw gewonnen) aluminium veel ener- gie vraagt (embodied energy), de mi- lieu-impact ook relatief hoog is en bij- draagt aan ontbossing. Echter, door de constructieve en onderhoudsvriendelij- ke kwaliteiten van aluminium – ten op- zichte van staal en houtvezelbeton – is minder massa van het materiaal nodig. DGMR heeft onderstaande drie geluids- schermen - met een afmeting van 4.0 x 1.0 meter - onderling met elkaar ver- geleken. Hieruit blijkt dat - ten opzich- te van staal (4 kg/m2) - er een factor 3 minder aluminium (12 kg/m2) nodig is en een factor 66 minder aluminium (256 kg/m2) ten opzichte van houtvezelbe- ton. Wees dus bewust van de kwalitei- ten van de beoogde toe te passen ma- terialen.


Recyclen De sleutel om de milieubelastingen van technische materialen te reduceren is recyclen. Hiermee wordt de winning van de grondstoffen bauxiet en ijzererts aanzienlijk gereduceerd. Doordat alleen versmeltingsprocessen nodig zijn, kan het percentage embodied energie 40- 70% worden verlaagd [4]. Het is moge-


lijk aluminium producten toe te passen met 80% gerecycled aluminium, waar- van 40% hergebruikt schroot is en 40% pre-consumer. Ook claimt Tata steel dat staal voor 100% recyclebaar is, zonder verlies van kwaliteit. Door slimme de- montabele ontwerpen te maken, kun- nen de geluidsschermen uit technische materialen voor 95% herbruikbaar wor- den gemaakt.


Geluidsprestatie


Het beperken van geluidsoverlast dat weg en spoorweg veroorzaken, draagt bij aan verbetering van de woon-, werk- en leefomgeving (People) en is daarom het tweede criterium voor de duurzaam- heid van geluidsschermen. Toepas- sing van snelheidsbeperking is de eer- ste stap. Is dit niet haalbaar, dan is het noodzakelijk bij het ontwerp van het ge- luidsscherm het leefklimaat als verbe- terdoel aan te houden. Zo worden nu geluidssystemen toegepast die zorgen voor een dB(A)-verlaging, maar effec- tief geen goede bijdrage leveren aan het leefklimaat. Vaak zijn deze schermen in lengte te kort. Ook worden er scher- men met een hoge akoestische reflec- tiecoëfficiënt toegepast. Deze zorgen voor gereflecteerde geluidsoverlast aan de andere zijde van de weg of voor een gereduceerde werking van het geluids- scherm op zichzelf. Het is effectiever geluidsschermen met een schermtop toe te passen.


Geluidsscherm van houtvezelbetonelement (Bron: Bayards Build)


Circulariteit Ook het derde criterium raakt de drie as- pecten van de Triple Bottom Line, na- melijk People, Planet en Profit. Een cir- culaire economie is een economie van hergebruik, van waardebehoud en het sluiten van de cirkels.


Het Butterfly-diagram van de Ellen Ma- cArthur Foundation is de meest gehan- teerde aanpak, alhoewel de nieuwe SKB- bepalingsmethode met versie 3 ook een goede slag heeft gemaakt om een betere beoordeling te geven in circulariteit.


Het Butterfly-diagram maakt onder- scheid tussen een biologische en een technische cirkel en is gebaseerd op de volgende drie principes: 1 Behoud en bevorder natuurlijk ka- pitaal. Gebruik zoveel mogelijk her-


38 Nr.6 - 2019 OTAR


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48