Het bed van Jitse Akse aan het front, met een klamboe van vitrage.
lange periode aan het front gevoch- ten. Het is tijd om uit te rusten.’” Akse vond dat hij nog wel kon door- gaan, maar zijn commandant was stellig. En zo reisde hij via allerlei smokkelroutes terug naar Irak. De Koerden hadden zijn visum en tic- kets al geregeld, dus kon hij zo op het vliegtuig terug naar Nederland. Een paar granaatscherven gingen mee, als souvenir.
Koken voor de Tabure.
den een integratietraject hebben opgezet voor jonge krijgsgevangen IS-strijders. Een soort heropvoeding. “Ze gaan goed met die jongens om onder het motto ‘wij verlagen ons niet tot hun niveau’. Inmiddels zijn er al enkele voormalige IS-strijders die nu aan de Koerdische kant mee- vechten.” Na acht maanden aan het front moest Akse van zijn commandant terug naar Nederland. ‘“Ga naar je familie toe’, zei hij. ‘Je hebt een hele
26 mei 2017
Veteranen In het begin na zijn terugkomst werd Akse door het Veteranenin- loophuis in Arnhem opgevangen. Hij had immers geen huis meer. Akse lachend: “Ik zat daar in Arn- hem 100 meter van een radicale moskee.” Hij verbleef daar een tijdje, tot het moment dat hij met een zak over zijn hoofd door een arrestatie- team het Veteraneninloophuis uit- gesleept werd en in de cel belandde. Na een dag werd hij vrijgelaten en is toen meteen ondergedoken. Later besloot het OM om hem niet te ver- volgen, de zaak werd geseponeerd wegens gebrek aan bewijs. Maar zijn paspoort was wel ingenomen zodat hij zich nergens kon inschrijven en niet kon terugkeren naar Syrië, zoals zijn oorspronkelijke bedoeling was. Hij verkaste regelmatig, zonder geld, in geleende kleren en met zijn ziel onder de arm. Terug naar zijn moeder in Friesland kon hij niet, dan zou zij ook gevaar lopen. “Mijn broer is vorig jaar overleden en ik kon niet eens naar zijn begrafenis.” Wekelijks moest hij zich melden bij het politiebureau, dan droeg hij een kogelwerend vest. In die tijd heeft hij uit het hele land ruim vijftigdui- zend steunbetuigingen gekregen en op Facebook heeft hij veel support ondervonden van zo’n tweedui- zend veteranen die het geweldig vonden dat hij aan de kant van de Koerden vocht tegen IS. “Ik heb een enorme achterban gekregen binnen de veteranenwereld”, vertelt hij. “Zij hebben me ook aan alle kan- ten geholpen, onder meer met mijn beveiliging en het aanbieden van schuiladressen. Zonder de vetera- nen was ik waarschijnlijk onder een of andere brug beland.”
Iets terugdoen Met steun en bemiddeling van diezelfde veteranenwereld en uit de Defensiewereld gaat het Akse uiteindelijk lukken om binnenkort
een eigen plek te verwerven. Een gemeente in Nederland heeft hem daarbij geholpen. Inmiddels heeft hij zijn paspoort weer terug, hij krijgt een uitkering en door enkele woningbouwverenigingen wordt voor hem gezocht naar een woning. Bij die gemeente staat hij ook ingeschreven, uiteraard anoniem. “Ik heb nu nog het gemeentehuis als adres. Daar gaat ook mijn post naartoe.” Nog steeds is Akse heel voorzichtig, want de doodsbedrei- ging door IS-aanhangers blijft. Maar als de nood aan de man is, wordt hij weer door veteranen beveiligd. “En die beveiliging is beter dan die van het OM.” Zijn ervaringen van afgelopen jaar zou Akse graag wil- len overbrengen aan veteranen die op een of andere manier ook in een benarde positie zitten. Hij wil ook graag een inloophuis opzetten. “Ik wil iets terugdoen.”
Westerlingen Terug naar Syrië om te vechten wil Akse niet meer. Volgens hem lijdt IS aan geldgebrek en heeft de Koerdi- sche YPG geen steun van westerse strijders meer nodig. “Het is er nu rustiger. Ze hebben tachtigduizend man en zijn steeds beter georga- niseerd.” Hij benadrukt dat het in het belang van het Westen is dat de Koerden de deur naar Turkije dicht kunnen houden en verzucht: “Had- den we ze in het begin maar meer steun gegeven, dan was het niet zover gekomen met IS.” In de periode dat hij in Syrië vocht, waren er volgens Akse zo’n vijfhon- derd westerlingen die meevochten. “Er waren ook drie Nederlandse mannen van No Surrender, maar die vochten niet, zij zaten bij de Peshmerga en die lieten volgens de strijders van het YPG echt niemand toe aan het front.” Er is nog even sprake geweest van de oprichting van een buitenlandse eenheid die met de Koerden zou gaan vechten. Akse: “Ik weet alleen dat er in Rojava een EHBO-eenheid door acht westerse vrijwilligers is opgezet.” In Nederland hebben een paar vetera- nen aan Akse toevertrouwd dat ze er ook wel wat voor voelden om naar Syrië af te reizen en tegen IS te gaan vechten. “Ik heb ze gezegd dat ze daar eerst goed over na moesten denken. Het front in Syrië is toch heel wat anders dan ze gewend zijn.”
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65