search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Ahmadullah Azizi met een van zijn leerlingen bij het hoofdkwartier van de politie in Kunduz. Foto: privécollectie Ahmadullah Azizi


Terug naar de oorlog Het gezin kwam aan op Schiphol, de huidige werkplek van Azizi. Daar werden ze vriendelijk opgevangen door een behulpzame marechaussee. “Dat waren we in Afghanistan en Pakistan niet gewend, daar waren we bang voor de politie.” De warme ontvangst zou eraan bijdragen dat hij in 2006 zelf koos voor de Konink- lijke Marechaussee. “Ik wilde altijd al bij het leger of de politie, juist om het anders te doen dan de mensen daar.” Doelgericht ging hij te werk, zijn zwakke ogen liet hij laseren, hij haalde zijn schooldiploma en rijbe- wijs en kwam in aanmerking voor de Nederlandse nationaliteit. In 2012 ging wachtmeester Azizi ruim zes maanden terug naar zijn geboorteland, terug naar de oorlog. Hij had zich vrijwillig gemeld voor een politietrainingsmissie in Kun- duz. “Ik stapte uit het vliegtuig en voelde me meteen thuis. Maar na drie weken was dat gevoel weg. Het land was niet veranderd, maar ik wel.” Hij was er verantwoordelijk voor het opleiden van geünifor- meerde politieagenten. “Ik vroeg me af of ze me wel zouden accepteren, een gevluchte Afghaan die onder Nederlandse vlag terugkomt als een Nederlander. Het was een heel aparte ervaring. Er was een soort


20 mei 2017


band en ze accepteerden echt alles van mij. Maar er waren ook politie- commandanten die letterlijk zeiden: ga lekker weg met je ideeën.” Toch had hij niet het gevoel dat hij als verrader werd gezien. “In gesprekken merkte ik dat ze die gevoelens niet hadden. Ze waren gewoon heel open en eerlijk en wilden alles met me delen.” Zijn ouders hadden in eerste instantie wel moeite met zijn keuze. “Vooral mijn vader. Hij zei: ik ben gevlucht zodat jullie een betere toekomst kre- gen en nou ga jij terug die kant op, vrijwillig ook nog. Maar uiteindelijk hadden ze toch wel respect voor mijn werk. Mijn broer wist het mooi te verwoorden: je hebt tegelijkertijd twee landen gediend, het land waar je nu woont en het land waar je bent geboren.”


Respect Toen de veteraan werd benaderd voor The Battle, was hij enthousiast over het idee. “Het leek me echt een mooi programma. Je draagt er toch aan bij om een nieuwe generatie bewust te maken dat er mensen zijn die in moeilijke tijden hebben gediend. Daar moeten ze toch wel een beetje respect voor hebben, want het is niet zomaar iets.” De film en de bijbehorende quizvragen hebben


sommige leerlingen zeker aan het denken gezet. Zo betwijfelt Raymond Sletering, teamcaptain van een van de vier klassen, na afloop of werken voor Defensie iets voor hem zou zijn. “Ik weet niet of ik de mentaliteit heb, of ik het aan zou kunnen om mijn collega’s gewond te zien raken of misschien wel dood te zien gaan op het veld.” Maar over The Battle is hij enthousiast. “Ik vond het wel cool om de voorstelling te zien met het orkest en te luisteren naar de verha- len van de soldaten.” Een andere teamcaptain, Vera Noten- boom, noemt de voorstelling leuk, leerzaam en interessant. Dat een gewond geraakte veteraan in de film vertelt dat ze toch terug zou willen naar het uitzendgebied, snapt ze niet. “Ik zou dan liever thuisblijven.” Bart Beeke, teamcaptain van een van de twee winnende klassen, vindt The Battle ook leuk. “Maar ik wist al best veel over veteranen doordat ik naar het Nationaal Militair Museum ben geweest.” Ook de teamcaptain van de andere winnende klas, Luca van Broeckhuijsen, is enthousiast: “Ik heb zo’n soort voorstelling nog nooit meegemaakt, dus ik vond het wel speciaal. Het is weer eens wat anders dan gewoon les. Ik wist nog niet zoveel over veteranen en nou ben ik wel wat wijzer geworden.”


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65