‘fout’?
tairen geconfronteerd met andere denkbeelden over wat ‘goed’ en ‘fout’ is. Daarbij is het extra lastig, benadrukt Lieshout, dat militairen van nature denken in termen van maakbaarheid. Discipline is de sleu- tel tot succes. Skills and drills zijn bedoeld om te overleven in de meest uitdagende omstandigheden. Wat onzeker is, wordt zoveel mogelijk uitgebannen (‘onzekerheidsreduc- tie’!) en onderworpen aan slimme tactieken of innoverende technolo- gie. Lieshout vervolgt: “Als militairen merken dat ze de greep op de maak- baarheid (dreigen te) verliezen en aan den lijve ervaren dat het niet lukt onze normen en waarden te handhaven, dat je er als militair bent neergezet om samen te werken met mensen die niet willen samen- werken, dan is dat ongelooflijk las- tig. Vooral als de risico’s groot zijn.” Immers, wie neemt wie nog serieus?
Minstens vier theejongetjes Gevoelens van onmacht of onbegrip kunnen dan heel goed leiden tot veroordeling van de lokale bevol- king, tot woede en haat en later – na terugkeer – zelfs tot schuldgevoe- lens (hoewel voor de meeste uitge- zonden militairen de missies door- gaans positief uitpakken). Tegelijk echter valt nauwelijks te ontkennen dat de cultuurschok – inclusief de definitie van ‘goed’ en ‘fout’ – soms wel erg groot is. Wat te doen als de lokale krijgsheer als statussymbool er een harem van ‘theejongetjes’ op nahoudt? In Uruzgan was vier jon- getjes wel zo’n beetje het minimum voor de gouverneur. In Afghanistan is bacha bazi, een vorm van sek- suele slavernij, een eeuwenoude traditie. Krijgsheren en bestuurders roofden onderling jongetjes en hiel- den die verslaafd. Marechausseeluitenant b.d. Henk Damkot ervoer een en ander van nabij in Uruzgan. Hij verhaalt hoe een Afghaanse knul zelfmoord pleegde met een kalasjnikov. De jongen was afgewezen voor de Afghaanse Nationale Politie omdat
hij de vereiste minimumleeftijd nog niet had bereikt. “Deze jongen zag een politiebaan als de enige uitweg uit de hel van seksslavernij.” Genderbeleid is mooi, vervolgt Dam- kot, maar wat te doen als je nauwe- lijks of geen contact kunt leggen met vrouwen? “Op straat zie je eigenlijk alleen mannen en kinderen.” Wat te doen als een Afghaanse vader op de vraag hoeveel kinderen hij heeft, als antwoord geeft: ‘Drie.’ De vader heeft eigenlijk vijf kinderen, maar de twee meisjes tellen letterlijk niet mee. “Hoe werk je samen met men- sen die niet met je willen samenwer- ken”, vroeg Damkot zich af, “terwijl je bovendien weet dat hun gedrag niet door de beugel kan?” Wat doe je in een gemeenschap waarin de dood een totaal andere betekenis heeft? “Als je ziet hoe lijken haast achte- loos achterin de laadbak worden gekieperd.” Of zoals Lieshout het verwoordt: “Wij wagen ons leven, terwijl zij met het leven lijken te spelen.”
Deserteur uit het Koninkrijk Gods Geconfronteerd met deze enorme uitdaging van zijn goed-fout- sjabloon, reageerde Damkot op een herkenbare manier: het in stand houden van twee werelden, ‘wij’ en ‘zij’. Lieshout had eerder in zijn loopbaan iets soortgelijks mee- gemaakt. “Toen ik als geestelijk verzorger in het leger ging werken”, herinnert hij zich, “zeiden sommige kerkelijke collega’s dat ik deser- teerde uit het Koninkrijk Gods. Dat ik de christelijke grenzen te buiten ging door me in te laten met gewa- pende cowboys. Paulus ingeruild voor Pistolen Paultjes.” Een ‘foute’ keuze, vonden nogal wat van zijn collega’s. Misschien is het beter om te spreken over wij-zij als een vorm van zelf- bescherming, als de zo vertrouwde morele kaders wegvallen. Een vorm van zelfbescherming waarover militairen trouwens onderling weinig spreken, ook niet tijdens de debriefings. Een fenomeen dat
Aalmoezenier Mark Lieshout. Foto: Birgit de Roij (archief)
blijkbaar een fact of life is. Dit soort zaken – zoals ouders die kinderen corrigeren met kokend water – delen met het thuisfront is er al helemaal zelden bij. Thuis zouden ze dat toch niet snappen, vindt het gros van de uitgezonden militairen. De opdrachtgever (VN, NAVO, EU, de regering, enzovoorts) giet over alles een dikke saus van hogere doelen, zoals het bevorderen van de mensenrechten en het opbouwen van goed bestuur. Ons ‘normaal’ moet ‘hun normaal’ worden. Mili- tairen speken echter weinig over hun missies in ‘hogere’ termen als ‘het opbouwen van de rechtstaat.’ Te abstract, te ver weg, behalve mis- schien in een hoofdstad als Kabul, met zijn regering en internationale hoofdkwartieren.
Nuchtere types, maakbare wereld Deze neiging ‘hogere doelen’ en dagelijks werk te scheiden, past dan weer bij het in stand houden van de wij-zij-wereld. Militairen zijn nuch- tere types, bevestigen Lieshout en Damkot. Een mishandeld kind zal zelf ook mishandelen. “Dat gaan wij niet in een paar jaar veranderen”, benadrukken beiden. De prioriteit lag uiteindelijk bij de operationele
mei 2017 11
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65