verzet werden doorgegeven, tot het moment dat hun code werd voorge- lezen. “‘De appelmoes wordt heet gegeten’, hoorden we over de radio”, aldus Kroese. “En dan wisten we: jongens, er komt vanavond een dropping bij Nunspeet.” Ze vingen deze containers met wapens op en die moesten dan verder worden verspreid naar de verschillende verzetsgroepen. “Zo ging er een belangrijk deel bij een van die droppings naar het landgoed van Walraven baron van Heeckeren van Molecaten, die in de musical Soldaat van Oranje nog wordt gememoreerd”, vertelt Kroese. Zelf heeft hij ook met fietstassen gevuld met vijf stenguns en zeven pistolen over de Rijksweg naar Hattemerbroek gefietst. “Langs de Rijksweg, 13 kilometer. Tja, wat doe je? Als ik van die secundaire wegen gebruikmaakte, was ik 24 kilometer onderweg. Wat niet wilde zeggen dat je helemaal geen risico had, misschien wat minder. En dan zal ook nog, wil ik eerlijk bekennen, een zekere luiheid heb- ben meegespeeld, zo van: neem het risico maar. Dus ik ging langs de Rijksweg op de fiets met fietstassen vol wapens.”
Wreed Het is echter zeker niet zo dat ze alles heel licht opnamen. Kroese, die ook als veteraan voor de klas spreekt, vertelt dat hij steeds weer
de schoolkinderen op het hart drukt dat ze met allerlei dilemma’s zaten. Zo werden er bij de sabotage aan de spoorlijnen vaak door de Duitsers represailles genomen tegen de men- sen in de huizen die er het dichtst bij stonden. “Daar hebben we twee volle dagen over moeten beraden, wat moeten we doen? Anderhalve kilometer verder was een huisje en daar woonden een man van 85 en een vrouw van 82. De plek waar wij het wilden doen, daar woonde een gezin met man, vrouw en vier kinderen. Dit is natuurlijk een prin- cipieel dilemma. Dat leg ik ook uit op de scholen. Oorlog is wreed. We hebben alleen gedaan wat we zo fatsoenlijk mogelijk konden doen naar ons geweten. Maar het moest doorgaan.” Dat de oorlog wreed was, zou de groep vlak voor de bevrijding nog aan den lijve ondervinden. Op 13 april 1945 waren leden van zijn groep betrokken bij het proberen te verijdelen van het opblazen van de brug bij Heerde door de Duitsers. Helaas werden zij ontdekt en er wer- den zeven verzetsstrijders gepakt en samen met vijf onschuldige burgers terechtgesteld. Elk jaar wordt dit herdacht op 13 april op de plek van de executie bij de Klementbrug bij Heerde om zeven uur ’s ochtends en elk jaar is Kroese er bij. Vorig jaar moest hij constateren dat hij als enige nog aanwezig was van de oor- spronkelijke groep.
Tweede Wereldoorlogveteraan Frederik Kroese bij de kranslegging op de Dam, 4 mei 2015. Foto: privécollectie Frederik Kroese
44 mei 2017
Uitstervend ras De gebeurtenissen van 13 april waren natuurlijk een domper op de feestvreugde bij de bevrijding. Kroese werd met de rest van de groep als lid van de Binnenlandse Strijdkrachten, later nog ingedeeld bij de Stoottroepen, verantwoorde- lijk voor de controle en het opspo- ren van collaborateurs. Hun werk bestond vooral uit wachtlopen en patrouille lopen. Kroese: “Dat was niet wat we wilden en we hebben ons nog diezelfde maand aangemeld als oorlogsvrijwilliger.” Hiervoor werden ze naar Groot-Brittannië gestuurd, de Duitsers hadden de kazernes in Nederland geheel uitge- woond, om daar bij het Britse leger een opleiding te krijgen. Kroese liep echter een borstvliesontsteking op en hij werd alsnog afgekeurd. “Ik geloof niet dat ik daar nu rouwig om moet zijn”, aldus Kroese over deze lotswending. “Wij dachten dat we wat nuttigs hadden te doen”, vertelt hij over het aanmelden als oorlogs- vrijwilliger, dat door hen op dat moment geheel in het kader van het verdrijven van de Japanners werd gezien. Terugkijkend filosofeert Kroese over zijn tijd bij het verzet dat hij wel in “een heel elitaire groep” heeft gezeten. Volgens hem hadden ze veelal gebruik kunnen maken van de landgoederen van de adel. Een ‘weelde’ die bijvoorbeeld de vele communistische verzetsgroe- pen, “die eigenlijk nog meer verzet pleegden”, vaak niet hadden. “Nu wij een uitstervend ras zijn, krijgt het verzet pas een plaats in de his- torie. Buiten het ontregelen van de Duitsers dachten wij niet aan resul- taten voor de toekomst. Je voelde het vooral als plicht voor koningin en vaderland. Al met al heeft het ons meegezeten en zijn de meesten niet door de Duitsers gepakt.” Kroese is nog steeds actief en staat geregeld voor de klas om zijn ver- haal te doen. Ook dit jaar zal hij de krans leggen op 4 mei op de Dam. Hij legt die, direct nadat de koning en de koningin een krans hebben gelegd, namens het gezamenlijke verzet. Hij heeft dit al eerder mogen doen in 2012 en 2015. Voor Kroese is dit een van de hoogtepunten in zijn leven en hij is daar heel duidelijk over: “Het is natuurlijk een hele eer als je dit mag doen.”
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65